De ONL. psalmvertaling.
Ter aanvulling van blz. 146 vlg.
Wanneer de boven op bl. 140-142 als juist vermelde lezingen juist zijn, moet hetgeen op pag. 157 noot 2 omtrent uuorthan als mfrk. residuum en pag. 169 omtrent liothte als schrijfof leesfout is opgemerkt, natuurlijk vervallen, terwijl we in uuanun 68, 36, en uuāren 64, 4, respectief een wederga zouden verkrijgen van thurouuanon en farnāmen (z. pag. 148 en 162). Tot de gevallen, boven bl. 164-170 vermeld, is nog te brengen de uit j vóór i ontwikkelde g, die men zoowel in mfrk. als in nfrk. bewijsplaatsen aantreft: begigan confitebor gl. 86 (uit ps. 9, 2; verbeter hiernaar beian gl. 85, uit ps. 7, 18, in begian) en begian gl. 87 (uit ps. 78, 13), gl. 84 (uit ps. 91, 2), begihte gl. 83 (uit ps. 94, 2).
Groningen.
w. van helten.