de grens van de 70 hadden overschreden, klonk het alsof we eeuwig zouden leven. Ik ontdekte hem als een Pallieter, een levensgenieter, een onvermoeibaar geïnspireerde, creatieve duizendpoot en durver, iemand die jong zou blijven (en inderdaad bleef), tot zijn laatste dagen.
De Reynaertbeelden van Chris Ferket, verspreid tussen Ieper en Kieldrecht, zijn uniek. Chris durfde de meest nukkige materialen aan, van de Balegemse hardsteen tot de giganten van het eiland Naxos. Hij liet met vaardig talent het brons zich verenigen met graniet. Op prachtige wijze wist hij natuurkeien een passende plaats te geven in de opbouw van zijn beelden, beelden die verhalen vertellen en zich niet beperken tot een portret. Ik zal met bewondering blijven genieten van zijn gluiperige vos die de ganzen misleidt met zijn gepraat midden in de Oudemanskreek in Sint-Jan-in-Eremo (met een originele variante nabij de basiliek van Hulst); van die vraatzuchtige fielt met in zijn muil een slappe Coppe nabij de Leiebrug in Deinze; van het massale Tibeertmonument op de vesten van Ieper.
(Louter toeval bracht me in de kattenstad toen ik dit in memoriam schreef. Met mijn vrouw trok ik op de Ieperse markt een kledingzaak binnen en zie er op een marmeren tablet een fantastisch Reynaertbeeld staan. Daarnaast een foto met een glimlachende Chris Ferket. Ik hoorde Chris' bevlogen stem terug, zag zijn soepele gebaren...).
Chris bruiste rusteloos van de ideeën die hij ook grotendeels wist uit te werken. Zijn beeldenpark in de Brielmeersen in Deinze, de beeldenroute doorheen het Meetjesland, de tien Reynaertbeelden in Sint-Laureins (waarbij hij o.a. vrouw Ruckenau uitbeeldde, uniek in Vlaanderen en Nederland), zijn beeldverhaal over de klokkenluidende wolf tijdens een openluchttentoonstelling in Lovendegem, een reuzenooievaar in Nazareth, tuk op het naïeve kikkerdom om zich heen, recent een mooi Uilenspiegel- en Reynaertbeeld in Kieldrecht, in het Waasland, de streek waarvan hij afkomstig was (hij werd geboren in Stekene op 6 september 1929).
Alle verwezenlijkingen van de bedrijvige Chris Ferket aan bod laten komen, gaat binnen dit korte bestek niet. Ik verwijs naar de mooie website www.chrisferket.be en de vele keren dat hij aan bod kwam in Tiecelijn (welgeteld 26 maal; in 2000 (jaargang 13, p. 146-155) verscheen een uitgebreid interview met hem).
Chris was een vos. Hij wist vele burgervaders en politieke verantwoordelijken warm te maken voor dat niet te missen beeld in hun gemeente, en daarbij wist