Guarand, grand.
Ook nog uit de volgende plaats is het bewijs te putten dat de gelijkstelling van garant, grant en granje (zie Taal- en Letterb. II, 277 of M. de Vries, Verspr. Taalk. Opstellen, 182 alsmede de aankondiging van dit werk door Dr. A. Kluyver in Museum 1894, kol. 315) volkomen in den haak is.
Door zijne intriges heeft in Alewijn's blijspel ‘Philippyn, Mr. Koppelaar’ deze hoofdpersoon den rijken lakenkooper, Jeroen Vettelafoesje, misleid en, zoodoende, een huwelijk tot stand gebracht tusschen diens zoon en de dochter van diens buurman. Jeroen zegt aan het slot:
Nu de koe zo wel op haar rechte zij gevallen is, en myn eer buiten gevaar, Zo wensch ik je altezaamen veel geluk. Doch wacht uw loon, Philippyn, Meester Koppelaar;
waarop deze antwoordt:
Stel jou hoofd maar gerust, Sinjeur Vettelafoesje, ik zal mijn guarand aan de jonge lieden wel weeten te vinden.
Het woord guarand heeft hier juist de beteekenis van ‘satisfactie, hetgeen men rechtens te vorderen heeft, wat iemand toekomt’ als grand in ‘Den Vermakelijken Avanturier’, I, 302 (aangebaald Wdb. d.N.T. 5, 569).
p.h. van moerkerken.