Eenendartich (Bredero, Moortje, 3151).
‘Die heeft al eenendartich’ beteekent blijkbaar: die heeft al afgedaan; verg. op de overeenk. plaats bij Terentius: miles pellitur foras, en voorts uit v. Santen's Snapp. Sytg.: ‘By myn heeft hy ook al een-en-dertich, ... ick geef hem de mompen en laat hem loopen.’
Misschien heeft men te doen met een nummer uit een spel. En dan ligt het meest voor de hand no. 31 van het Ganzenbord, ‘de Put,’ een slecht nummer gelijk bekend.
Warffum.
g.a. nauta.