Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 49
(1930)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 49. E.J. Brill, Leiden 1930
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8425
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 49 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1930. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
De blanco pagina (p. IV) is niet in de lopende tekst opgenomen.
p. VI: het erratum is doorgevoerd in de lopende tekst.
p. 2, 3, 5, 6, 11, 21, 23, 24, 127, 128, 129, 131, 132, 136: op deze pagina's staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 53: het nootteken bij noot 1 ontbrak in de lopende tekst. Wij hebben deze onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
p. 61: het nootteken bij noot 3 ontbrak in de lopende tekst. Wij hebben deze onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
Op p. 259 bevindt zich na ‘possidebat’ een nootteken ‘2’ zonder noottekst. Het nootteken is verwijderd.
p. 294: het nootteken bij noot 1 ontbrak in de lopende tekst. Wij hebben deze onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE
[pagina II]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
NEGEN EN VEERTIGSTE DEEL.
N.V. BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1930.
[pagina V]
INHOUD.
Blz. | |
---|---|
c.g.n. de vooys, Rederijkersspelen uit het archief van ‘Trou moet blijcken’ (Slot) | 1 |
c.g.n. de vooys, Naschrift | 25 |
a.c. bouman, Het 41ste der Limburgse Sermoenen en de 10de brief van Hadewijch | 26 |
r. van der meulen, Romeinsche vellen (Naschrift) | 34 |
a.a. verdenius, Aantekeningen bij Breero's Kluchten. II. Symen zonder Soeticheyt | 36 |
a.a. verdenius, Naschrift (Slordicheyt en is geen heylicheyt) | 46 |
th. m. chotzen, Willem's Madoc en zijn bron | 47 |
w.h. beuken, Ouderdom en geest van het gedicht Vanden levene ons heren | 58 |
j.a. van praag, De Nederlandsche vertaling van een weinig bekenden Spaanschen schelmenroman | 63 |
j. de vries, Hunebedden en Hunen | 71 |
a.a. verdenius, Over mogelike spelvormen onzer j-pronomina in Middelnederlandse en 17de-eeuwse taal | 97 |
n. van der laan, Rederijkersspelen in de Bibliotheek van het Leidsche Gemeente-archief | 127 |
j.h. kern, Gheterjuint | 156 |
j. de vries, Een voorjaarsbloem der romantiek | 161 |
j.w. muller, Over navolging in de 17de eeuw, inzonderheid naar of door Hooft en Vondel. | 168 |
j. de vries, De uitspraak der Gotische h | 199 |
d.c. tinbergen, De dichtvorm van het Leven ons Heren. | 226 |
c.g.n. de vooys, Losse aantekeningen bij Eymael's uitgave van ‘Hofwijck’ | 235 |
[pagina VI]
Blz. | |
---|---|
s.a. krijn, Staring's bewerkingen van de oud-noorse poëzie | 241 |
a.e.h. swaen, Uuf | 261 |
jacoba van lessen, Over de etymologie van afkalven | 263 |
jacoba van lessen, Naschrift | 271 |
j.h. kern, Badder | 272 |
j.w. muller, Vondelianum | 273 |
w. de vries, De verkleinuitgangen. (Nalezing) | 277 |
w. de vries, n in de gen. en dat. van Friese eigennamen | 289 |
w. de vries, Naschrift (bij blz. 291) | 297 |
a.a. verdenius, Aantekeningen bij Breero's Kluchten | 298 |
j.h. kern, Ollen en oele | 311 |
j.w. muller, Nog een verwant van Klaasje Zevenster | 316 |
KLEINE MEDEDEELINGEN.
153. w.d.v., *Brachter | 33 |
154. w.f. tiemeyer, Mnl. becoelen | 96 |
155. a.b., Het to bliktri-raadsel | 126 |
156. j.h. kern, Kink | 159 |
157. c. bake, Vondels Vertroostinge aan Geeraard Vossius (1633) | 160 |
158. c. bake, Symen sonder soeticheydt, reg. 415-416 | 319 |
159. a. beets, Toppa! = Geen grond! | 319 |
VERBETERING.
Blz. 126, in reg. 10 v.o., voor 1648, te lezen 1684.