| |
Tijdschriften
Bulletijn van den Geschied- en Oudheidkundigen kring, te Kortrijk, I, 1 -. 1903 -.
In de eerste aflevering van het bulletijn van dezen pas gestichten kring, plaatst A. de Poorter eene bijdrage naar aanleiding van een paar door hem, in de verzameling Goethals-Vercruysse teruggevonden bladzijden, nota's van Judocus Andries, die, tijdens zijn langdurig verblijf te Brugge, gelegenheid had een en ander te vernemen omtrent Broer Cornelis en de hem zoolang - ten onrechte, heeft reeds wijlen Arnold betoogd - toegeschreven Sermoenen, welke eigenlijk het werk zijn zouden van Jan de Casteele, pastoor van St-Jacobskerk te Brugge, die tot het Calvinisme overging, en van den beroemden Hubert Goltzius. De zegslui van J. Andries waren Mr. J.B. van Belle, raadsheer, griffier en eersten pensionaris der stad Brugge, Bernard van der Straeten, meermaals schepene en tresaurier aldaar, en Joannes van der Straeten, van het klooster der Minderbroeders te Iperen.
Vooral de getuigenis van B. van der Straeten is belangrijk. Zijne moeder, verklaart hij ‘quae centies et centies Broer Cornelis audivit concionatorem, dixitomnia esse falsa quae de illo sparsa et impressa sunt. Idem asseveravit quaedam persona fide digna quae illum audivit triginta et amplius annis ad populum verba habentum.’
Een ongenoemde heeft aan J. Andries verklaard dat hij Broeder Cornelis op zijn doodsbed hooren zweren heeft ‘in fide sacerdotis’ dat volkomen valsch was ‘quae de se sparsa et impressa fuerunt scandalosa, impudica, irreligiosa, facinorosa, aut statum suum infamantia.’ En Broeder Joannes van der Straeten voegt daarbij: ‘Broer Cornelis fuit optimi atque integerrimi apud suos patres fratresque conventuales nominis atque famae, qui omnia illa scripta et dicta contra Broer Cornelis habent pro falsissimis’.
| |
Bulletin uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond. 4e jg., nr 6.
Blz. 201-204 Notulen van de Algemeene Ledenvergadereng van den Bond, te Zutphen gehouden den 4 Juli 1903.
Blz. 208-215 Berichten over Nederl. Musea.
| |
Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis. 1903, afl. 2.
H.U. Meyboom, Nieuw licht over de Anatolische kerk. - H.C. Rogge, De vervolging der Waldenzen in 1655 en 1656.
S. Muller Fz., De invoering van het burgerlijk huwelijk te Utrecht. - W. Meyer, De verwording van het Christelijk letterteeken (met dezen bijna onbegrijpelijken titel wordt bedoeld: de vervormingen van den siglus XPC). - Twee brieven van Johannes Wtenbogaert, medegedeeld door H.C. Rogge. - Bibliographie.
| |
Nederlandsch Archievenblad, Orgaan van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland. Redacteur: Mr. R. Fruin, rijksarchivaris te Middelburg XI, 1902-03. - XII, 1903-04, 1.
Gaarne wordt door ons dit uitmuntend tijdschrift allen belangstellenden, vooral in Zuid-Nederland, ter kennismaking aanbevolen. Zeker behoort het archiefwezen op een ander gebied dan het boek- en bibliotheekwezen en beide moeten dan ook gescheiden blijven. Evenwel is er verwantschap en menig gemeenschappelijk belang.
Het Nederlandsch Archievenblad is - wat men wellicht van zulk vakblad niet in de eerste plaats zou verwachten - niet alleen een hoogst belangrijk, maar ook een oprecht levendig geredigeerd tijdschrift, dank zij vooral den persoonlijken, nooit dorren, steeds opgewekten schrijftrant van den welbekenden Utrechtschen archivaris Mr. S. Muller Fz., die degelijk en geleerd weet te zijn zonder droogheid noch schoolvosserij. Flink vooruitstrevend is de geest die al zijn werk ademt. Zelf blakend van werklust weet hij ook anderen door zijn voorbeeld te bezielen.
Wij hopen dat dit tijdschrift ook in Zuid-Nederland spoedig meer bekend worde
| |
| |
en medewerkers vinde, wat, spijtig genoeg, tot heden niet het geval is. Moge het worden het orgaan voor archiefwezen in de thans gescheiden Nederlandsche gewesten, die niet alleen op taalgebied, maar ook historisch, en vooral door wederzijdsche sympathie, zóóveel gemeens hebben.
Uit den inhoud van den afgeloopen jaargang teekenen wij de volgende bijdragen aan:
De elfde jaarvergadering, gehouden te Groningen op 5 Juli 1902. - Toespraak van den Voorzitter, Mr. S Muller Fz. - Over het Zapon, door Mr. M. Schoengen. - De gemeentearchieven in 1901, door Mr. J.G. Ch. Joosting. - Bibliographie der werken van Nederlandsche archivarissen over 1901, door Dr. H. Brugmans. - De oude doop-, trouw-, en begraafboeken, door Mr. R. Fruin. - De derde Archivtag te Dusseldorp, door Mr. S. Muller Fz. - Het Krijgsgeschiedkundig archief. - De archieven der Nederlandsche Hervormde Kerk in 1902. I-III. - Literatuur-kroniek, door Dr. E. Wiersum. - Verslag van Dr. Sello's lezing over Zapon op den dritten Deutsch en Archivtag te Dusseldorp, door Dr. M. Schoengen. - De krijgsgeschiedkundige nasporingen te Gouda, door Dr. L.A. Kesper. - Repliek aan den heer Mr. R. Fruin, Rijksarchivaris in Zeeland, door J.C.H. Matile. Met antwoord van Mr. R. Fruin. - Zorg voor de bewaring der kerkelijke archieven in de classis Walcheren omstreeks 1789, door F. Caland. - Boekbesprekingen (o.a. over ons tijdschrift, door Mr. R. Fruin) enz.
De 1e aflevering van den 12n jaargang bevat de volgende bijdragen:
Ledenlijst van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland - In memoriam H. de Jager. - De twaalfde jaarvergadering. gehouden te Delft op 10 Juli 1903. - Toespraak van den Voorzitter Mr. S. Muller Fz. - S. Clason, Archiefgebouwen en archiefinrichting, vertaald door Mr. A. Melting. - De krijgsgeschiedkundige nasporingen te Gouda, door J. Tersteeg. - Id. door F. de Bas. - Antwoord aan den heer F. de Bas, door L.A. Kesper. - Kleinere bijdragen. - De archieven der Nederlandsche Hervormde Kerk in 1903. I. - Bibliographie der werken van Nederlandsche archivarissen over 1902, door Dr. H. Brugmans. - Dr. E. Wiersum, Boekbespreking. - Literatuur-kroniek.
| |
Oud Holland. 1903. XXI, 2.
Blz. 85-110. Dr. Marten Rudelsheim. Lucas d'Heere. Aan dit lezenswaardig opstel, waarin de schr. nader licht wil verspreiden aangaande d'Heere's overgang tot het protestantisme, worden als bijlagen drie Nederlandsche gedichten van den bekenden dichter-schilder medegedeeld, welke in het ter Gentsche univ. bibl. berustende handschrift van Rotarius voorkomen. Twee daarvan waren tot nu toe onuitgegeven. Alle drie zijn uiterst interessant en belangrijk voor de kennis van den schrijver en de geschiedenis der Nederl. letteren in de 16e eeuw.
In de Mededeelingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Nr 2, Oct. 1903, blz. 27) bespreekt de algemeene secretaris dier maatschappij Bruinwold Riedel aan de hand van Dr E. Schultze het nut van volksbibliotheken met leeszalen.
Conclusie: In Duitschland heeft de behoefte aan goede uitleen-bibliotheken zich veel sterker doen gevoelen dan die naar leeszalen.
Die ervaringen komen, naar de heer Bruinwold Riedel meent, vrijwel overeen met die welke tot heden in ons land met leeszalen opgedaan werden. Volksbibliotheken in hunnen ouderwetschen vorm, uitleenend zonder meer, zijn voor de ontwikkeling van het volk door lectuur practisch meer doeltreffend dan de moderne leeszaal. Hierover zou echter nog wel wat te zeggen zijn, dunkt ons.
In de Novemberaflevering van het Tijdschrift der maatschappij van nijverheid publiceert de heer J.J. Verwijnen een tabellarisch overzicht van 147 Nederland-landsche, Fransche, Duitsche en Engelsche periodieken, in hoofdzaak zich bewegende op het gebied der bouwkunde, hygiene, werktuigkunde en electrotechniek, met vermelding in welke der 12 geraadpleegde Noordnederlandsche bibliotheken zij aanwezig zijn. Een nuttig bibliographisch werk is daarmede verricht.
| |
Revue des Bibliothèques et Archives de Belgique. I, 2-5.
A. Wotquenne, Etude sur l'Hortus Musarum de Pierre Phalèse. Nauwkeurige beschrijving van dit belangrijke werk, waarvan slechts twee exemplaren bekend zijn.
H. Nélis, Les Archives des prieurés de Val-St-Martin, à Louvain et de Trône-Notre-Dame, près de Grobbendonch. Overzicht eener verzameling archiefstukken van de beide genoemde kloosters, welke de heer E van Even, de welbekende Leuvensche archivaris, in 1854 te Leuven kocht (tijdig genoeg om ze voor algeheele vernietiging te vrijwaren) en thans aan het Algemeen Rijksarchief te Brussel heeft overgedaan.
Daaronder zijn uit een palaeographisch
| |
| |
standpunt vooral belangrijk 211 professie-brieven in de 15de en 16de eeuw in het scriptorium van Sint-Martensdaal geschreven door de nieuw geprofesten zelven, maar niet door hen gedagteekend: toch is de datum der professie door een gelijktijdige hand op den rug geschreven
R. van Bastelaer, La gravure primitive et les peintres de l'école tournaisienne.
J. Vannérus, Ce que l'on trouve dans les reliures des anciens registres. Bericht aangaande fragmenten van oorkonden, handschriften en drukwerken, die in den band van oude registers gevonden werden, en raad aan de archivarissen, dergelijke nasporingen niet te verwaarloozen. Een dezer vondsten bestond uit een Nederlandschen almanak voor het jaar 1571, in-plano gedrukt, berekend door Meester Joachim Hubrechtsen van Bieselingen, geneesheer te Middelburg in Zeeland.
A. Delstanche, Pierre Caron relieur gantois du XVIe siècle. Een zeer belangwekkend artikel, de vrucht van uitgebreid en nauwkeurig onderzoek, waaruit blijkt dat Pierchon Caron, de maker van een fraaien band die gereproduceerd is, en Pierre Caron, een binder van wien reeds een paar banden bekend waren, een en dezelfde man is.
A. Tiberghien, Quelques mots sur les commencements de la typographie russe; la seconde impression moscovite: 1564-65 Naar aanleiding van een zeldzaam Russisch getijdenboek (het tweede werk dat te Moskow gedrukt werd), waarvan een exemplaar berust op de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.
J. Vannérus, Le dépòt des archives de l'état à Anvers. Algemeen overzicht der verzamelingen waaruit het jongste der Belgische Rijksarchieven bestaat.
F. Alvin, Le Cabinet des médailles de l'Etat à la Bibliothèque royale. Suite. Overzicht der Italiaansche stukken welke het Brusselsch muntenkabinet bezit.
P. Bergmans, La Bibliothèque du Comte de Nédonchel. Verslag van de veiling dezer bibliotheek.
S. Grosjean, La Bibliothèque de Henri Delmotte. Idem.
L. Paris, Les Bibliothèques allemandes depuis trente ans. Leur situation financière. Referaat van het bekende geschrift van Adalbert Roquette. Die Finanzlage der deutschen Bibliotheken (Leipzig, 1902).
Ch. Sury, La Bibliothèque de l'Institut de Sociologie Solvay.
H. Bosmans, S.J., Sur un pamphlet concernant les travaux à effectuer au port d'Ostende, publié en 1660 à Bruxelles. (Fonds van Hulthem, nr 26610, bevat geschreven randaanmerkingen van den wiskundige Michel-Florent van Langren).
L. Paris, La Bibliothèque Wittert (thans in de Univ. bibl. te Luik. Een zeer goede ontleding.
Victor Tourneur, Le Catholicon breton.
Verder boekaankondigingen, overzicht der tijdschriften, kroniek, alsook verschillende opstellen die meer archiefwetenschap betreffen.
| |
Bulletin de l'Institut international de Bibliographie. Année 1903, fasc 1-3
Blz 5-8. H La Fontaine, Bibliographia Bibliographica. Répertoire annuel des travaux de bibliographie, année 1901.
Blz. 125-147. P Otlet, Les Sciences bibliographiques et la documentation
| |
Le Bibliographe moderne. 1903, nos 38 et 39.
H.F. Delaborde, Le plus ancien inventaire des registres du trésor des chartes et les registres de chancellerie. Deze tot nog toe onbekende inventaris, die in de Archives Nationales berust, werd ca. 1350 op een rol geschreven De uitgave is zeer zorgvuldig gecommenteerd.
F. Gerbaud, La papeterie de Buges en 1794. Deze papierfabriek was eene der vier, waar het assignatenpapier gemaakt werd.
L. Lecestre, Table de la ‘Chronologie militaire’ de Pinard.
Ch. Enschedé, Le premier ouvrage imprimé de Gutenberg d'après Otto Hupp. Vertaling van het stuk dat verscheen in het Nieuwsblad van den Boekhandel, 1902, nos 61, 62, 63.
P. Anauldet. Inventaire de la bibliothèque du château de Blois en 1518 (suite).
Alfr. Leroux, Comment on déménage un dépôt d'archives.
| |
Bibliothèque de l'École des Chartes. 1903. LXIV, 1-2.
Blz. 217-220. Comité de défense scientifique. Onder deze benaming is een comité tot stand gekomen, dat op 15 Mei ll. zijn statuten publiceerde. In den begeleidenden brief wordt gezegd dat het Comité met verontrusting heeft vastgesteld dat de benoemingen in archieven, bibliotheken en musaea gedaan, niet steeds oordeelkundig gebeuren, d.w.z. dat de ambten niet steeds toevertrouwd worden aan bevoegde personen. Langs wetgevenden weg willen de onderteekenaars, waaronder verscheidene leden van het Institut, te keer gaan dat op die wijze die belangrijke instellingen slecht beheerd of verwaarloosd zouden worden.
| |
| |
| |
Centralblatt für Bibliothekswesen. XX. 4-11.
M. Manitius, Ungedruckte Bibliothekskataloge (vervolg). - K. Schulz, Zur Geheimhaltung des Börsenblaites für den deutschen Buchhandel. - P. Schwenke, P. Dziatzko (een warm geschreven In memoriam).
M. Manitius, Ungedruckte Bibliothekskataloge (slot). - A. Reuter, Berichte und Urkunden aus dem italienischen Feldzuge Karls VIII in einem Wiegendruck. - Otto Hupp, Das Gutenbergische Missale (naar aanleiding van Zedler's aankondiging van Hupp's Gutenbergs erste Drucke; Hupp blijft op zijn standpunt, en tracht de bezwaren van Zedler te ontzenuwen; deze antwoordt in het onmiddellijk volgend stuk). - G. Zedler, Das Rosenthalsche Missale speciale.
A. Avetta, Secondo contributo di notizie bibliografiche per una bibliografia dei codici mss. della Bibliotheca Nazionale di Torino. - F. Eichler, Quellensammlung zur Geschichte des deutschen Bibliothekswesens (voorstel tot het op touw zetten en bewerken van een Corpus bibliothecarum germanicarum, waarin zouden opgenomen worden: 1o katalogen van bibliotheken die vroeger bestonden of nog bestaan; 2o mededeelingen over boeken, die privaat eigendom waren, over schenkingen en aankoop van boeken; 3o oorkonden betreffende het bestaan of het inrichten en het benuttigen van bibliotheken, reglementen en derg. Alles alleen met het oog op Duitschland). - O. Hartwig, Marie-Léontine-Catherine Pellechet (hoogst belangwekkende necrologie).
P.E. Richter, Die Regelung der Oberaufsicht über kirchlichen Bibliotheken im Königreich Sachsen. - R. Schmertosch von Riesenthal, Die Pirnaer Kirchenbibliothek mit ihren Handschriften und Inkunabeln. - Eb. Nestle. Die erste Lutherbibel mit Verzählung. - Eb. Nestle, Zum Verzeichniss der griechischen Handschriften der K. Universitätsbibliothek in Tübingen. - L. Cohn, P.E. Richter u A. Hofmeister, Tycho Brahes Astronomiae instauratae Mechanica von 1598. - G. Kohlfeldt, Der Lübecker Vikar Conrad Stenhop, ein mittelalterlicher Illuminator und Büchersammler. - Kurt Tautz, Das dem Reichsamt des Innern unterstellte Deutsche Bureau der internationalen Bibliographie in Berlin. - Ad. Hofmeister, Ein Vorschlag zur Güte. - X.Y., Die Subalternbeamteu in Bibliotkeksdienst (lezenswaardig). - G.A. Crüwell, Die niederösterreichische Reformatious-Druckerei. - O. Hartwig, Marie Pellechet (belangrijke mededeelingen aangaande hare afkomst, naar aanleiding en ter aanvulling van A.M.P. Ingold, Notice sur la vie et les ouvrages de Marie Pellechet). - Otto Klee, Noch einmal die Kleriker (naar aanleiding van de vraag, of Peter Schöffer al dan niet tot den geestelijken stand behoorde). - F. Falk, Nachträge und Korrekturen zu Pellechet, Hain und Anderen.
J. Haller, Paleographisches (Aankondiging van den Deenschen Palaeografisk Atlas, van de Monumenta Palaeographica van Chroust, en van de Lateinische Paläographie van Franz Steffens. Dit laatste werk wordt niet zeer gunstig beoordeeld). - P.E. Richter, Cruselius-Cuselius-Kuselius-Küsel-Küselen-Kuselins-Kusel-Kusel-Küssel. - B. Albers, Zwei unveröffentliche Bücherverzeichnisse aus dem XI. und XIII. Jahrhundert. - Eb. Nestle, Irreleitende Titel. - G. Kohfeld, Einige Fälle von Inkunabel-Doppeldrucken. - G. Zedler, Peter Schöffers und seiner Söhne Konflikt mit dem Könige von Frankreich
O. Grundtvig, Gedanken über Bibliographie (over de nooden van de bibliographie). - J Hilgers, Indices verbotener Bücher aus dem 16. Jahrhundert. - O. Hartwig. Nachtrag zum Nachtrag (brief van Ingold over M. Pellechet). - Wolter, Russische Bücherraritäten. - W. Schmidt, Zum Verzeichnis der Tübinger griechischen Handschriften.
G. Zedler, Ueber die Donat- und Kalender-type. - Falk, Der ‘Pilger’ im Wappen des Gänsefleisch zu Mainz in rechter Deutung. - Paul Hirsch, Verein deutscher Bibliothekare (verslag over de 4e jaarvergadering te Halle op 5 en 6 October jl.).
De redacteur O. Hartwig, die met zooveel gezag nu 20 jaren lang het bekende Duitsche vakorgaan bestuurt, meldt in eenige bescheiden slotregelen, dat hij te beginnen met den 21n jaargang een welverdiende rust verlangt te nemen en den redacteurspost overlaat aan den heer Dr. Paul Schwenke, den afdeelingsdirecteur der Berlijnsche Koninklijke Bibliotheek Bij onze welgemeende hulde aan den aftredenden redacteur, aan wiens onvermoeide zorg en toewijding het tijdschrift alles te danken heeft, voegen wij volgaarne een woord van verwelkoming tot den nieuwen bestuurder, wiens behulpzaamheid en erkende kunde onze redactie reeds meer dan eens heeft kunnen waardeeren.
|
|