zegt Wenker t.a. p. 8, ‘kommt unsre Benrather Linie noch einmal über die Holländische Grenze zurück, und zwar zwischen Aachen und Eupen, und schneidet den westlichsten Theil des Kreises Eupen ab ...’. Ten zuiden van Eupen raakt zij de Belgische grens en valt omstreeks Malmedy samen met de scheidslijn tusschen het Germaansche en Romaansche taalgebied.
In Paul's Grundriss I, 535, vond ik het feit, dat de Benrather linie ook door Nederland loopt, zelfs niet vermeld, - reden te meer, naar ik meende, om de bocht, die zij in de provincie Limburg beschrijft, ten dienste onzer taalhistorie nauwlettend na te gaan.
De linie snijdt de Nederlandsche grens tusschen Rimburg (Broekhuizen) en Eygelshoven. Nederduitisch blijven: Rimburg, Waubach, Nieuwenhagen, Schaesberg (Scheydt), Welten, Valkenhuizen, eenige huizen van het gehucht Locht, dat langs den grooten weg van Aken naar Heerlen ligt, Ubagsberg, Vrouwenberg, Trintelen, Bosschenhuizen, Wylre, Eijs, Wittem, Mechelen, Vijlen en Cottesen. Oostelijk van de linie liggen: Eygelshoven, Kerkrade, Spelholzer Heide, een gedeelte van Locht, Beitel, Simpelveld, Bocholtz, Lemiers en Vaals.
Ten oosten der scheidslijn hoort men dus: šlôfen, zît, wasser, machen, enz. Maar de d blijft gehandhaafd (daag, dragen, gelden). Evenmin heeft verschuiving plaats van p tot f na de glijders r en l (werpen, helpen), en in de onzijdige voornaamwoorden dat, wat, it, dit blijft de t onverschoven: wij staan op Middenfrankischen bodem.
* * *
Van de verschuivingen der tenues is er ééne zóó krachtig voorwaarts stuwend, dat zij nog verre over de Benrather linie heen hare werking heeft doen gevoelen, zij het ook slechts in de woordjes ik en ook: de verschuiving nl. van k tot ch in ‘In-’ en ‘Auslaut’. Waar de laatste golvingen dezer verschuiving breken, trok Wenker zijne ik/ich-lijn of Uerdinger Linie. Immers, ten noorden van Uerdingen snijdt zij den Rijn. Dan loopt zij in oostelijke richting recht door tot bij de Roer, zwenkt