| |
Nieuwe uitgaven
Reproductie van handschriften.
Naast de serie der groote Codices Graeci et Latini photographice depicti heeft de wakkere Leidsche uitgever A.W. Sijthoff een nieuwe serie van kleinere supplementdeelen geopend. Deze is bestemd voor photographische reproducties van kleineren omvang, van handschriften die slechts in fragmenten zijn bewaard gebleven, of van bijzonder belangrijke gedeelten van handschriften, van miniaturen enz. Ook deze onderneming staat onder de leiding van dr. SG. de Vries, den met roem bekenden bibliothecaris der Leidsche hoogeschool. Twee deelen zijn reeds verschenen. Het eerste is de reproductie van de overblijfselen van een uit Fleury (aan de Loire afkomstigen unciaalcodex der bewerking van Eusebius' kroniek door Hieronymus, welke overblijfselen over de bibliotheken van Leiden, Parijs en Rome verspreid zijn. De Münchener hoogleeraar L. Traube heeft een inleiding geschreven, waarin de geschiedenis van het handschrift gegeven wordt en de waarde er van in het licht gesteld (prijs ƒ 13.20).
In het tweede deel zijn de miniaturen van den Souter van den Heiligen Lodewijk, die toebehoort aan de bibliotheek der Leidsche Hoogeschool (hs. Lat. 76a), gereproduceerd, met eene inleiding van Henri Omont (prijs ƒ 9.60). Dit deel is opgedragen aan L. Delisle, ter gelegenheid van zijn vijftigjarige ambtsbediening.
| |
Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. Catalogus der Handschriften. I. Schenking Diederichs. Nederlandsche Afdeeling. ‘Bewerkt door den Conservator J. Hellendoorn. Amsterdam. (Gedrukt bij J.H. de Bussy) 1899. 8o. I + IV + 312 blz.
De kostbare verzameling autographen door wijlen den heer P.A Diederichs bijeengebracht en na zijn overlijden door zijn zoon, den heer W.G.A. Diederichs, in Maart 1875 aan de stad Amsterdam geschonken, kwam eerst in 1892 op de Universiteitsbibliotheek terecht. Van de Nederlandsche afdeeling der schenking, d.w.z. van de brieven van en aan Noord- en Zuidnederlanders, is onde
| |
| |
bovenstaanden titel een voortreffelijk ingerichten catalogus, bewerkt door den heer J. Hellendoorn, uitgegeven.
Aan de inleiding van den Bibliothecaris, C.J. Burger Jr., ontleenen wij het volgende:
‘Omtrent de inrichting van het nu gereed gekomen gedeelte valt het volgende mee te deelen. Alle stukken zijn, overeenkomstig den aard der verzameling, op den naam van den schrijver of onderteekenaar geplaatst, en deze namen zijn alphabetisch geordend. Van leden van regeerende vorstenhuizen zijn de voornamen voorop gezet, van anderen de familienaam, met bijvoeging der voornamen, waar deze bekend waren, tusschen haakjes. Van brieven is, behalve den naam van den schrijver, die van den geadresseerde vermeld, en voorts plaats, dagteekening en jaar, voor zoover een en ander kon worden opgegeven. De andere stukken (aangeduid als get. st. = geteekend stuk) zijn zooveel mogelijk op den naam van den eersten onderteekenaar gezet, met korte vermelding van aard of inhoud van het stuk, en van de medeonderteekenaars (mget. = medegeteekend). Bij gedichten is veelal de titel of de aanhef vermeld, van losse handteekeningen is, waar ze in de verzamelingen voorkomen, eveneens melding gemaakt; eene handteekening van Lourens Janszoon, kon met het oog op den bijzonderen aard der verzameling moeilijk anders dan op den naam Koster gezet worden. Voor de grootere verzamelingen handteekeningen en de portretten, scheen een algemeene vermelding achteraan, zonder opgaaf van namen, voldoende.
‘... Daar eene enkele vermelding van de brieven op den naam der schrijvers niet voldoende is om iemands geheele correspondentie te vinden, is eene lijst van de geadresseerden aan den catalogus toegevoegd. Zij is door den druk duidelijk onderscheiden, en de vermeldingen zijn iets korter dan in de hoofdlijst, maar toch uitvoerig genoeg om in de meeste gevallen het nog eens naslaan van deze overbodig te maken.
‘... Om het vinden van het gezochte gemakkelijk te maken, zijn in beide lijsten achter elk stuk de nummers en letters die de portefeuille, den omslag en het stuk zelf aanduiden, mede gedrukt’
Bij een vluchtig naslaan van de naamlijst der briefschrijvers ( 244 blz. groot!) welke lijst typographisch zeer practisch ingericht is, trokken de volgende namen onze aandacht: Alberdingk Thijm (J.A.), Alexander Farnese, Alphen (Hieronymus van), Alva, Amalia van Solms, Beets (N.), Bakker (Elis. Wolff, geb.), Brakeleer (Ferd. de), Bree (Math. Ign. van), Breughel (Pierre) [aan G. Deventer, gedagteekend: Louvain 1 mars 1571, 27 nov. en z.p. en j.], Clercq (Willem de,) Dekker (Eduard Douwes), Duyse (Prudens van), Egmond (Lamoraal graaf van), Elzevier (Daniel), Elzevier (Pieter), Elzevier (Willem J.C.R.), Erasmus (Desiderius), Fruin (R.J.), Goblet d' Alviella (A.J.), Groen van Prinsterer (G.), Groot (Hugo de) [o.a. aan Vondel], Heinsius (Daniël), Heinsius (Nicolaas), Hooft (P.C.) [o.a. aan C. Barlaeus en aan Hugo de Groot], Hulthem (Ch. J.E. van) [aan L.A.J. Quetelet], Huygens (Const.) [brieven, alsook handschriften van Latijnsche en Nederlandsche gedichten, enz ], Langendijk (Pieter), Lennep (Jac. van), Leopold George Frederik van Saxen Coburg, later Leopold 1 [brief van 2 Sept. 1825, geteekend stuk: verbod om te jagen, te visschen enz. in het graafschap Surrey], Louise de Coligny, Margaretha van Parma, Oldenbarneveld (Joh. van), Ruyter (M.A. de), Speyck (Jan Carel Jos. van), Spiegel (H. Dz.), Staring (A. Chr. W.), Tollens (H. Cz.), Tulden (Deodorus), Vondel (Joost v.d.) [Gedichten], Vossius, G.J., enz. enz. De verzamelingen Oranje-Nassau, Huygens, de Groot zijn uiterst belangrijk en gedeeltelijk reeds afgedrukt of worden druk geraadpleegd.
Ontrent de overige afdeelingen van de schenking Diederichs meldt de inleiding: ‘De zeer rijke Fransche afdeeling werd doorloopend alphabetisch geschikt en eveneens de Engelsche, Italiaansche en Russische, ook in de Duitsche afdeeling, die bijzonder groot is, en lastig om te bewerken, werd de nog zeer oppervlakkige rangschikking hier en daar verbeterd, bepaaldelijk wat de vorstelijke personen betreft.
| |
| |
‘... Na de voltooiing van den Catalogus der Nederlandsche afdeeling moeten ook deze brieven van vreemdelingen overeenkomstig de voorwaarden der schenking, gecatalogiseerd worden, naarmate de werkkrachten dit toelaten. De Fransche afdeeling die het eerst aan de beurt is, is reeds voor een deel bewerkt, met name de collectie brieven van vorstelijke personen, door den Heer Stein als bijzonder kostbaar vermeld, en sedert nog door eene nieuwe schenking van den Heer Diederichs belangrijk verrijkt. De voorbereiding van dit tweede deel van den catalogus zal echter nog wel eenige jaren vorderen.’ Met de aan de Hollandsche bibliothecarissen eigen liberaliteit werd een gedeelte der Russische brieven op verzoek naar de Keizerlijke Bibliotheek te St. Petersburg gezonden, om te worden afgeschreven.
| |
Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam Catalogus der Handschriften. II.
De handschriften der stedelijke Bibliotheek met de latere aanwinsten. Bewerkt door den Conservator Dr. M.B. Mendes da Costa. Vooraf eenige mededeelingen over de geschiedenis van de bibliotheek en hare handschriftenverzameling, door den Bibliothecaris Dr. C.P. Burger Jr. Gedrukt bij J.H. de Bussy, Amsterdam, 1902, 8o. xxxix - 277 blz.
Het Bestuur der Amsterdamsche Universiteitsbibliotheek verdient den dank der geleerde wereld voor den bekwamen spoed waarmede dit tweede gedeelte van haar handschriftencatalogus op het eerste is gevolgd. De geheele verzameling bestaat uit 1627 nummers, aldus ingedeeld:
Bibliotheken, bibliographie. nrs. |
1-31 |
Oostersche talen |
32-65 |
Grieksch, Latijn |
66-265 |
Nederlandsch |
266-445 |
Nieuwe talen |
446-471 |
Onderwijs en opvoeding |
472-497 |
Zedekunde, wijsbegeerte, rhetorica |
498-510 |
Godgeleerdheid |
511-767 |
Rechts - en staatswetenschappen |
768-879 |
Oudheidkunde en geschiedenis |
880-1035 |
Genealogie en personalia |
1036-1285 |
Land- en volkenkunde |
1286-1310 |
Wis- en natuurkundige wetenschappen |
1311-1356 |
Geneeskunde |
1357-1435 |
Schoone kunsten |
1436-1522 |
Krijgszaken |
1524-1534 |
Waterstaat, handel, nijverheid, landbouw |
1535-1563 |
Supplement (op alle rubrieken) |
1564-1627 |
Van ieder handschrift wordt beknopt de inhoud opgegeven, alsook het formaat, de omvang, het materiaal, de ouderdom. De meeste nummers zijn voorzien van verwijzingen naar de daarop betrekking hebbende literatuur, wat voor den gebruiker niet zelden van groot nut zal zijn.
De Bibliothecaris Dr. C.P. Burger heeft den Catalogus voorzien van een belangwekkende en belangrijke inleiding, waarin de geschiedenis der verzameling wordt beschreven.
| |
Wijndelts, J. Catalogus van academische proefschriften, verdedigd aan de Nederlandsche universiteiten gedurende de jaren 1815-1900. Met naam en zaakregisters I. Godgeleerdheid. Groningen, G.A. Evers. 8o. 3 + 52 blz. ƒ 1.25.
Het bekende werkje van J. Dee omvat slechts een tienjarig tijdperk: 1890-1900. Het was daarom een goede gedachte van den heer Wijndelts, een bibliographie samen te stellen der aan de Nederlandsche hoogescholen verdedigde proefschriften te beginnen met het cursusjaar 1815/16, daar in dit jaar de tegenwoordige indeeling der faculteiten werd vastgesteld. De bewerker heeft daarmede zeer zeker in een leemte voorzien. Zoowel geleerden als boekhandelaars zullen genoegen hebben aan 't boekje dat zeer practisch is ingericht. De proefschriften zijn chronologisch geordend: die van elke faculteit afzonderlijk, in deze volgorde: Leiden; Utrecht; Groningen; Amsterdam, Gemeentelijke Universiteit; en Amsterdam, Vrije Universiteit; en doorloopend genummerd. Bij elken titel staat de plaats van uitgave en de naam van den uitgever, benevens het aantal bladzijden; is de zetel van de universiteit dezelfde als de plaats van
| |
| |
uitgave, dan is deze laatste weggelaten. Het zaakregister is zeer nauwkeurig samengesteld.
Menigeen zal de deeltjes voor andere faculteiten met ongeduld tegemoet zien.
| |
Lijst van periodieken te raadplegen in de bibliotheek der Rijks-Universiteit te Leiden.
Daarin zijn behoudens eenige uitzonderingen om bijzondere redenen, alleen opgenomen de tijdschriften, genootschapswerken enz., die thans nog verschijnen. Naast het eigen bezit der universiteitsbibliotheek vermeldt de lijst ook de periodieken die in bruikleen aanwezig zijn van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, het Seminarium der Remonstrantsche Broederschap te Leiden enz., alsook de periodieken die in de verschillende andere inrichtingen, musea, laboratoria enz. der universiteit bewaard worden. Het geheel bestaat uit ongeveer 2300 titels.
(Museum).
| |
Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas, publiée par Ferd. vander Haeghen et R. vanden Berghe, avec la collaboration de Victor vander Haeghen et Alph. Roersch. clviiie et clixe livraisons. 191 pp. in-16o. (Distribution en décembre 1902.)
In deze afleveringen worden behandeld: werken van P. Apianus, Ch. d'Amour, Erasmus (Colloquia), J.C. van Lummene, Ph. de L'Espinoy, Jean van Parisiis en Fr. Piroulle, alsmede eenige belangrijke naamlooze schriften, namelijk: L'Invdite... Crvdelta Vsata Da Gli Heretici Contra Li Ministri Di Dio, Nella espugnatione della Città di Ruremonda in Fiandra (sic) il di 23. di Luglio. Rome, 1572, over de baldadigheden door de soldaten van Willem den Zwijger gepleegd bij de inneming van Roermond.
Verder: vier nieuwstijdingen: drie Duitsche en éen Fransche, over een storm te Mechelen in 1546; het Fransche is gedrukt te Antwerpen bij Wouter van Desschel & Pierre Snoeys, ‘en la rue de Sainct Antoine’. Twee pamfletten getiteld: Le vray Patriot Aux Bons Patriots (Gand, Gautier Manilius, 1578, en Mons. Joos Hoste, 1579, waarschijnlijk een verdicht adres) waarin de calvinistische partij de Gentenaars tegen hun lasteraars verdedigt.
Eindelijk de beschrijving van een belangrijk en uiterst zeldzaam boekje, uit de verzameling De la Montagne te Antwerpen: Refereyné int wijse... int sotte... int amoureuse ... vertoocht binnen Ghendt. Antwerpen, Adriaen van Berghen, 1540, een herdruk van Joos Lambrecht's uitgave, Gent, 1539.
| |
G. Zech-Du Biez. Les Almanachs belges, étude bibliographique. Braine-le-Comte, Zech fils. Afl. 1-4. 1.
Aan opgaven omtrent Belgische almanakken bezaten we alleen: Recherches bibliographiques sur les Almanachs belges, door A. Warzée, dat vóór lange jaren verschenen en schromelijk onvolledig is. Thans biedt ons de heer Zech-Du Biez een werk dat van vele opzoekingen getuigenis aflegt. Zoo citeert de schrijver, voor Antwerpen alleen, niet minder dan 369 almanak-uitgaven, te beginnen met de 15de eeuw tot op onzen tijd. Dat is zeker een hoog cijfer, en toch wil het ons voorkomen dat in zijn arbeid, althans wat de Scheldestad aan gaat, nog aanzienlijke leemten gebleven zijn. Zoo treffen wij geen enkelen door Abraham Verhoeven gedrukten almanak aan, en, naar ons voorstaat, moet de zoogenaamde ‘eerste courantier van Europa’ toch ook van die soort uitgaven in de wereld gezonden hebben. Hoe dat zij, reeds voor deze proeven verdient de verzamelaar dank. Hij geeft, zoover wij konden nagaan, zijne titels correct en met genoegzame uitvoerigheid op; van enkele belangrijke uitgaven wordt eene langere of kortere beschrijving medegedeeld en van veruit de meeste almanakken is vermeld waar exemplaren voorhanden zijn. Wij komen op het werk terug bij het verschijnen der latere afleveringen.
De reeds verschenen afleveringen bevatten de lijsten van almanakken gedrukt te Antwerpen, Aarlen, Assenede, Ath, Oudenaarde, Averbode, Baarle-Hertog, Bilsen, Binche, Boom, Bouillon, Boussu, 's Gravenbrakel, Brecht, en Brugge.
| |
| |
Enkele titels van zeldzame uitgaven zijn gereproduceerd. Bij de beschrijving van den Brugschen ‘Duikalmanak’ worden een levensschets en een portret van Guido Gezelle meegedeeld.
| |
Robert Fruin's Verspreide Geschriften, met aanteekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschap, uitgegeven door Dr. P.J. Blok, Dr. P.L. Muller en Mr. S. Muller Fz.'s Gravenhage, Martinus Nijhoff. 1900....
Deze allerbelangrijkste uitgave, een waar monument ter gedachtenis van Nederlands eersten geschiedschrijver, is thans tot in het VIIe deel gevorderd; reeds 38 afleveringen zagen tot heden het licht.
Meest al deze opstellen zijn om de een of andere reden ook voor de speciale onderzoekingen waaraan dit tijdschrift gewijd is, van groot belang. Wij halen uit de verschillende bundels de behandelde onderwerpen aan die den boekbeschrijver interesseeren:
I, 163-228: Mainz of Haarlem. 1888. |
III, 65-117: De oude verhalen van den moord van Prins Willem I. 1884. |
III, 224-248: De slag bij Nieuwpoort Met kaart. 1867. |
III, 345-366: Over de oudste couranten in Nederland. 1863. |
VII, 1-6: De Nederlandsche geschiedenis in platen. 1864. |
VII, 12-23: De Catalogus van de pamflettenverzameling der Koninklijke Bibliotheek. 1890. |
Wij ontleenen aan dit stuk de volgende regelen, die nog steeds van kracht zijn:
‘Er zijn nog pamfletten in menigte, die in geen der doorzochte en genoegzaam bekende verzamelingen voorkomen en daarom ook in geen enkelen der door Petit, in zijn belangrijk voorbericht, opgenoemde catalogussen worden aangetroffen. Bepaaldelijk uit de 16de eeuw (voor wier historie de pamfletten-literatuur bij uitstek nuttig en schier onmisbaar is) schuilt in de Belgische bibliotheken nog een niet te schatten aantal van merkwaardige boekjes, die wij moeten kennen, voordat wij de hand kunnen slaan aan een arbeid van hoogst geschiedkundig belang: ik bedoel de sorteering der pamfletten naar hun gewicht en gezag, de afscheiding van het koren uit de massa van het kaf, waaronder het voorloopig nog als begraven ligt. De bibliographie, gelijk ik ze beschouw, heeft op iets anders het oog dan de geschiedenis. Zij verlangt te weten en uiteen te zetten, hoeveel drukken van een pamflet bestaan, in welke orde zij op elkander zijn gevolgd, in welke beuzelingen zij van elkaar verschillen en te onderscheiden zijn. Voor de historie is dit van geen of zeer gering belang. Deze is tevreden, wanneer zij maar de verschillende redactiën van een en hetzelfde pamflet kent; doch zij verlangt bovendien te weten (waarmee de bibliographie zich niet bemoeit), om welke redenen, met welke bedoeling de oorspronkelijke tekst later gewijzigd is geworden. Bovendien tracht zij het onderling verband tusschen de pamfletten, die niet zelden strijdschriften zijn, te ontdekken en het debat te volgen, dat zij met elkander voeren. Dan eerst wordt het doenlijk en tevens belangrijk de auteurs der voornaamste geschriften op te sporen en met de noodige waarschijnlijkheid aan te wijzen. De vermoedens en beweringen van tijdgenooten dienaangaande, die thans door bibliographen doorgaans op
goed geloof voor waarheid worden aangenomen en weer uitgegeven, zullen dan voor niet meer dan vingerwijzingen zijn aan te zien, die door een nader onderzoek al dan niet bevestigd dienen te worden. Ik geef gaarne toe, dat de aanteekeningen, in de verschillende catalogussen van pamfletten bij sommige nummers geplaatst, reeds veel bevatten wat bij zulk een later historisch onderzoek van nut zal kunnen zijn: maar ik zou toch dien tweeërlei arbeid liever gescheiden houden: het bloot beschrijven naar de eischen der bibliographie ten doel stellen aan de catalogussen der bibliographen, en het verwerken der door dezen verzamelde bouwstof voorbehouden aan een of ander tijdschrift van historischen aard.’
VII, 66-72: De samensteller van de zoogenaamde Divisie-Kroniek. 1888. |
VII, 73-80: Over geschriften aan Franciscus Junius en aan Franciscus Balduinus toegeschreven. 1888. |
VII, 81-84: De Nederlandsche Geloofsbelijdenis. 1864. |
| |
| |
VII, 84-98: Het oudste geschrift van Philips van Marnix? 1862. |
VII, 99-110: Een anoniem pamflet van 1567 toegekend aan Marnix van St. Aldegonde. 1867. |
VII, 111-140: Wesenbeke of Marnix? 1859-1893. |
VII, 152-192: De oude verhalen van het Beleg en Ontzet van Leiden. 1874-1861. |
VII, 193-203: Guicciardini's Beschrijving der Nederlanden. 1878. |
| |
[de Béthune.] ‘Courtrai à travers les âges.’ Exposition ouverte à Courtrai, du 13 au 27 août 1902, á l'occasion du 600me Anniversaire de la bataille des Éperons d'or. Catalogue. (Edition spéciale). Imp. d'Eug. Beyaert. Courtrai (1902). 8o. 88 blz.
Deze catalogus vermeldt het bestaan van tal van handschriften en drukwerken die voor de geschiedenis van de stad Kortrijk van het hoogste belang zijn. Onder de rubriek Bibliothèques, bibliophiles worden op blz. 34 allerlei oude catalogussen opgegeven, o.a. nr 587: ‘Testament de François Potens, curé à Courtrai, léguant sa bibliothèque à la ville, sous réserve que celle-ci le conserve dans un local accessible au public, 1565; original.’ bewaard in het Stadsarchief.
Onder Bibliographie worden werken vermeld de Kortrijksche drukkers van de 17de tot de 19de eeuw, namelijk: Pierre Bouvet (eerste drukker sinds 1624) 1625-1628: Jan van Ghemmert, 1630-1633; We Jan van Ghemmert, 1636-1639; Erven van Ghemmert, 1677; Jan van Mullem, 1656-1693, enz. Verder Almanakken, de oudste van 1767. Van beroemde Kortrikzanen werden verschillende werken bijeengebracht, zooals van de geestelijken Joost Andries, Fulgence Bottens, Jan David, Pieter Haeck, Frans De Mulié, Jan Périer, Bruno Vercruysse.
Onder de rubriek Poètes et littérateurs is te vermelden het hs. der Kon. Bibl. te Brussel: Cortrycksche Poesie, uytgegalmt op de vier redenrycke camers der voornoemde stadt, bestaende in hondert diversche refereynen ende andere Rymgedichten, by een vergadert door Philips van Renterghem (hs. uit de 17de eeuw); van een onbek. schrijver der 18e eeuw: Comedie van Steven, oorspr. tekst (in 't bezit van den hr. Sevens); diverse liedjes van Jan de Busschere (einde 18de eeuw), bewaard in de Univ.-Bib. te Gent; enz.
Over den Slag der Guldensporen is de uitgebreide literatuur bijeengebracht. Uit een hs. van Gillis Li Muisis, abt van St. Marten te Doornik, Chronicon, geschreven rond 1348-50, hetwelk uit de abdij van St. Marten afkomstig is en nu in de bibl. Goethals-Vercruysse (bewaard in de Stadsbibliotheek) berust, wordt een fraaie verluchting gereproduceerd, voorstellende een gevecht tusschen gepantserde ruiters en voetgangers.
| |
L. Maeterlinck, Le genre satirique dans la peinture flamande. Gand-Anvers, Librairie Néerlandaise. Paris, Dorbon aîné. Leipzig, Karl. W. Hiersemann. 1903. in-8o. 372 blz.
Wij verwijzen den lezer naar het opstel dat de verdienstelijke conservator van het museum te Gent aan ons tijdschrift heeft afgestaan.
| |
Minerva.
Jahrbuch der gelehrten Welt. Hrsg. v.K. Trübner. 12. Jahrg. 1902-1903. Strassburg, K.J. Trübner. 1903, in-12o, xl-1332 blz., met het portret van Léopold Delisle.
| |
Jahrbuch der deutschen Bibliotheken. Herausgegeben vom Verein deutscher Bibliothekare. 1. Jarhgang. Leipzig, Otto Harrassowitz, 1902 2 Bl. u. 158 S. 8o. M. 4.
Hierin worden ongeveer 150 groote openbare bibliotheken vermeld, met mededeelingen aangaande hun boekenvoorraad, diensturen, wetenschappelijk personeel, hetgeen er in de jaren 1892-1901 over geschreven werd, enz.
| |
Inventaire archéologique de Gand. Catalogue descriptif et illustré des monuments, oeuvres d'art et documents antérieurs à 1830, publié par la Société d'histoire et d'archéologie de Gand. Gand. N. Heins, imprimeur lithographe. Fascicule XXVIII. Décembre 1902.
| |
| |
Deze verstandig opgevatte uitgave, waarbij het stelsel der losse kaarten (fiches) wederom blijkt de meest geschikte vorm van rangschikking te zijn, deelt af en toe ook dokumenten mede die bij het boek- en bibliotheekwezen te pas komen.
Zoo bespreekt de heer Paul Bergmans, blz. 271, thans een diploma van wapenverleening aan den abt Lucas Munich, waarop een miniatuur voorkomt, die aan Jacob van Battele, behoorende tot een Mechelsche schildersfamilie, toegeschreven wordt. Nadere inlichtingen daarover vindt men in de Petite Revue illustrée de l'art et de l'archéologie en Flandre, 1902. nos 28-24 (Zie beneden onder de rubriek Tijdschriften).
Artikelen zijn in voorbereiding over miniaturen van Lucas d'Heere (P. Bergmans), prenten van Joost Lambrecht (V. van der Haeghen), onderteekende oude boekbanden (P. Bergmans), enz.
‘Dezer dagen verschijnt het prospectus van een Handboek der Nederlandsche palaeographie. Na de aanleiding tot het bewerken van zulk een handboek te hebben medegedeeld, wijst de commissie op de moeilijkheden van de taak die haar wacht.
‘De eerste moeilijkheid is wel deze, dat tot heden geen enkel werk over Nederlandsche palaeographie verschenen is, dat de commissie tot leiddraad of voorbeeld zou kunnen strekken. De werken van Koning en Houtman zijn geheel verouderd en waardeloos geworden. Maar juist het feit dat geen enkel werk bestaat dat eenigszins aan de bestaande behoefte voldoet, gaf de commissie den moed om zich niet te onttrekken aan eene onderneming, die. bedoelt in eene merkbare leemte te voorzien. Zij vertrouwt, dat, waar zij geheel nieuwe banen heeft te betreden, haar werk zal worden beoordeeld met de verschooning, waarop het bezwaarlijke van zulk eene onderneming aanspraak geeft.
‘Eene tweede moeilijkheid is gelegen in den uiteenloopenden aard van het publiek, tot wie het werk zich richt. Want hoewel het oorspronkelijk denkbeeld ten doel had uitsluitend eene handleiding voor gemeentesecretarissen te ontwerpen, begrepen de beide vereenigingen al spoedig, dat het wenschelijk was den kring der lezers zooveel mogelijk te verwijden. Zij, die zich voor archivaris willen bekwamen, hebben in de allereerste plaats behoefte aan een werk, waarin zij het oude schrift kunnen leeren lezen en ontcijferen Maar niet minder noodig is de kennis van het oude schrift voor predikanten en geestelijken, wien het bewaren der kerkelijke archieven is opgedragen, en van wien men zoo gaarne bijdragen op kerkhistorisch gebied ontvangt. En zij, die den graad van doctor in de Nederlandsche letteren willen verwerven en geroepen worden tot het uitgeven van middelnederlandsche handschriften, de bibliothecarissen, die deze handschriften hebben te bewaren en te beschrijven, ambtenaren aan musea, penningkundigen. enz., hebben zeker niet minder behoefte aan de kennis van het oude schrift als de gemeentesecretarissen.
‘Maar wel is de kennis, die zij noodig hebben van een anderen aard, als die welke de gemeentesecretarissen, de predikanten en de archivarissen behoeven. Handschriften van letterkundigen aard zijn in den regel eenigszins anders geschreven als die, welke van kanselarijen of griffiën afkomstig zijn. Evenzoo hebben de archivarissen behoefte aan een grondiger kennis van het oude letterschrift ook der vroegste tijden, dan de predikanten, wier archieven eerst van de hervorming dateeren. De uitgave van afzonderlijke werken voor die verschillende categorieën van personen was echter uit den aard der zaak onmogelijk, reeds ten gevolge van de kostbaarheid der reproductiën, die zulk eene uitgave behooren te vergezellen. De commissie zal dus trachten haar handboek zoodanig in te richten, dat het zoowel door archivarissen en beoefenaars van het middelnederlandsch als door secretarissen en predikanten met vrucht kan worden geraadpleegd. De een zal wel eens een opmerking vinden, die hem wat elementair lijkt, en de ander wel eens een passage overslaan, die hem niet te pas zal komen, maar de commissie vleit zich toch, dat allen in het handboek zullen kunnen vinden wat zij behoeven’
| |
| |
Daarna volgt een overzicht van den inhoud:
‘Het handboek zal bestaan uit een tekst en uit reproducties van handschriften De tekst zal bevatten 1o een overzicht van de ontwikkeling der verschillende letterteekens, voor zooverre die in ons vaderland te constateeren valt, met aanwijzing vooral van de verschillende plaatsen, tijden en categorieën van handschriften, waar elke lettervorm voorkomt; en 2o eene lijst der meest gebruikelijke afkortingen met hare oplossing. Hierbij zal zooveel mogelijk naar volledigheid worden gestreefd, opdat het handboek zoo min mogelijk onvoldaan behoeve te worden ter zijde gelegd. In een naschrift hoopt de commissie een overzicht te kunnen geven van de oude interpunctie en het gebruik van hoofdletters, een onderwerp, dat tot heden nog eigenlijk in het geheel de aandacht niet trok en die toch wel verdient.
‘De reproducties zullen zijn lichtdrukken, die in tegenstelling met de thans geheel verouderde methode van overtrekken, het schrift in al zijne eigenaardigheden weergeven.’
De platen zullen in afleveringen verschijnen, en de publicatie van het handboek zelf zal de uitgave voltooien.
De prijs van het handboek, waartoe 25 à 30 platen in portefeuille zullen behooren, is bij inteekening voor leden der Vereeniging voor Archivarissen gesteld op ƒ 6,-.’
(Nederl. Archievenblad, XI, 1902-1903, blz. 141-142.)
Van de Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven, ontworpen in opdracht van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland door S. Muller Fz., J.A. Feith en R. Fruin Th. Az. (Groningen, Erven B. van der Kamp, 1898) wordt eene Duitsche vertaling door H. Kaiser, ambtenaar aan het Bezirksarchiv te Straatsburg, voorbereid.
Wij nemen de gelegenheid te baat om met aandrang de aandacht te vestigen op dit voortreffelijk geschrift, dat hier in België nog weinig bekend schijnt te zijn.
| |
Classification bibliographique décimale. Tables générales refondues établies en vue de la publication du Répertoire bibliographique universel. Edition française publiée avec le concours du Bureau bibliographique de Paris. Bruxelles, au siège de l'Institut, 1, rue du Musée. 1899-1902. 13 vol. in-8o.
Fasc. 1: Introduction et résumé des règles adoptées pour l'établissement et l'emploi des tables et des répertoires. 38 p. |
Fasc. 2: Table des subdivisions communes. 18 p. |
Fasc. 3: Sciences physiques (mécanique rationelle et physique). 9-35 p. |
Fasc. 4: Photographie. 7-22 p. |
Fasc. 5: Electricité industrielle. 9 p. |
Fasc. 6: Industries de la locomotion (locomotion par terre et par eau, aérostation), 6 p. |
Fasc. 7: Sports (tourisme, cyclisme, automobilisme), 7 p. |
Fasc. 8: Droit, 117 p. |
Fasc. 9: Thérapeutique, 23 p. |
Fasc. 10: Pathologie interne, 24 p. |
Fasc. 11: Pathologie externe, 11 p. |
Fasc. 12: Physiologie, 36 p. |
Fasc. 13: Gynécologie, pédiatrie, médecine comparée, 8 p. |
H. La Fontaine. Bibliographia Bibliographica. Répertoire annuel des travaux de bibliographie. Année 1901. Bruxelles,Institut international de bibliographie. 1903.
| |
Institut archéologique de Luxembourg. Annales. T. 37. 1902. J.B. Douret. Premières impressions de Luxembourg. Blz. 273-277.
Martin Marchant, van Verdun, vestigt zich aldaar in 1577 en drukt er in dat jaar 't eerste boekje: Véritable Recit Des choses passees és Pays Bas, depvis la venve dv Seignevr Don Iehan d'Austrice ... Imprimé en la Ville de Luxembourg ... 1577. 't Was een antwoord op een pamflet bij W. Sylvius te Antwerpen in 't zelfde jaar gedrukt, getiteld: Sommier Discours des ivstes causes et raisons, qu'ont constrainct les Estats Generaulx des Païs bas, de pourveoir à leur deffence: contre le Seigneur Don Iehan d'Austrice. En Anvers, Par Guillaume
| |
| |
Syluius, Imprimeur du Roy, 1577. Avec Privilege pour quatre ans. In-4o.
Te vermelden is ook een uitgave in 't Nederlandsch:
Verclaeringhe van de meyninge des Doorl. Heere don Johan van Oistenrycke, al voor ende eer te trecken over die Maeze, ende te uersuecken den wech van wapenen. Geprint in de Stadt van Luxemburch by my Marten Marchant. Met Privilegie van de Con. Majesteijt, 1578. In-4o.
Eugène Ulrix et Charles van den Hautte. Bibliographie de l'histoire de l'histoire de Tongres, imprimerie Collée 1903). 68 blz. 8o.
Biographie nationale. xvii, 1r fase. Per - Piers. Bruxelles, Bruylants-Christophe & Cie, 1902.
Wij hebben ter aankondiging ontvangen:
Douglas Cockerell. Der Bucheinband und die Pflege des Buches. Ein Handbuch für Buchbinder und Bibliothekare ... mit Zeichnungen von Noël Rooke und anderen Illustrationen. Aus dem Englischen übertragen von Felix Hübel. Leipzig, 1902, Hermann Seemann Nachfolger. 273 blz. 8o; prijs M. 5.-
Friedr. Joh. Kleemeier. Handbuch der Bibliographie. Kurze Anleitung zur Bücherkunde und zum Katalogisieren. Mit literaturangaben, Übersicht der lateinischen und deutschen namen alter druckstätten, sowie mit alphabetischem verzeichnis von abkürzungen, worterklärungen und mit register. Wien, Pest, Leipzig. A. Hartlebens Verlag. 1903. viii-304 blz. 8o; prijs gebonden: 6 mark.
Chr. Ischyrius Homulus. Texte latin publié avec une introduction et des notes par Alphonse Roersch. Gand-Anvers, La Librairie Néerlandaise, 1903. xliii + 63 blz. 8o.
Deze werken zullen in het eerstvolgende nummer besproken worden.
|
|