king staan. Hans Rijns interviewde hierover projectleider René van Stipriaan. Niet alleen raaf Tiecelijn reist de wereld rond, ook de vos Reynaert verovert onze geglobaliseerde wereld met nieuwe vertalingen in het Engels, het Esperanto en het Chinees.
De vos is globetrotter en wereldburger én hij is klaar voor de nieuwe eeuw en voor de jeugd van tegenwoordig. In de gerapte versie van Charlie May - binnenkort in het Engels - en Zuvuya (het gezelschap speelde reeds zijn tweehonderdste voorstelling) spreekt hij de jongeren aan. Voor een jong en oud publiek verscheen recent de cd Marcel Ryssen vertelt Reynaert de vos, een uitgave waarmee het Reynaertgenootschap zijn voorzitter in de schijnwerpers zet. Meesterverteller Marcel Ryssen nam ruim twintig jaar na Jo van Eetvelde Van den vos Reynaerde opnieuw op, nu in een korte, verhalende versie. De jeugd werd in 2009 sterk aangesproken in het knappe educatieve traject van de Erfgoedcel Waasland Tricky Reynaert en co over Reynaert de vos, Anansi de spin, Nasreddin Hodja en andere tricksters.
Iconografisch beleefde de Reynaert in de voorbije jaren twee superieure hoogtepunten: in 2008 met de prachtige tekeningen van Klaas Verplancke en zeer recent, zoals hierboven al vermeld, met de overdonderende illustraties van Marc Legendre bij de vertaling van René Broens (gerecenseerd door Charlotte Pylyser).
In dit derde jaarboek, jaargang 23 van Tiecelijn, wordt de onmetelijke schatkamer van de matière renardienne opnieuw rijkelijk geopend. Het nummer begint met een thematische reeks artikelen over de aap. (Wat zou er trouwens met brievenbesteller Botsaert gebeurd zijn?) In boeiende bijdragen van verschillende lengte en diepte bekijken Hans Rijns, Yvan de Maesschalck, Jack van Peer en Hilde Reyniers aspecten van de aap in de literatuur en de kunst. Het nummer begint met de vertaling van enkele apenfabels door Mark Nieuwenhuis. Van zijn hand staan in dit jaarboek nog diverse, nooit in het Nederlands vertaalde, Latijnse teksten. Nieuwenhuis' translatie en interpretatie van de Ysengrimus abbreviatus is bijzonder belangwekkend. De teksten over het bezoek van de aartsbisschop van Toledo aan de paus en de twee geschiedenissen uit de Speculum stultorum van Nigel van Longchamp verbreden het bereik van ‘Tiecelijn nieuwe stijl’ met teksten die te linken zijn aan de materie, maar er niet toe behoren. Ook Yvan de Maesschalck maakt een indringende uitstap met de bespreking van Kisling & Verhuycks De duim van Alva, waarmee Kisling en Verhuycks ‘trilogie’ die met Het leugenverhaal begon, wordt afgesloten.