Anton van Wilderode
Reinaert 2
Reinaertbank te Sint-Niklaas
De wildernis rond Malpertuus is ver,
de dichte dennebossen van twaalfhonderd.
Ik word ononderbroken overdonderd
door de geruchten van het snelverkeer.
Waar is de blauwe wierook van weleer;
de morgenmist als veren op de vennen?
Ik sta hier zoveel jaar aan rook te wennen
en iets vertelt mij dat ik het nooit leer.
Weg zijn de eikebomen van Lamfreyt,
de heide met haar kleine paarse ruikers.
Ik zie geen mensen meer maar weggebruikers
gewikkeld in een onderlinge strijd.
Draai mij maar om naar het restant van groen,
het rozenpark, de waaiers van bruin lover,
want als die weg zijn blijft niets beters over
dan mijn twee vossenogen toe te doen.
Anton van Wilderode (Cyriel Coupé), Moerbeke-Waas 1918-1998
Sint-Niklaas en het land van Waas, De Nederlandsche Boekhandel, 1967.
Later in: Anton van Wilderode. Volledig dichtwerk. Lannoo, 1999.