Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 45
(1926)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 45. E.J. Brill, Leiden 1926
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8423
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 45 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1926. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 264: op deze pagina is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 275, 280: op deze pagina's staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. IV) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE.
[pagina II]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
VIJF EN VEERTIGSTE DEEL.
BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1926.
[pagina V]
INHOUD.
Blz. | |
---|---|
a. hallema, Het oudste ontwerp van Dirck Volckertszoon Coornherts Boeventucht teruggevonden | 1 |
j.w. muller, Ze(e)rden, scheren, sarren | 15 |
a.a. verdenius, Over de aanspreekvorm ie (i-j) in onze oostelike provincieën | 23 |
a. goslinga, Reinaert, vss. 3006-3007 (uitgave-Muller) | 33 |
p.j.j. diermanse, Het ‘Spel’ van de vier Aimonskinderen | 40 |
w. de vries, Ponstghen; en nog iets over -tgijn enz. | 45 |
g.g. kloeke, Ponstghen, en nog iets over Hollandsche en Groningsche mouilleering | 49 |
j.w. muller, Majombe | 52 |
r. van der meulen, Bont en blauw | 60 |
r. van der meulen, Em staan hebben en Em om hebben | 70 |
r. van der meulen, De Russische scheepsterm bryzgas | 74 |
j.w. muller, De herkomst van je en jij | 81 |
j. moormann, Bargoensch uit het midden der negentiende eeuw | 111 |
a. beets, Gaauwdiefs Gramatica | 187 |
p. leendertz, Vondel op het St.-Lucasfeest | 190 |
j. hovy, Was J.H. Krul Roomsch? | 206 |
j. de vries, De boerde van .III. ghesellen, die den bake stalen | 212 |
j.w. muller, Majombe (Tschr. XLV 52-9) | 263 |
[pagina VI]
Blz. | |
---|---|
c.g.n. de vooys, Rederijkersspelen in het archief van ‘Trou moet blijcken’ | 265 |
c.g.n. de vooys, Losse aantekeningen bij Huygens' Dagh-Werck | 287 |
c.g.n. de vooys, Een eigenaardige zeventiende-eeuwse constructie: ‘misschien’, gevolgd door een afhankelike vraag | 295 |
l.c. michels, Plaatsen uit Huygens | 297 |
j. heinsius, Naschrift | 306 |
s.j. du toit, Nog 'n keer die Brandt-Vondel-vraagstuk | 308 |
KLEINE MEDEDEELINGEN.
136. | g.a. nauta, Simoon. (Hertspieghel IV, 110) | 186 |
137. | g.a. nauta, Scholver (Moortje vs. 2939) | 264 |
138. | c. bake, Lijkwade = lijkwaas | 320 |
139. | j. greidanus, Pinte en Sproete als draagsters | 320 |