ook, nog vollediger en derhalve des te nuttiger konden gemaakt worden.
Met hetgene de auteur zegt omtrent het geven van extracten uit Shakspere's werken, zijn wij het volkomen ééns - lees Shakspere's voortbrengselen elk in hun geheel of in 't geheel niet; een klein uittreksel, hoe judicieus ook gekozen, kan geen denkbeeld geven van dien ‘grössten Dichter der neuen Zeit,’ zoo als Jacob Grimm hem noemt. - Het is echter goed dat de heer Kok hem niet heeft uitgesloten; ook zijn de extracten die den man in het werk vertegenwoordigen, vrij goed gekozen.
Het overzicht van de geschiedenis èn den toestand der Engelsche dicht- en letterkunde aan het begin der tijdperken, zoo wel als de levensberichten der dichters boven hunne poëzy geplaatst, zijn volkomen voldoende om als inleiding tot de Engelsche letterkunde te strekken en bevelen zich aan door beknoptheid en duidelijkheid.
In de verdeeling der tijdperken ware, misschien, wel eene eenigzins andere vorm voegzamer geweest - onzes inziens behooren toch Wyatt, Surrey en Sackville, niet tot ‘Chaucer and his times.’ Het is waar, dat eene juiste verdeeling van letterkundige tijdperken in iedere taal, nog al aan moeijelijkheden is onderwerpen, - maar waar gelijk als in het Engelsch de toestand der taal in de vroegere tijden zulk eene aanmerkelijke rol speelt, dient deze in de verdeeling der vroegere letterkundige tijdperken stellig in aanmerking te komen (zoo hij al niet de éénige basis is waarop die verdeeling in alle talen moet rusten (?)) - ook vergemakkelijkt hij die zeer, - en toont ze van zelf aan. - Indien de auteur dit een en ander overwogen had zoude hij, al lag dit niet in zijn plan, zeker ook een enkel voorbeeld van de A.S. en Semisaxon poëzy, en eenige stukken uit de onmiddellijke voorgangers van Chaucer hebben opgenomen. Wij betwijfelen of het tevens niet in een werk van deze soort eene behoefte zij. Het boek althands zou er als een geheel veel door gewonnen hebben.
De weinige ophelderende noten en de interpretatie van woorden, waar dit hier en daar noodig is, vinden wij bij het doorloopen uitmuntend. Wij hadden er wel meer wenschen te zien. Bij den Schotschen Dichter Burns, (en zij zijn daar een noodzakelijkheid) ontbreken vertalingen van woorden ten eenenmale. Zijn zij, gelijk vele Engelsche uitgaven zijner werken bewijzen, eene behoefte voor den Engelschen lezer, zij zullen dit wel niet minder voor den Nederlandsche zijn.
Wij geven heeren uitgever en auteur in bedenking om bij eene volgende uitgave (die wij hun van harte toewenschen) het werk met een en ander te verrijken.
Ten slotte wenschen wij den heer Kok geluk met dezen wèl volbrachten arbeid. Hem komt de lof toe van (wij herhalen het gaarne) de beste, volkomenste en met den meesten smaak uitgekozen bundel Engelsche dichtstukken, die Nederland bezit, geleverd te hebben. - En wij raden het publiek aan om eens goed kennis te maken met een werk, dat bij een' goeden, duidelijken druk (een zoo groot vereischte, en zoo zeer gewenscht!) tot den geringen prijs van f 2,65, hen in het bezit stelt van eene bloemlezing die niet alleen allergeschiktst voor het onderwijs zal bevonden worden, maar tevens wel een plaats op de leestafel der beschaafde standen verdient.