Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 19
(1900)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 244]
| |
Mnl. sies.Het is, zoover ik weet, niet algemeen bekend en mag daarom hier even opgeteekend worden dat mnl. sies, in den Parthonop. (ed. Bormans) 1132, 1160, 1163 voorkomende als benaming eener soort van jachthond (naast bracken en winde), en later ook gevonden in de Darmstadtsche fragmenten van Reinaert I (vs. 2674 = 1 1311: catulus sagax)Ga naar voetnoot1), hetzelfde woord is als ofr. sëusGa naar voetnoot2), mhd. sûseGa naar voetnoot3), ohd. siusi (of siusjo), siusoGa naar voetnoot4), mlat. (canis) Segusius, seusius, siusiusGa naar voetnoot5) enz., hond uit Segusium (thans Susa, in Piemont), waaruit ook it. segugio. Het is een zeer oud woord, reeds in de Lex Salica voorkomende; wegens de gelijkluidendheid van zijn naam met dezen hondennaam schijnt den bekenden Heinrich Suso de bijnaam Segusius gegeven te zijn (zie Martin, Neue Fragm. enz. 29).
Leiden, September 1900. j.w. muller. |
|