Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 60
(1941)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 128]
| |
Opmerkingen over enige oude liedboekenGa naar voetnoot1)I. Een fragment van een nauw aan het Antwerps liedboek verwante bundelP.A. Tiele deelde in De Navorscher van 1857 (pg. 1 vlg.) het een en ander mee over een fragment, dat thans onvindbaar is, en vel D van een liedbundel uitmaakt. Volgens den schrijver staan op dit fragment 14 liederen, waarvan er 12 ook in het Antwerps liedboek voorkomen en wel in dezelfde volgorde, t.w.A.L. nr. 46 tot en met A.L. nr. 59. Alleen A.L. nr. 54 en nr. 57 zijn weggelaten, twee liederen, waarin Katholieke geestelijken geen fraai figuur slaan. Van het ene lied dat niet in het A.L. staat, waren alleen de beide laatste coupletten bewaard gebleven. Tiele citeert slechts de laatste regels van het slotcouplet: ‘Wat schaeyt een woort verloren / om niet sidy toch quijt.’ Een lied, dat aldus eindigt, is mij niet bekend. Het andere lied begint met de regels: ‘Ghi amoreuse gheesten / Hier in des werelts present’. De volledige tekst vond ik in de bundel ‘Amoreuse liedekens’ (c. 1615), die in het bezit is van den heer J. KlatterGa naar voetnoot2). Ik meen aan te kunnen tonen, dat de Tiele-bundel nauw verwant was aan het Antwerps liedboek. In het A.L. staan op vel D nr. 44 (gedeeltelijk) tot en met nr. 55 (gedeeltelijk)Ga naar voetnoot3). Het aantal liederen, dat in de bundel, waar het fragment toe behoord heeft, aan vel D voorafging, zal dus ongeveer even groot zijn geweest als het aantal, dat in het A.L. vóór vel D staat. Dit en de inhoud van het fragment wijzen m.i. op een nauwe samenhang tussen de Tiele-bundel en het A.L. | |
[pagina 129]
| |
Het feit, dat twee, de waardigheid der Katholieke geestelijkheid schendende liederen niet in het fragment voorkomen, zou er m.i. op kunnen wijzen, dat de Tiele-bundel een gezuiverde, gehele of gedeeltelijke herdruk van het A.L. is, ware het niet, dat A.L. nr. 50, een lied, dat ook in het fragment voorkomt, van hetzelfde genre is als A.L. nr. 54. Tiele meende, dat het fragment behoorde tot een der bij Jan van Ghelen in 1548 gedrukte bundels, die op de Index librorum prohibitorum van 1569 vermeld staan. Heeft deze drukker zich gewaagd aan een gekuiste heruitgave van het verboden A.L. en heeft hij de reiniging niet ten volle uitgevoerd? De samenstellers van zulk een bundel gingen soms slordig te werk, dat bewijst de uitgave van het A.L. voldoende. Of heeft het fragment deel uitgemaakt van de hypothetische druk van het eerste deelGa naar voetnoot1) van het A.L. (nr. 1-173)? De beide niet in het A.L. voorkomende liederen, noch de spellingGa naar voetnoot2) schenken hier opheldering. In het fragment van de Tiele-bundel komen geen wijsaanduidingen voor; in het A.L. wel. Mag men hieruit de conclusie trekken, dat bij de druk van de Tiele-bundel de liederen reeds zó bekend waren, dat men de melodie niet meer behoefde op te geven en is derhalve de Tiele-bundel jonger dan het A.L.? Of is het juist andersom: verscheen de Tielebundel in een tijd, dat de liederen alom gezongen werden, zodat wijsaanduidingen overbodig waren, en werden de melodieën in het A.L. wèl opgegeven, daar de liedekens toen niet meer zo algemeen bekend waren? | |
II. Het Haerlems Oudt Liedt-BoeckScheurleer (Nederlandsche Liedboeken, 's-Gravenhage 1912, pg. 155) geeft van dit liedboek, dat na het Antwerps liedboek de belangrijkste verzameling van ons oude volkslied is, twee | |
[pagina 130]
| |
drukken op. Hoffmann von Fallersleben (Niederländische Volkslieder, Hannover 1856, p. XVIII) kende er nog een derde. Verscheidene schrijvers over ons volkslied verwarren deze drukken met elkaar, zodat het zijn nut heeft ze hier nog eens op te noemen. 1. Haerlems Oudt Liedt-Boeck, Inhoudende Veele Historiale ende Amoureuse Liedekens: Oock Taefel, Bruyloft ende Scheydt-Liedekens. Tot Haerlem, Gedruckt by Vincent Casteleyn, Boeckdrucker op de Marckt, in de Druckery. (Kon. Bibl. Den Haag). 2. Het Oudt Haerlems Liedt-Boeck, Inhoudende etc. Den sestienden Druck vermeerdert en verbetert. t'Amsterdam, By Jacobus Bouman, Boeckverkoper over de tweede Haerlemmersluys, in de Lely onder de Doornen. Het boekje, waarvan de verblijfplaats mij onbekend is, was ten tijde van H.v.F. in het bezit van het antiquariaat Fr. Muller te Amsterdam. 3. Haerlems oudt Liedt-Boeck, Inhoudende etc. Den Sevenen-twintighsten Druck. t'Amsterdam. By de Weduwe van Gysbert de Groot, Boeckverkoopster op den Nieuwen-dijk, 1716. (Univers. bibl. te Gent; afschrift op de Kon. Bibl. Den Haag). Slechts aan weinigen is het bekend, dat er zich op de Stadsbibliotheek te Haarlem nog twee fragmenten van andere drukken van het H.O.L. bevinden. Scheurleer (pg. 183) kende wel het eerste fragment, maar bracht het niet in verband met het H.O.L., waarschijnlijk omdat de titel afwijkt van de beide door hem op pg. 155 genoemde drukken; het tweede fragment bleef voor hem verborgen. Ik deel ze hier beide mee. 4. Het Oudt Haerlems Liedt-Boeck, Inhoudende etc. Desen seventhienden Druck, vermeerdert en verbetert. t'Amsterdam. By Jacobus Bouman, Boeckverkooper op de Nieuwen-dijck, in de Lely onder de Doornen, 1682. Van het boekje bleef slechts pg. 1 tot en met pg. 16 bewaard. 5. Pagina 33 tot en met 64 en 67 tot en met 76 van een druk, waarvan de titelpagina niet bewaard gebleven is. Deze | |
[pagina 131]
| |
druk wijkt slechts hier en daar in de spelling en de interpunctie van die van 1716 af. De volgorde der titelwoorden is in de 16e en 17e druk anders dan in de 1e en 27e. De titel ‘Het oudt Haerlemsch Liedtboeck’ treft men echter reeds in de 1e druk aan boven de pagina's, waar de liederen op gedrukt staan. De inhoud van de 17e en de 27e druk is enigszins anders dan die van de 1e. Ook de inhoud van de 16e druk moet van de 1e afgeweken hebben. Hoffmann von Fallersleben deelt n.l. mede (Niederl. Volksl. pg. 5), dat het lied van den ouden Hildebrand - het enige lied, waarvan hij opgeeft op welke pagina het in de 16e druk staat - in de 16e druk op pg. 82 te vinden is. In de 1e druk staat het op pg. 92. Tot nog toe is er geen poging aangewend om het jaar, waarin de 1e druk van het H.O.L. verscheen, te bepalen. EkamaGa naar voetnoot1) en in navolging van hem KalffGa naar voetnoot2) noemen 1648 als het jaar, waarin het liedboekje verscheen, zonder evenwel bewijzen aan te voeren. Ekama's mening, vervat in de passage ‘Blijkens de voorrede uitgezochte liederen uit de Laurierkransen der amoureusen, welke gelijktijdig verschenen’, is onjuist. Men leze de bewuste voorrede van de 1e druk en zie de ons bewaard gebleven drukken van de ‘Laurier-krans der Amoureusen’ (Scheurleer pg. 155). Scheurleer (pg. 155) stelt het jaartal 1630 voor, eveneens zonder bewijsmateriaal. Het liedboek moet in elk geval na 1618 gedrukt zijn, omdat in een lied op pg. 9 een gebeurtenis uit het jaar 1619 behandeld wordt. Het feit, dat wij weten, dat het boekje door Vincent Casteleyn gedrukt werd, brengt ons een stap verder. Wat LedeboerGa naar voetnoot3) over de Haarlemse drukkers die Vincent | |
[pagina 132]
| |
Casteleyn heetten, vertelt, is voor een gedeelte onjuist. Mejuffrouw H. van de Kerk, die een studie van de oude Haarlemse drukkers maakt, was zo vriendelijk mij juiste gegevens over hen te verschaffen. Daaraan en aan hetgeen ik zelf over de drukkers noteerde, ontleen ik het volgende. Er zijn twee Haarlemse drukkers geweest, die Vincent Casteleyn heetten. Uit het zich in het Gemeentearchief te Haarlem bevindende handschrift dat de titel draagt ‘Het ghidt (sic) der Boekdruckers ende der Boeckvercooperen is begonnen ende de keure desselven is ghepubliceert van de Puye des Stadthuys den lesten Januarij inden Jare ons Heeren. 1616.’ blijkt, dat de oudste Vincent Casteleyn, toen het gilde in 1616 opgericht werd, als nr. 4 op de lijst der gildebroeders stond en dat hij 6 April 1659 overleed. Blijkens het lidmaten-register van de Grote Kerk te Haarlem (Bibliographie-Enschedé) was de andere Vincent Casteleyn in 1666 nog een jonge man, die van Amsterdam afkomstig was en in de ‘corte bagijne str.’ woonde. Daar in 1682 reeds een 17e druk van het H.O.L. verscheen en het mij niet bekend is, dat de jonge V.C. ooit ‘op de Marckt, in de Druckery’ woonde, is het zeer waarschijnlijk, dat de 1e druk van het H.O.L. niet van de pers van den jongen, maar van den ouden Vincent afkomstig is. Ons liedboek moet dan tussen 1619 en 1659 (de jaartallen incluis) gedrukt zijn. Nu noemt V.C. zich op de titelpagina van ons liedboek: Boeckdrucker op de Marckt, in de Druckery. Met behulp van Mejuffrouw van de Kerk heb ik zoveel mogelijk, tussen 1618 en 1659 bij V.C. verschenen, drukken onderzocht, ten einde na te gaan of V.C. in een bepaalde periode zich bij voorkeur ‘Boeckdrucker op de Marckt, in de Druckery’ noemde. In 124 van hen wordt behalve hetjaar ook de woonplaats genoemd, terwijl meestal ook het uithangteken opgegeven isGa naar voetnoot1). | |
[pagina 133]
| |
De gezochte benaming trof ik het eerst aan in een druk van 1642. Sindsdien gebruikt V.C. haar regelmatig tot in 1658, in welk jaar hij door zijn zoon Abraham Casteleyn als stadsdrukker opgevolgd werd. Waarschijnlijk valt de 1e druk dus tussen 1642 en 1658 (de beide jaartallen incluis). |
|