Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 45
(1926)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 263]
| |
Majombe (Tschr. XLV 52-9).De heer S.P. L'Honoré Naber te Utrecht heeft de vriendelijkheid gehad mij te verwijzen naar Pieter van den Broecke's Korte historiael ende Journaelsche Aenteeckeninghe van al 't gheen merckwaerdigh voorgevallen is, in de langhduerighe reysen, soo nae Cabo Verde, Angola etc.; welk werk in 1634 - hetzelfde jaar, waarin Cats zijn Spaensch Heydinnetie schreef! - te Haarlem tot tweemaal toe verscheen, en dus blijkbaar veel gelezen werd. Aldaar vindt men inderdaad op blz. 19 (van den druk bij H.P. van Wesbusch = blz. 15 van den anderen Haarlemschen druk bij H.J. Brouwer): ‘In de selve maendt noodichde my de Koninginne, Manny Lombe, op een jonghen Olifant te gast, om by my te slapen, liet my op haer Hoff ... van haer dienaers halen, ... dede my met gheweldt van den Olifant ... eten, die soo vreesselijck stonck, datter qualijck van wierdt, ende sondt my daer naer weder nae huys, qualijck te vreden zijnde, met [ed. 1648, blz. 17: om dat] haer niet ten dienste wilde staen’. Neemt men nu verder in aanmerking, eenerzijds dat de tweede der bovenvermelde, min of meer bekorende uitnoodigingen geheel strookt met de mededeelingen op blz. 9 en 14 van genoemd reisverhaal over de sexueele zeden der inwoners van Angola en met die van Josselin de Jong omtrent die der ‘Mani Lombo’ (hierboven, blz. 58), anderzijds dat de volks- of landnaam Mayomba in datzelfde reisverhaal, kort voor en na genoemde passage (blz. 12 en 22), eveneens voorkomt, dan mogen wij het raadsel van den naam van Preciosa's pleegmoeder wel opgelost achten op de boven, blz. 58 gegiste wijze, en aannemen dat Cats bij het dichten zijner novelle het juist verschenen en pas gelezen boek voor zijn geest, misschien voor zich op tafel gehad en, daaruit den | |
[pagina 264]
| |
naam van het ongure wijf ontleenende, de twee bijna gelijkluidende namen met elkaar verward heeftGa naar voetnoot1). Den naam Mayomba had Cats trouwens ook kunnen kennen - meldt de heer Naber verder - uit de Schiffarten van Samuel Brun, in 1624 te Bazel gedrukt (herdrukt door de Linschoten-Vereeniging, dl VI, 2de afd.; zie ald., blz. 5). Daar Brun alleen met Nederlandsche schepen gevaren heeft, is zijn werkje hier te lande zeker wel bekend geweest. Doch de eerstgenoemde zegsman blijft, juist wegens de verwarring der beide namen, verreweg waarschijnlijker. Hoezeer derhalve uit eene vergissing geboren, heeft de naam in onze literatuur, zooals gebleken is, fortuin gemaakt!
Oestgeest, Juni 1926. j.w. muller. |
|