Tiecelijn. Jaargang 19

52

Amsterdam, 31 januari 1984

Jacques Hamelink aan Peter Everaers

Beste Peter,

Nogmaals dank voor jullie gastvrij en hartverwarmend vriendelijk onthaal. Mocht ik misschien al veranderd zijn in de loop van de tijd, het Zuiden is het níet.

Het mooist vind ik achteraf dat we Reinaerts pelgrimsstaf hebben rechtgebogen. Wat kun je meer doen voor zo'n kromme figuur? Maar wat mij betreft is hem het eeuwige leven beschoren, waar we het zijdelings ook nog even over hadden. Vergeet niet dat de deur hier voor jullie open staat (en dat het waar is dat ik dat ding altijd goed in de gaten houd). In de hoop je niet te hebben verveeld met mijn voor-

[p. 312]

lezing en ervan uitgaand dat we elkaar - hier of daar - vaker terug zullen zien, met hartelijke groet (waar Faridah de hare aan toevoegt) voor Maria en voor jou. Je

Jacques Hamelink

1 ex. Montale - reken erop.^1.

Bewaarplaats: collectie Peter Everaers.

Context: Het Reynaertbeeld van Anton Damen dat in 1937 op de Houtmarkt, en later (vóór 1955) nabij de Gentse Poort werd geplaatst, heeft in zijn geschiedenis meermaals onder vandalisme geleden. In Dagblad De Stem van vrijdag 20 mei 1955, aan de vooravond van de grote Reynaertfeesten, staat onder de kop Speurderswerk naar staf en buidel. Betreurenswaardig vandalisme een stuk over de diefstal van Reynaerts ‘pelgrimsstaf en reisbuidel’ in 1952. Daarop loofde de gemeenteraad een beloning uit van 100 gulden. De journalist somt vier verdachten op: ‘1. Bruun de beer; 2. Alle oud-ijzerhandelaren binnen een straal van 10 km. Rond Hulst; 3. Reinaert zelf; 4. Mannen van Steen’ (het naburige Sint-Jansteen). In 1984 was de staf allang weer in Reynaerts bezit, maar opnieuw door vandalisme aangetast... Dichter Jacques Hamelink en antiquaar Peter Everaers hebben geprobeerd dit recht te zetten.

1. De bundel De roos in de kermistent van Eugenio Montale (1896-1981), Italiaans dichter en Nobelprijswinnaar in 1975.