Onjuiste toepassing van de vaktermen debet en credit.
In allerlei geschriften worden de woorden debet en credit gebezigd tot uitdrukking van gedachten op een wijze die niet in overeenstemming is met het gebruik, dat er in het handelsleven van gemaakt wordt. De verklaring ligt m.i. hierin, dat men te veel let op de oorspronkelijke beteekenis der Latijnsche woorden debeo en credo, en uit het oog verliest, dat men met technische termen te doen heeft, die technisch juist moeten worden toegepast.
Bij het boekhouden stelt men zich op het standpunt van dengene, voor wien dit geschiedt en debetposten komen daardoor als activa op de linkerzijde, creditposten als passiva op de rechterzijde. Een groot debet in de boeken te hebben zal dus zoo op zich zelf beschouwd een gunstig verschijnsel mogen heeten, terwijl het bedenkelijk is, als de creditposten in verhouding tot het debet te hoog dreigen te worden.
De niet deskundige heeft echter juist neiging om het credit als een actief te beschouwen, terwijl debetposten voor hem de minder aangename beteekenis van schulden hebben. Maar het zijn schuldvorderingen.
Een drietal voorbeelden van recenten datum mogen dit staven.
In een wetenschappelijk tijdschrift lazen we dit:
Evenals alle zuchten of hartstochten betaalt de eerzucht haar voldoening met een tekort in duurzaam levensgeluk; want nagenoeg alle zuchten brengen een hooger cijfer op de debetzijde van onze gelukbalans dan op de creditzijde.
De bedoeling is: alle zuchten brengen een hooger cijfer aan passiva op onze gelukbalans dan aan activa. Feitelijk had er