Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang 1
(1903)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen over bibliothekenAntwerpen. Stadsbibliotheek (Conscienceplein). -In het jaar 1902 werd de leeszaal bezocht door 10.741 personen; 9.796 hunner namen aldaar inzage van 11.004 werken in 30.766 deelen; aan de 945 andere werden 1.134 werken in 1.462 deelen uitgeleend. Te zamen 12.138 werken in 32 228 deelen. Onder de 845 personen die de bijzondere toelating om boeken te ontleenen bezitten, hebben 166 er van gebruik gemaakt. De gelezen werken laten zich verdeden als volgt:
De aanwinsten en de geschenken gedurende het jaar 1902 worden vermeld in de onlangs verschenen en rondgezonden alphabetische lijst (29 blz. 8o, vermeldende 436 werken in 485 deelen), alsook in het jaarbericht dat in het algemeen stadsverslag verschijnen zal. De boekerij bevat 59.411 deelen, met inbegrepen de verzameling van het Paleontologisch Genootschap, noch de dubbelen en de niet-ingebonden of ter inbinding gegeven werken, enz., te zamen ongeveer 7.000 stuks. (Officiëel verslag). Als bibliothecaris is afgetreden de heer Dr. C.J. Hansen. Het gemeentebestuur heeft, op 29 Juni, in zijn plaats den heer Frans Gittens benoemd. | |||||||||||||||||||||||||
Brussel.Einde Maart van dit jaar is verschenen: Rapport adressé à M. le Ministre de l'Intérieur et de l'Instruction publique sur la situation de la Bibliothèque Royale durant l'année 1899 par M. Ed. Fétis, conservateur en chef. (Bruxelles, Alliance typographique: A.-R. de Ghilage & Cie. 1900). 8o, 73 blz. Bespreking in ons volgend nummer. | |||||||||||||||||||||||||
Gent. Universiteitsbibliotheek. -Zinrijk is het ex-libris dat het Bestuur der Gentsche Universiteitsbibliotheek heeft laten maken voor de twee groote geschenken welke deze instelling kort geleden ontvangen heeft, te weten: een legaat van wijlen Prof. Soupart en een ander van wijlen Prof. Motte. Beide ‘herkenningsteekens’ zijn nl. voorzien van het portret der schenkers. Een dergelijk ex-libris is ook gemaakt voor de talrijke boeken welke geschonken worden door den Gentschen uitgever en drukker H. van der Schelden, die, behalve andere geschenken, een exemplaar zendt van elk werk dat bij hem gedrukt wordt. Het vernuftig denkbeeld van den bestuurder der Gentsche Universiteitsbibliotheek verdient zeker alle hulde en - navolging. | |||||||||||||||||||||||||
's-Gravenhage en Utrecht.De heeren dr. Byvanck, directeur der Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, Van Someren, bibliothecaris der Rijksuniversiteit te Utrecht en Van Lokhorst, rijksbouwkundige te 's-Gravenhage, zijn naar Duitschland vertrokken om een studiereis te doen in verband met de voorgenomen verbouwing van de Koninklijke | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||
Bibliotheek en van de Bibliotheek der Utrechtsche Rijksuniversiteit. (Nieuwsblad voor den Boekhandel, 29 Mei). | |||||||||||||||||||||||||
Groningen. - Aanwinsten van de Handschriftenverzameling der Universiteitsbibliotheek.Sedert het verschijnen van den ‘Catalogus codicum manu scriptorum... auctore H. Brugmans’ in 1898, is de verzameling handschriften der Groningsche Universiteitsbibliotheek met eenige nummers verrijkt. Daar de uitgave van een ‘Supplementum’ allicht nog eenigen tijd op zich zal laten wachten, komt het mij niet ondienstig voor, hier even op de belangrijkste aanwinsten uit den laatsten tijd te wijzen. Onder Theologie is vooreerst te noemen een hs van 248 fol. (10,4 × 15,8) met roode initialen en opschriften, 16e eeuw, getiteld: Een devoet boecken van veel geestelicke oeffeninghe doer den dach ende die weecke ghenomen ende verghaedert wt die heyligc leeraers der heylige kerck doer Meester Jan Pieterson Raesch baccalaureus in der godhz. Begin op fol. 2: Ghelick den mensch naet beelt... Fol. 191: Hier nae volcht een oeffeninge van dat hoeghe waerdijghe heylijghe Sacrament... Slot op fol. 248v.: met god vereenicht in der ewicheijt amen. Op een schutblad voorin staat: Elisabet Jan Sasboutz dr. Verder zijn te vermelden: De 150 Psalmen Davids in Digtmaat door P. Hulsius (1653-1712, was Theol. Prof. te Groningen), een hs. van 367 fol. (16 × 19,3), en het tweede deel van een in 't Latijn geschreven Liber de Wesseli Gansfortii vita et meritis, 182 fol. (21 × 34), met aanteckeningen, waarbij 2 brieven van prof. H.W. Tydeman aan Mr. Jac. Scheltema. Het eerste deel van dit werk van W Muurling (1805-1882, was Theol. Prof. te Groningen) verscheen in 1831 te Utrecht in druk. Belangrijker is een aanwinst uit de nalatenschap van prof. dr J. Reitsma (1837-1902, in leven Theol. Prof. te Groningen): een Verzameling van stukken en aanteekeningen voornamelijk betreffende de geschiedenis van Friesche kloosters en van de Friesche kerk in 't algemeen. 't Zijn papieren van verschillende vorm en grootte, los of gebonden, in de jaren 1875-1900 door wijlen prof. Reitsma geschreven of verzameld. Wij vinden er, behalve een lijst van abten, allerlei aanteekeningen over de Friesche kloosters en in verband daarmede over kloosters in Groningen, Drente, Overijsel en Oostfriesland. Over de Cisterciensers zijn ze het uitvoerigst. Verder zijn er lezingen, door prof. Reitsma hier en daar, met name voor 't Friesch Genootschap te Leeuwarden of de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden gehouden: over Klaarkamp en de daarvan afstammende kloosters, waarbij een begin van bewerking voor de pers; over St. Odolf te Stavoren; en Geschiedenis van Oldeklooster of Bloemkamp, waarbij in afschrift het Rekenboek van abt Thomas van Oldeklooster over de jaren 1572-1580. Op de kerkgeschiedenis in 't algemeen hebben betrekking, behalve een lijst van Friesche geestelijken tot 1580 en van de patroons der kerken in Friesland, aanteekeningen over geestelijken vóor de Hervorming, over Cunerus Petri, over de Jezuieten, over Daniel Snecanus en J. Velsius, en over verschillende Hervormde predikanten. Men vindt hier verder Extracten uit de Synodale acta van Friesland, 1621-1700, zich aansluitend aan de gedrukte uitgaaf, en nog twee lezingen (vgl. boven): De geestelijke ontwikkeling van Noordelijk Nederland in de 12e en 13e eeuw, en: Friesland in 1580. Eindelijk is hierbij een correspondentie, 42 brieven aan en 2 concepten van Reitsma, over kerkhistorische onderwerpen in verband met deze verzameling. De juridische hss. werden met 2 vermeerderd, een uit de 16e eeuw, 55 fol. (9,5 × 14,3), bevattende: Warfsconstitutiën en Oordeelen uit de jaren 1444-1523, meerendeels afgedrukt door Mr. H.O. Feith in Verhandel. Pro Excol Jure Patrio, dl. VII; 't begin ontbreekt, op fol. 55v. in een paar doorgehaalde aanteekeningen: .... Myn nichte Aleidt Knottens; en een hs. van omstr 1676, 42 fol. (21 × 32.4), getiteld: Notulae et animadversiones ad ius Omlandicum. Bij de medische hss. werden gevoegd: P. Camper. Lessen over Vroedkunde, 147 fol. (19,8 × 25); G. Bakker, Aanteekeningen over de Verloskunde, 165 fol. (16,5 × 21,5), van 1819/20; P. Hendriksz. Dictaat over Verlos- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||
kunde, 268 fol. (16,2 × 20) Camper (1722-89), Bakker (1771-1828, en Hendriksz (1778-1843) zijn alle drie Med. Prof. te Groningen geweest. Daarbij nog van J.H. Sänger een Verzameling recepten. De historische afdeeling is met éen nr verrijkt: Herman van Gesseler, Enige echte en authentike Aenteykeningen van het voorgevallene in den laesten oproer binnen de provincie en stad Groningen (1748), 473 fol. (16,5 × 21). Zie over dit werk van den tweeden Secretaris der stad Groningen een opstel van Mr. A.S. de Blécourt in de Gron. Volksalmanak voor 1901, blz. 1-48. Ik maak van deze gelegenheid gebruik voor de opmerking dat nr 478 van den gedrukten Catalogus, beschreven als Pars versionis arabicae tractatus philosophico-theologici graeci, bevat de cap. 15-44, 73 en 78, volgens Lat. indeeling lib. II, III, 29 en IV, 5, van de ἒκδοσις τη̑ςὀρθοδόξου πίστϵως van Johannes Damascenus (vgl. nr 460 van den Catalogus). Groningen, April 1903. T.J. de Boer. | |||||||||||||||||||||||||
Haarlem.Aan het Verslag over den toestand der Gemeente-Bibliotheek te Haarlem over het jaar 1902 ontleenen wij het volgende: ‘De Bibliothecaris J.W. Enschedé trad op 1 Juni af. Veel heeft hij in de zes jaren, dat hij aan het hoofd stond, voor de Haarlemsche Boekerij gedaan In menig opzicht de onuitwischbare sporen van zijnen voorganger, A.J. Enschedé, drukkende, heeft hij zijne groote gaven in alle toewijding gegeven aan het belang der Bibliotheek. Waar noodig, heeft hij op nieuwe paden gewezen, en hierdoor ook na zijn vertrek uit stad en betrekking, de Bibliotheek en hare verzorgsters aan zich verplicht.’ Sinds 1 December daaropvolg. trad in functie de heer J.D. Rutgers van der Loeff, nadat de amanuensis, de heer W.P.J. Overmeer, tijdelijk het beheer had waargenomen. Verder volgen de namen der vrij talrijke schenkers. Aan den alphab. catalogus werd gewerkt, de systematische bepaalt zich voorloopig tot wat reeds gedaan was: ‘de voltooide indeeling van het vak Haarlem, en de gedeeltelijke rangschik king van de onderdeelen Boekdrukkunst en Vaderlandsche Geschiedenis.’ De bibliotheek werd met 843 journaalnummers vermeerderd. Kleine wijzigingen werden in het ameublement en derg. aangebracht. Er kwamen 526 meer bezoekers dan het vorige jaar, te weten 2151. ‘Na tien jaar heeft zich de frequentatie meer dan verzesvoudigd.’ Uitgeleend werden 1624 banden (tegen 1288 in 1901). Met boekerijen buiten de stad werd druk verkeer gepleegd. | |||||||||||||||||||||||||
Hasselt. Stadsbibliotheek. -In 1901 werd deze stadsbibliotheek bezocht door 1.276 lezers, 2.570 boeken werden uitgeleend en het getal nieuwe boeken en vlugschriften bedroeg 170. (Verslag der Stad Hasselt, blz. 62). | |||||||||||||||||||||||||
Helsingfors. -De bibliotheek van den grooten noordpoolreiziger Adolf von Nordenskjöld is voor 280.000 Finlandsche Mark aangekocht door de Universiteitsbibliotheek te Helsingfors, waarvan zij als ‘Nordenskjöld-Bibliotheek’ een afzonderlijk onderdeel zal uitmaken. Men wil den toegang voor eenieder openstellen, en een gedrukte catalogus zal de bezoekers tot gids dienen. Behalve een schat van historisch-geographische werken, landkaarten en globes, vindt men in deze bibliotheek vele zeldzame boeken uit de 16e eeuw en meer dan 150 incunabelen. | |||||||||||||||||||||||||
Mechelen. Stadsbibliotheek. -Het Verslag der stad over 1901 (blz. 21) vermeldt enkel een paar geschenken. Over den toestand der instelling en de beweging van het afgeloopen dienstjaar wordt niet gerept. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||
eerste deel, verschenen in 1897, p. LXVII) dat de eerste afdeeling geheel gewijd is aan de boeken waarvan de schrijver bekend is, zoodat (voornaam onderscheid tusschen dezen Catalogus en dien van het British Museum) de naamlooze werken een tweede, afzonderlijke reeks zullen vormenGa naar voetnoot(1); een derde reeks zal gevormd worden door catalogi van publicaties van geheel bizondere natuur, die moeilijk in de algemeene reeks der naamlooze werken een plaats kunnen vinden. Het pas verschenen dertiende deel - aan welks hoofd is geplaatst een kort levensbericht (van de hand van den heer P. Marchal, conservator der afdeeling drukwerken) van J. Couraye du Parc, den te vroeg aan de wetenschap ontvallen bibliograaf, die de redactie der dertien eerste deelen leidde, - gaat van Bie tot Blanzy. Het veertiende deel, afgedrukt, maar nog niet verschenen, gaat van Blaquart tot Boinvilliers; een vijftiende deel is gezet, en het handschrift van een zestiende deel naar de drukkerij gezonden. Nu de uitgave reeds tot over het midden van de letter B gevorderd is, kan men zich afvragen of er mogelijkheid bestaat den omvang van het geheel (natuurlijk der eerste afdeeling) te berekenen. De moeilijkheid is, een juisten maatstaf ter vergelijking te vinden. De Catalogus van het British Museum behandelt (zooals boven herinnerd is) de naamlooze werken en die waarvan de schrijver bekend is, in één reeks, zoodat deze Catalogus, die overigens in denzelfden geest bewerkt is als dien van de Nationale, moeilijk vergeleken kan worden. Daar de afdeeling die wij hierop het oog hebben, op namen in alphabetische orde is gegrondvest, ligt het voor de hand, biografische woordenboeken te vergelijken, die volgens hetzelfde beginsel gerangschikt zijn. Om de zaak te vereenvoudigen raadpleegde ik niet deze of gene bizondere publicatie, maar een werk dat als een algemeenen index op alle biografische woordenboeken te beschouwen is: Phillips' bekende Dictionary of biographical reference, new edition, Philadelphia, 1889. Dit werk telt, het supplement niet medegerekend, 987 blzz., in ronde cijfers 990 blzz., de namen van A tot Boin... (dus overeenkomend met deel I-XIV van den Catalogus) beslaan 162 blzz.. dus iets minder dan één zesde van het geheel. Tot een geheel andere uitkomst geraakt men, als men de Table alphabétique raadpleegt van de elf deelen van den Catalogue de l'Histoire de France; deze telt 798, rond 800 blzz; de namen van A tot Boin... gaan van blz. 1 tot blz. 78, dus nog geen tiende van het geheel. Men moet in het oog houden dat in dit register de niet-Fransche schrijvers veel minder sterk vertegenwoordigd zijn dan in den Algemeenen Catalogus het geval zal zijn. Ik nam een derde proef: de oude catalogus in handschrift der Bibliotheek in doozen (vgl. de Introduction van den heer Delisle, p. XXII) is eveneens naar namen van schrijvers gerangschikt, met uitsluiting der naamlooze werken; hij kan dus gevoegelijk vergeleken worden. In het geheel zijn er 439, rond 440 doozen; de doozen van A tot Boin... zijn ten getale van 55, dus één achtste. - Ten slotte vergeleek ik nog den handschriftelijken katalogus op kaarten, volgens namen der schrijvers gerangschikt, der afdeeling Geneeskunde van de Nationale Bibliotheek: in het geheel zijn er 36 doozen, waarvan 4 de kaarten van A tot Boin... bevatten, dus één negende. Wij zullen dus wèl doen de berekening volgens het aantal blzz. van Phillips te laten varen, en aan te nemen dat de eerste afdeeling van den Algemeenen Catalogus van 112 tot 140 deelen tellen zal. Het zal mogelijk zijn den omvang van het geheel juister te bepalen, wanneer de vier eerste letters, A, B, C, D, zullen afgedrukt zijn. Het is een algemeen zeggen dat, in een dergelijke uitgave. als men tot het einde der letter D gevorderd is, men één derde van den arbeid achter den rug heeft. Bij nader onderzoek vond ik deze meening bevestigd In Phillips' Dictionary vindt men, dat op een geheel van 990 blzz., de letters A-D 350 blzz. beslaan, dus meer dan één derde; in de Table Alphabétique der Fransche geschiedenis, 268 van de 800, | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||
dus ongeveer één derde. In den ouden Catalogus der Nationale Bibliotheek vullen de letters A-D 135 doozen van de 440, dus bijna één derde; in den Catalogus Geneeskunde, 4 doozen van de 36, dus weder één derde. Wanneer zal, aangenomen dat de eerste afdeeling van den Catalogus van 112 tot 140 deelen telt, de arbeid gereed zijn? Dit zal afhangen van de gelden die de Kamers zullen toestaan. Thans zijn die gelden voldoende om vier deelen 's jaars het licht te doen zien; maar men zal natuurlijk dat cijfer kunnen verhoogen, zoodra een aanzienlijker som, op de begrooting uitgetrokken, de Bibliotheek in staat zou stellen een grooter aantal deskundige personen aan het werk te zetten. Maar vooreerst bestaat weinig kans dat de toegestane som verhoogd zal worden. Parijs, 20 Juni '03. G. Busken Huet. | |||||||||||||||||||||||||
Veurne. Openbare Boekerij. -Er zijn 4236 boekdeelen aanwezig, waarvan 1766, in 1901, door 865 personen gelezen werden. (Verslag der Stad Veurne, blz. 35-36). | |||||||||||||||||||||||||
Zurich. -Voor het bouwen eener nieuwe bibliotheek te Zurich heeft de Züricher Hochschulverein een toelage ad 10.000 fr. uitgestoken; verder heeft een ongenoemde 200.000 fr. en Ulrico Hoepli, wien voor enkele jaren door de Hoogeschool te Zurich het eeredoctoraat werd verleend, 25.000 fr. geschonken.
|
|