Tiecelijn. Jaargang 19
(2006)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd12Utrecht, 23 januari 1909 J.W. Muller aan Stijn Streuvels Zeer geachte Heer Lateur, Dezer dagen ontving ik van den heer Veen blz. 1-88 van den tekst Uwer bewerking van onzen Reinaert. Ik moet eerlijk erkennen niet juist meer te weten wat wij daaromtrent afgesproken hadden: of ik den tekst nog eens herzien zou naar dien van het nieuwe hs. enz. Hoe 't zij, Dr. DegeringGa naar eind1. laat zóó lang op zich wachten - ik heb nu pas twee vel, vs. 1-1000, in proef van hem ontvangen - dat ik begrijp dat Gij en de heer Veen maar liever Uw tekst zijt gaan drukken; te meer daar inderdaad Uwe vrije bewerking slechts op enkele plaatsen door dien nieuwen tekst gewijzigd zou worden. In allen gevallen heb ik nu echter meer de vrijheid genomen die plaatsen waarvan bij lezing mij door Dr. D. en door mij in de VI. Acad. was medegedeeld, benevens die twee proefvellen, met Uwe bewerking te vergelijken, en voorts het geheel nog eens vlug door te lezen. Als gevolg daarvan zult Gij in het bijgaande ettelijke potlood-kantteekeningen van mij vinden (naar ik hoop, niet te moeilijk leesbaar): deels de vrucht der vergelijking met den ouden tekst, zooals ik geloofdet wij hem nu critisch zullen mogen en moeten herstellen, deels op- en aanmerkingen die ik eigenlijk aanstonds, bij de eerste lezing, had moeten maken, deels ook (enkele) nog achtergebleven drukfouten. Dit alles zult Gij willen aanvaarden zooals het door mij bedoeld is: voorslegen tot wijziging, die Gij al dan niet kunt aan- en overnemen. Ik dring U mijn wijsheid niet op; Gij blijft de auteur, meester Uwer kopij, en er ook verantwoordelijk voor. Slechts enkele malen heb ik aangedrongen op wijziging, waar de ‘vertaling’ mij volstrekt onjuist schijnt of een gekozen woord op ons, Noordnederlanders, een verkeerde, door U niet bedoelden indruk zou maken. Zou 't niet het gemakkelijkst zijn als Gij de kopij aan mij terugzondt, die ze dan aan de drukkerij doorzend? Dan zie ik met een oogopslag of en wat en hoe Gij nog een of ander gewijzigd hebt. De druk der platen wacht op den daaronder te drukken (ouden) tekst, door mij te reconstrueren of te redigeeren, die - als gezegd - weer wacht op Dr. D. Ik vrees dat dit wel een slakkengang zal blijven gaan: 12 Dec. kreeg ik 't eerste, 19 Jan. 't tweede vel. Nu, het afdrukken van zulke platen pleegt ook wel eenigen tijd te eischen. De vier die ik er van gezien heb zijn inderdaad zeer fraai van teekening en van kleur; het kan een schoon geheel worden, waartoe ik 't mij een eer en een genoegen reken iets te zullen mogen bijdragen. | |
[pagina 255]
| |
Geloof mij intusschen, met mijne beleefde groeten, hoogachtend, Uw dienstwilligen J.W. Muller
Publicatie: De vos en het Lijsternest, (zie brief 10), p. 237-238.
Bewaarplaats: AMVC-Letterenhuis, map S 935/B2, 126736/5a. |
|