Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21
(1902)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21. E.J. Brill, Leiden 1902
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8411
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 21 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1902.
Aan het eind van de jaargang is een bijlage te vinden van 7 pagina's.
redactionele ingrepen
p. 236, 277: op deze pagina's staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, worden op elke betreffende regel de accolades herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 258: het nootteken bij noot 5 ontbrak in de lopende tekst, wij hebben deze alsnog geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (bijlage, p. 8) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
EEN EN TWINTIGSTE DEEL.
NIEUWE REEKS, DERTIENDE DEEL.
BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1902.
[pagina II]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
j. verdam, Nieuwe Middelnederlandsche fragmenten | 1 |
j.h. gallée, Nog eens henne-hunne | 34 |
j.w. muller, Gewel | 35 |
j.j. salverda de grave, Bijdragen tot de kennis der uit het Frans overgenomen woorden in het Nederlands. -
De franse i in het Nederlands |
38 |
c.g.n. de vooys, Een ongedrukte bundel refereinen van 1524 | 66 |
j.w. muller, Bontsche maat (Naschrift op Dl. XX, 210) | 117 |
w.l. van helten, Naar aanleiding van den Vierden Martijn, vss. 742-'4 | 119 |
w.l. van helten, Het slot van den Esmoreit | 121 |
hj. psilander, Ooit | 123 |
j. gimberg, Bijdragen tot de Middelnederlandsche woordkunde | 131 |
g.j. klokman, Zoo koud als een bot. | 146 |
a.e.h. swaen, Starters Boet-sangh | 149 |
r.p.j.m. bouman, s.j., Een klein middelnederlandsch gedicht. | 151 |
j. vercoullie, Emmerappel | 153 |
h. kern, Waldensine, waldandsini | 155 |
f.a. stoett, H.L. Spieghel's Zinspel Numa ofte Amptsweygheringe | 156 |
s. muller hzn., Uxalia, Terschelling | 172 |
y.h. rogge, De Klucht van de Koe | 173 |
y.h. rogge, Bijlage. Verhaal van Smetius | 177 |
[pagina IV]
Bladz. | ||
---|---|---|
w. de vries, Eenige opmerkingen naar aanleiding van J. te Winkel, De Noordnederlandsche Tongvallen, Afl. 2 | 178 | |
w. de vries, Naschrift | 185 | |
a.e.h. swaen, Nogmaals Starters Friesche Lusthof | 186 | |
a. borgeld, Gewel | 196 | |
n. van wijk, De Nabalia | 197 | |
c.g.n. de vooys, Middelnederlandse spreekwoorden | 202 | |
j. verdam, Een nieuw fragment van Van den Levene ons Heren | 205 | |
r. priebsch, Zwei neue fragmente aus Jan de Clerk's Dietsche Doctrinale | 227 | |
f.a. stoett, Boomsche Maat | 238 | |
f.a. stoett, Bladvulling (perduic; polverduyc) | 240 | |
j.a. worp, Vondel's Maria Stuart en G. Camdeni Annales | 241 | |
jos. schrijnen, Benrather-, Uerdinger- en Panninger-linie | 249 | |
w. zuidema, Theodore Rodenburgh | 253 | |
I. Zijn leven | 253 | |
II. Zijn werk | 263 | |
j.j. salverda de grave, Bijdragen tot de kennis der uit het Frans overgenomen woorden in het Nederlands | 297 | |
peter van meurs, Het Bree | 315 | |
j.w. muller, Polverduic | 317 | |
a. beets, Onvisch; omvisch | 318 |