Tiecelijn. Jaargang 19

[p. 278]

29

Sint-Amandsberg, 21 november 1953

Jozef Goossenaerts aan broeder Aloïs

Waarde Vriend,

Over de vergadering te Antwerpen hebt Gij allicht enig verslag gekregen. De mannen van het Land van Waas hebben zich geweerd, hoor! Intussen verklaarde pater Stracke,^1. die vroeger opineerde voor het Land van Waas, dat uw dienaar blijkbaar gelijk heeft.

Wat nog niet wil zeggen dat het Land van Waas helemaal zou te verwaarlozen zijn! In elk geval denk ik niet dat E.H. De Wilde^2. er totnogtoe velen, die even nadenken, zal vermogen te overtuigen. Ernstiger is uw vondst. Dat zou moeten verder uitgewerkt worden. Maar wie zal ons zeggen welk de andere oude kloosters waren in deze streek?^3. Pater Stracke heb ik er op de vergadering zelf over ondervraagd en die scheen het niet te weten. Of er bij pater de Moreau^4. veel te vinden is, herinner ik me niet. Ik zal het nog eens moeten nakijken. - Wat de Lede^5. en zo meer betreft, dat kan misschien nog wel interessant worden voor jullie thesis, ik bedoel: voor hen die meer de nadruk leggen op het Land van Waas. Ik heb daarover uitvoerig geschreven naar mijn oud-collega Dr Poppe.^6. Toen ik hem gisteren toevallig ontmoette, zei ie me alvast dat de Lede niet zo maar een kanaal was en dat die rivieren in de Middeleeuwen breder waren dan nu.

In 't midden van volgende week heb ik allicht zijn uitvoerig, geschreven antwoord. Gaarne deel ik U dat dan weer mede.

Indien er binnen kort iemand naar Gent zou komen per wagen, dan komt hij het hele dossier over het Reinaartpad, dat Dr Tieleman^7. samenstelde, wel eens halen? Want ik vind met jullie: met dat pad moeten we doorwerken voor volgend jaar.

Met beste groeten, mede voor de vrienden,

Dr J. Goossenaerts

Bewaarplaats: Archief Broeders Hiëronymieten Sint-Niklaas, BA 193.

Context: Op 16 oktober 1953 nodigde de Bibliotheca Wasiana te Sint-Niklaas Jozef Goossenaerts uit voor een lezing over ‘Het land van Waas en de Reinaert’. Het werd een geanimeerde lezing waarin de Gentenaar (ondanks de titel van de lezing) het Gentse als bakermat van de Reynaert verdedigde. Goossenaerts besloot de lezing met een oproep om een Reynaertroute te ontwerpen tussen Hulst en het Campo Santo te Sint-Amandsberg, waar J.F. Willems, de Vader van de Vlaamse Beweging en de belangrijkste Vlaamse reynaerdist uit de negentiende eeuw, lag begraven. Er werd een Reynaertcomité opgericht o.l.v. burgemeester Prosper Thuysbaert van Lokeren. In kasteel Notax te Destelbergen werd een soort Reynaertacademie geïnstalleerd die de route inhoudelijk vorm gaf. De Reynaertroute werd ingereden op pinkstermaandag 26 mei 1955 tussen Hulst en Destelbergen, waar een toneelopvoering van P. de Monts toneelbewerking van de Reynaert werd opgevoerd. Stijn Streuvels was eregast tijdens de feestelijke rondrit, die het begin van het toeristische leven in het Land van Reynaert inluidde. Ondanks de grote plannen werd de routebeschrijving niet gepubliceerd (dit gebeurde pas in 1991 met Het Land van Reynaert langs een gewijzigd traject). Wel werden diverse kunstzinnige Reynaertbanken met teksten uit het Middelnederlandse verhaal langsheen het traject geplaatst en plechtig ingezeten. Diverse brieven laten ons kennismaken met de praktische aspecten van de totstandkoming en opening van het Reynaertpad.

1. D.A. Stracke (1875-1970). Jezuïet, literair-historicus, Ruusbroec-kenner, stichter van Ons Geestelijk Erf. Gaf diverse Reynaertlezingen en publiceerde een dozijn Reynaertartikels, o.a. over de toponiemen Hulsterlo, Kriekeputte (hij ontdekte in 1914 het enige tot nu toe geattesteerde Kriekeputte (evenwel uit een document uit 1444) in de Reynaertstreek), Hijfte/IJste, deken Herman, de pape van Boloys, de bronnen en de handschriften van de Reynaert enz. N.a.v. de Reynaertfestiviteiten in 1955 publiceerde hij in het jaarboek van De Vier Ambachten te Hulst het artikel Eerste kennismaking met onze Reinaert (1955-1956, p. 17-34).

2. E.H. Jozef de Wilde (1906-1993). Medeoprichter van de Bibliotheca Wasiana, auteur van historische en toponymische studies over het Waasland en het Meetjesland. Reynaerdist. Publiceerde op hoge leeftijd zijn Reynaertstellingen in: Van den vos Reynaerde ontsluierd (Gent, 1989).

3. Wellicht gaat het over het vrouwenklooster in de Reynaert, dat broeder Aloïs vereenzelvigde met Nonnenbos (Oudenbos) te Lokeren. Zie Aloïs’ artikel over De Geografie van de Reynaert in het Reinaertnumer van De Toerist, 34 (1955) nr. 10, p. 309-332.

4. In zijn monumentale kerkgeschiedenis Histoire de l'Eglise en Belgique (1948) geeft E. de Moreau een opsomming van de kloosters gesticht vóór 1559.

5. Het betreft een waterloop (beek) die nabij klooster Nonnenbos loopt en te Lokeren in de Durme uitmondt.

6. Dr. Poppe: voorlopig niet geïdentificeerd.

7. De in 1951 vroeg gestorven Dr. Edmond Tieleman (^o1902), secretaris van de Vlaamse filologencongressen en heemkundige? Het zou dan gaan om een bundel die bij het overlijden van Tieleman bij Goossenaerts was achtergebleven.