Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang 1
(1903)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschriftenOud Holland, xxi, 1.Blz. 1-21: H.N.J. van Eelde. (bezorgd door Mr. S. Muller Fz.) Jacob van Driebergen, zijn portret en zijne bibliotheek. Een aantrekkelijk geschreven stuk betreffende een kanunnik der Sint-Janskerk te Utrecht, wiens testament dd. 6 Maart 1509, berustende onder de charters van het kapittel van St-Jan (Rijksarchief, aldaar), en waarin een legaat van boeken voorkomt, wordt medegedeeld. De plaats betreffende dit legaat schrijven wij af, met de identificeerende noten van den schrijver:
| ||||||||||
[pagina 253]
| ||||||||||
Naar aanleiding van dit boekenlegaat zegt schrijver: ‘.... het meest zal toch misschien de aandacht trekken de lange lijst van incunabelen (want het zijn zonder twijfel allen werken uit de oudste periode der drukkunst), die hij bij wijze van vergoeding aan de kerk vermaaktGa naar voetnoot(8); niet alleen om de zeldzaamheid en het belang der opgenoemde geschriften, maar ook omdat zij ons den bezitter in een heel ander licht vertoont. Dat een kanunnik, die al niet beter was dan zijne medemenschen en van wien men geen enkele reden heeft om aan te nemen dat hij door bijzondere geleerdheid uitmuntte, die niet eens den onder zijn collega's lang niet zeldzamen meestertitel droeg, dat zoo iemand eene uitgebreide boekerij bezat in een tijd, toen zulke werken nog tot de kostbaarheden behoorden, is een verrassend feit, dat een gunstig denkbeeld geeft van de kanunniken in het algemeen en van het standpunt, dat zij innamen in de samenleving hunner dagen...’ ‘... Toch is de opgave van het testament niet volledig, en heeft Jacob van Driebergen nog andere boeken in zijne bibliotheek gehad...’ Immers in het protocol van den notaris, waarin de uitvoering van het testament beschreven staat, komt de volgende plaats voor: ‘Anno 1509 die vero mensis Augusti, hora primarum, domini et magistri Jo. de Amerongen et Theodricus Liverjan, ut executores testamenti domini Jacobi de Driebergen, traddiderunt et assignarunt capitulo capitulariter congregato legata per eundem dominum Jacobum ecclesie S. Johannis Traiectensis, infrascripta scilicet: Maiores chronicas cum ymaginibus impressisGa naar voetnoot(1), Sermones quadragesimales Thesauri noviGa naar voetnoot(2), Sermones domini Roberti de Licio de laudibus sanctorumGa naar voetnoot(3), Petrum de CrescenciisGa naar voetnoot(4), Malleus malleficarumGa naar voetnoot(5), MamotractusGa naar voetnoot(6), et alium quemdam librum papireum cum rigmatibus scriptum, et ymaginem ipsius domini Jacobi depictam’ enz. Schrijver waagt de gissing dat er tusschen kapittel en executeurs een transactie moet hebben plaats gehad, maar klaar te brengen is het niet, of het testament ja dan neen trouw uitgevoerd is geworden. Het portret waarvan in het laatste citaat sprake is, en waarvan een reproductie | ||||||||||
[pagina 254]
| ||||||||||
bij het besproken opstel gevoegd is, hangt sedert onheuglijken tijd in de vergaderkamer van kerkvoogden in de Janskerk te Utrecht. | ||||||||||
Académie royale de Belgique. Bulletin de la classe des lettre[s], etc. 1904, no 5.Blz. 398-401. Jaarverslag van den heer van der Haeghen over de werkzaamheden der commissie voor de uitgave der Biographie nationale, gevolgd door de lijst der medewerkers. | ||||||||||
Académie royale d'Archéologie de Belgique. Bulletin 1902. VIII.Blz. 574-608. Paul Bergmans. L'organiste des archiducs Albert et Isabelle, Peter Philips (Petro Philippi). Bio- en bibliografische mededeelingen, waarin buiten de afzonderlijke werken van den musicus, ook voorkomen de uitgaven waaraan hij medewerkte, de moderne heruitgaven en de nog voorhanden hss. | ||||||||||
Archives de la Société des collectionneurs d'exlibris et de reliures historiques. V, 7, Juillet 1903.Blz. 108-110: Benj. Linnig. Ex-libris de Jean-Baptiste van Brouckhoven, de Jacques van Parys et de Jean-Baptiste van Parys (Anvers), met twee reproducties. | ||||||||||
Petite Revue illustrée de l'Art et de l'Archéologie en Flandre. IV, 4. 28 janvier 1903.Verslag over de alg. vergadering van den Gentschen Geschied- en Oudheidkundigen Bond van 17 Februari ll., waar Prof. Pirenne den tekst meedeelde van den eenigen bekenden brief van Jacob van Artevelde. Die brief werd onlangs gepubliceerd door den Franschen geschiedschrijver Eug. DeprezGa naar voetnoot(1), die hem gevonden had in het archief van het Record Office te Londen. Het stuk is in 't Fransch geschreven, dat in de 14de eeuw de officieele taal van Engeland was. Jacob van Artevelde richtte hem tot Edward, graaf van Cambridge, zoon van den Koning van Engeland. Hij is gedagteekend 11 Januari. Van welk jaar? De heer Deprez zegt: 1340. De heer Pirenne stelt het jaartal 1344 voor. Ziehier den tekst van het belangrijke dokument: 11 janvier [1344].
Tres nobles princes, les novelles qi sont en Flandres ai je escript à Kateline, ma compaignesse, pour les montrer à madame la Royne: [ ] S'il vous les plaise à oyr. Tres cherz princes, vueillies tant faire que les archers qui sont en Flandres aient de quoi vivre selonc [ce] que je vengne contre les anemis le Roy monseigneur Vostre père, car ils n'ont rien à despendre; et quant que j'ai au monde, ai despendent pour tenir les guerres contre les dis anemis. Nostre Seigneur Dieuz vous vuelle garder en cors et en ame et vous doinst bonne vie et longhe, [Escrit] le XIe jour de janvier. Vostre humble subject Jaqe d'Artevelde bourgeois de Gand appareillies à tous voz commandements et plaisirs.
(Public Record Office. Ancient correspondence. XLI, no 166). | ||||||||||
Revue bibliographique belge. XV, 2 28 févr. 1903.Verschillende kleine berichten, waarvan wij de volgende aanhalen: Le format des livres. De Best. Commissie van het intern. congres der uitgevers te Bern sprak onlangs den wensch uit dat voortaan het formaat der boeken in centimeters zou aangeduid worden, om uit de schromelijke verwarring te geraken die thans in de bibliographie heerscht. La Reliure, orgaan van Parijsche boekbinders, spreekt in dien zin. Les manuscrits de Heinrich Heine. Bij den dood des dichters, in 1855, was een deel zijner literaire nalatenschap - gedenkschriften, briefwisseling en onuitgegeven werken - zoek geraakt. Volgens een bericht in een Duitsch orgaan (welk?) werden die thans weergevonden en tegen 30,000 fr. te koop geboden. De dokumenten zouden bestaan uit 300 brieven aan Heine gezonden door bekende schrijvers, 250 stukken in poëzie en proza, waaronder enkel een 30tal onuitgegeven. Une nouvelle générosité de Andrew Carnegie. In Juni ll. schonk de Amerikaansche millioenenkoning 100,000 dollar aan de Amerikaansche vereeniging belast met het opmaken van catalogi en andere bibliographische uitgaven. Het congres te Magnolia (Mass. U.S.) waar 900 bibliothecarissen vergaderden, kreeg het eerste bericht van die nieuwe gift.
|
|