Vriendelijke woorden.
Gedachten en opmerkingen over de laatste dagen des jaars, voor den eenvoudigen christen, door A.F. Eilerts de Haan, predikant te Noordwolde. Steenwijk, Nikolaas ten Brink, 1863.
De laatste dagen van een jaar wekken in aller harten ernstige herinneringen. Te midden van de somberheid der natuur wordt de ziel somberder gestemd, en bij het naderende sluiten van een afgeloopen tijdperk komen herinneringen op, die in zonderlinge mengeling het gemoed met de strijdigste aandoeningen van smart en vreugde, van droefheid en hope vervullen. Zelfs de ligtzinnigste werpt in zulke dagen een blik terug en ziet maar al te dikwijls tooneelen voor den geest komen, die hij nimmer meer wenschte te beleven of ook maar te herdenken. Die laatste klokslag van het scheidend jaar - het zijn maar weinige slagen; en toch het is alsof ze een scheidsmuur opwerpen tusschen ons en een verleden, dat wel opzettelijk kan worden vergeten, maar toch gevolgen nalaat.
Is 't vreemd, dat in zulke dagen de dienaar der godsdienst voor zijne ernstige vermaningen dubbel gewillige ooren vindt; en dat hij, getrouw aan zijn roeping, van deze stemming voordeel wil trekken?
Ook de eerwaarde leeraar van Noordwolde zocht het te doen en bood aan zijne gemeente een boekske aan, dat tot leiding hunner gedachten in die dagen strekken kon. Om de algemeenheid, dat is, het algemeen menschelijke der gezindheid biedt hij het ook aan een ruimer kring, aan het publiek, aan.
Doch was het daarom alleen? Ik geloof het niet. De schrijver behoort blijkbaar tot de liberale predikanten onzes tijds en, zoo het nog noodig ware, kan zijn vriendelijk boekske strekken om ‘den eenvoudigen christen’, voor wien het geschreven werd, aan wien het aangeboden wordt, te bewijzen, dat liberaliteit en ernst geen strijdige begrippen zijn.
In een vijftal stukken bespreekt hij verschillende onderwerpen, die in verband staan met de denkbeelden, die aan het einde des jaars zoowel bij den eenvoudigen als bij den niet-eenvoudigen christen opwellen. Ernstig, in een goeden vorm, die somtijds wat al te beeldrijk is, zegt hij gewigtige waarheden, die hun waarde behouden, ook al is de oudejaarsdag voorbijgegaan en een nieuw jaar ingetreden. Het is de taak van den Evangelieprediker de oude waarheid steeds in een nieuw kleed te hullen.
Aan dezen eisch heeft de schrijver dezer overdenkingen voldaan; moge hij daarvoor den dank zijner gemeente en van allen, die dit vriendelijke boekske ter hand nemen, inoogsten.
I.