Anton van Wilderode
Reinaert 3
Kriekepitte te De Klinge
Ik zocht de zeven berken die de vos
toen hij de doodskou van zijn ribben keerde
destijds aan koning Nobel signaleerde,
de Kriekepit in het verwilderde bos.
De poel ligt loodzwaar in een schrijn van riet
en wolken groen ontzaglijk neergezonken,
verlevendigd door weerlichten en vonken
wanneer een glimp van zon te voorschijn schiet.
Soms staat een blauwe reiger als een draak
boven de plompen plotseling geheven
maar opgeschrikt en fladderend verdreven
als uit het lover een geweerschot kraakt.
Het water blaft terug. Eén ogenblik
loopt het alarm gewapend in het ronde.
Dan heeft de rust haar nest teruggevonden:
misschien is dàt de schat van wijlen Ermeryc?
Anton van Wilderode (Cyriel Coupé), Moerbeke-Waas 1918-1998
Sint-Niklaas en het land van Waas, De Nederlandsche Boekhandel, 1967.
Later in: Anton van Wilderode. Volledig dichtwerk. Lannoo, 1999.