Kleine mededeelingen.
153. *Brachter.
Jonge kinder onbedwonghen,
Ende trecht wter wit ghespronghen,
Ende brachters zachter dan si zouden,
Doet al kerstenheit in quaetheit houden.
Aldus het slot van het bispel van den heraut Jan Visier.
Dat aan het voorlaatste vers iets hapert, voelt men dadelijk. Dr. A. Beets, de eerste uitgever nà A. Matthaeus, teekent er bij aan (De ‘Disticha Catonis’ in het Middelnederlandsch, blz. 87): ‘Brachters (niet goed leesbaar) “berechter” (Mnl. Wdb.) “regent”’. Suringar, Die Bouc van Seden, vertaalt in zijn glossarium met: rechters, opzichters, en doet dan een stapje verder: ‘men leze berechters; de a zal wel door die van het volg. woord zijn veroorzaakt. Zie Mnl. Wdb. op berechtere I, 925’.
Niet iedereen zal dat alles zoo vanzelfsprekend vinden. En inderdaad: het handschrift heeft duidelijk biachter = biechter, wat aan den geheelen samenhang zijn ware gezicht geeft.
w.d.v.