Signalement
Jacob van Maerlant / samengest. door Ingrid Biesheuvel en Frits van Oostrom. - Amsterdam: Amsterdam University Press, cop. 1999. - 11 p.: ill.; 24 cm. - (Tekst in context; 2)
ISBN 90-5356-246-X Prijs niet opgegeven
Reinaert de vos / samengest. door Hubert Slings. - Amsterdam: Amsterdam University Press, cop. 1999. - 104 p.: ill.; 24 cm. - (Tekst in context; 3)
ISBN 90-5356-247-8 Prijs niet opgegeven
Na Karel ende Elegast verschenen in de reeks Tekst in Context twee nieuwe deeltjes: Jacob van Maerlant, van de hand van Ingrid Biesheuvel en Frits van Oostrom, en Reinaert de vos, samengesteld door Hubert Slings. De opzet ervan is dezelfde als die van het eerste deel: een kleurige, rijk geïllustreerde uitgave, waarin stukken middeleeuwse tekst met vertaling worden afgewisseld met blokjes waarin nadere uitleg en context wordt gegeven, afgesloten met een reeks vragen. De boeken zijn bedoeld voor klassikale behandeling en zelfstandige verwerking door leerlingen in het voortgezet onderwijs.
In het nieuwe programma voor het voortgezet onderwijs hoeven leerlingen maar drie werken vóór 1880 gelezen te hebben. Ik vraag me af of ze dan geconfronteerd moeten worden met een lappendeken aan Maerlant-verzen, uit uiteenlopende teksten als Alexanders geesten, Der naturen bloeme, de Strofische gedichten (in dit geval de Tweede Martijn) en de Spiegel historiael. Voor een kennismaking met middeleeuwse literatuur lijken de uiteenzettingen van deze dertiende-eeuwse didacticus toch wat ver van hun bed. En het is twijfelachtig of leerlingen vervolgens werkelijk een idee krijgen van de middeleeuwse denkwereld door badinerende stukjes over hedendaagse Westerse toeristen in Thailand, in het kader van ‘moderne en middeleeuwse natuurbeschouwing’. In ieder geval ben ik blij dat ik geen kort antwoord hoef te verzinnen op de vraag: ‘Verwoord het verschil tussen de moderne (westerse, stedelijke) en de middeleeuwse omgang met de natuur’ (Maerlant, p. 95).
Net als in Karel ende Elegast vind ik het een gemis dat er naast de foto van een stukje uit een handschrift wel de vaderlijke troost gegeven wordt dat een middeleeuws handschrift moeilijk te lezen is voor wie het niet gewend is, maar geen letterlijk afschrift. Dat zou de geïnteresseerde leerling tenminste de mogelijkheid bieden zelf te zien hoe moeilijk het is. De voordelen van de herspelling van het Middelnederlands (‘boem’ en ‘goem’ worden ‘boom’ en ‘goom’) ontgaan mij. Voor wie het Middelnederlands niet kan lezen is er de vertaling, voor wie het wel wil lezen biedt de herspelde tekst nep-Middelnederlands dat nauwelijks begrijpelijker is dan wat er in de handschriften staat, en dat in het Reinaert-deeltje bovendien tot een frustrerende zoektocht leidt: het commentaar meldt dat Bruun, wanneer Reinaert hem lekker heeft gemaakt met honing, de vos begint aan te spreken met ‘du’. In de tekst zijn ‘ghi’ en ‘du’ echter beide herspeld tot ‘gij’. Jammer.
Maar de boekjes zien er goed uit, veel onderdelen laten zich aangenaam lezen, de tekstkeuze is verantwoord, de illustraties zijn mooi en voor wie meer wil weten, staat achterin literatuur vermeld. Nu maar wachten op de nieuwe mediëvistengolf die zich na bestudering van deze werken zal aandienen.
Clara Strijbosch