Tiecelijn. Jaargang 19
(2006)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 334]
| |
VerantwoordingDeze ‘leeseditie’ wil een beeld geven van diverse aspecten van de reynaerdistiek. Het is niet de bedoeling een wetenschappelijke (en daardoor ongetwijfeld stroevere) editie van de brieven te bezorgen. Wij willen de lezer niet vervelen met volledige briefhoofden, referentiegegevens (contactpersonen, telefoonnummers, stempels, verwijzingen naar andere brieven, adressen...). Wij baseren ons op de opties uit de leesedities van de brieven van Willem Elsschot (Em. Querido's Uitgeverij, 1993) en Gerard Walschap (Nijgh en Van Ditmar, 1998 en 2002). De nog niet gepubliceerde brieven werden voornamelijk geselecteerd uit de collecties van het AMVC-Letterenhuis (Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven te Antwerpen), de Bibliotheca Wasiana te Sint-Niklaas en het Reynaertgenootschap. Daarnaast werd gul uit diverse privécollecties geput. Indien de brieven reeds werden gepubliceerd, werd uitgegaan van de kunde van de vroegere editeurs en werd de transcriptie overgenomen en de bewaarplaats in de meeste gevallen niet meer opgespoord. De brieven (briefkaarten) werden chronologisch geordend en genummerd. Toch staan de meeste brieven thematisch bij elkaar. Voor de datering werd uitgegaan van de datering op de brief. In het geval er vierkante haken werden gebruikt, gaat het om ongedateerde brieven. Hier werd de datum afgeleid van de poststempel, de inhoud, gegevens in een tegenbrief of externe gegevens. De datum en plaats van verzending werden geüniformiseerd. Ook voor de ‘tekstconstitutie’ en de ‘tekstweergave’ grepen wij terug naar de opties uit de uitgaven van de briefwisseling van Elsschot en Walschap. Aanhef, insprongen, witregels en ondertekening werden geüniformiseerd. Margeteksten en later toegebrachte notities of correcties werden op de door de auteur bedoelde plaats ingevoegd. Naschriften werden onder de ondertekening opgenomen. Bij een onduidelijke handtekening werd de naam van de auteur volledig opgenomen. De spelling uit de brieven werd - in tegenstelling tot de hierboven genoemde uitgaven, waarin het om de briefwisseling van steeds één auteur ging - in deze editie ongewijzigd overgenomen. De verschillende spellingen werden net als stijl, zinsbouw en woordkeuze behouden, net als inconsequenties in de titels of de namen (bijvoorbeeld hoofdlettergebruik). Alleen evidente spel-, schrijf- of tikfouten (bijv. dubbel typen of schrijven van hetzelfde woord) werden stilzwijgend verbeterd, behalve in de reeds gepubliceerde brieven (bijv. bij Jan Frans Willems). Niet of moeilijk leesbare stukken werden tussen vierkante haken gevoegd, evenals adressen van nog levende personen. De brieven werden niet ingekort. Interpunctie en alineëring in de eigenlijke tekst bleven grotendeels gehandhaafd. Toch werd hier en daar een punt toegevoegd (op het einde van een zin) of weggelaten (in en na de ondertekening) en zijn insprongen, de puntsgewijze opsommingen e.d. geüniformiseerd. Afkortingen (bijv. van personen, instanties, boek- en tijdschrifttitels) werden behouden, en waar dit niet uit de context blijkt, in het notenapparaat verklaard. Dubbel gespatieerde teksten, dubbele aanhalingstekens en dubbele gedachtestreepjes en punten werden vervangen door enkele. Enkele en dubbele onderstrepingen werden gecursiveerd. Kapitalen werden behouden, maar vervangen door klein kapitaal. | |
[pagina 335]
| |
De brieven werden na de verwijzing van een eventuele publicatie of de bewaarplaats kort becommentarieerd, waardoor de context van de brief, de namen van personen en onderlinge relaties duidelijk worden. De Reynaertmaterie stond hierbij centraal. De briefschrijvers en hun correspondenten worden kort beschreven in een afzonderlijke lijst (achteraan). Die beschrijving is toegespitst op de relatie tot de Reynaertmaterie en de inhoud van de brief. | |
DankwoordGraag danken wij de redactieleden van Tiecelijn voor hun reacties en hun kritische lectuur. Het leescomité werd gevormd door Marcel Ryssen, Willy Feliers, Peter Everaers en Hilde Reyniers, die net als Wim en Trude Gielen en Els Wauters ook de proeven herlazen. Hilde Reyniers en Willy Devreese vergeleken de transcripties zorgvuldig met de originelen. Marcel Ryssen en Hans Rijns vertaalden brieven uit het Duits. Brieven en suggesties werden bezorgd door onder anderen Yvan de Maesschalck, Jozef Vandemaele, Wim Gielen, Jan Goossens, Peter Everaers, Hans Rijns, Hans Cramer en André Bouwman. Verder zijn wij dank verschuldigd aan Sander van Daele, Johan de Vriendt (Bibliotheca Wasiana), Diane 's Heeren, Jan van Heurck en vooral Marc Somers (AMVC-Letterenhuis) - aan hem zijn wij veel dank verschuldigd - en aan alle briefschrijvers en geadresseerden en/of hun erven en de beheerders en de uitgevers die de toestemming tot publicatie verleenden. | |
Tot slotEr werd getracht om volgens de wettelijke voorschriften alle zenders en ontvangers of hun rechthebbenden te contacteren voor een toestemming tot publicatie. Indien wij hier door tijdsdruk of als gevolg van te ingewikkelde speurtochten (erven, adres-wijzigingen, onbeantwoorde brieven of mails) niet in slaagden, willen wij de rechthebbenden vragen om met ons contact op te nemen. |
|