Tiecelijn. Jaargang 17
(2004)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 279]
| ||||||||||||||||
grafiek◼ Willy Feliers
| ||||||||||||||||
[pagina 280]
| ||||||||||||||||
afb. 1
Messire Chantecler le coq,
passant entre deux pieux disjoint*,Ga naar margenoot+
était sorti dans la poussière
le long d'un sentier* dans le bois.Ga naar margenoot+
Fièrement, il rentre auprès d'elles,
La plume basse le col haut,
zien we Renart achter de spitskolen naar een bres in de omheining sluipen. Door die opening, naast een gebroken paal, ziet de vos ‘Messire Chantecler’ voorbij stappen: trots, met gezwollen borst en opgestoken kam op zoek naar zijn hennen. Naast deze realistische uitgebeelde, grafisch vertellende fragmenten gebruikt de graficus het midden van de prent om zich stilistisch uit te leven. Hij creëert in een bijna postmoderne stijl Stuyvaertiaanse spitskolen die net zoals de bomen bovenaan in een oogopslag te herkennen zijn als karakteristiek voor zijn werk. Eveneens in de Franse Renarttraditie schrijft Pierre Coran in 1996 een zeer auditieve, naar het luisterende oor gerichte Renarthertaling voor toneelgebruik: Le Roman de Renart. Mise en vers de Pierre Coran. Images de Gabriel Lefebvre. Gabriel Lefebvre is geboren in 1956 te Elsene. Hij genoot een grafische opleiding aan de Academie van Bergen en is vooral bekend als illustrator. Hij werkte veel voor | ||||||||||||||||
[pagina 281]
| ||||||||||||||||
afb. 2
uitgeverij Casterman en maakte voor Corans Renarthertaling tientallen illustraties in kleur. Het hoofdstuk Renart et le coq Chantecler opent met een paginagrote illustratie in pastelkleuren, waarin we een wegvluchtende haan zien (afb. 3). Chantecler, afgebeeld met een lange nek en poten als zevenmijlslaarzen geeft aan deze prent een voorspellende vooruitblik op de nare dingen die te gebeuren staan. Verderop waarschuwt de hen Haletente Chantecler dat ze de spitskolen in de moestuin heeft zien bewegen en een wild dier heeft gezien: C'était une bête sauvage
Qui peut nous faire grand dommage*Ga naar margenoot+
Si nous ne filions pas d'ici.’
Chantecler, altier*, la rassure:Ga naar margenoot+
‘je ne sais goupil ou putois*Ga naar margenoot+
Qui oserait, en tapinois*,Ga naar margenoot+
Franchir d'un bond notre clôture.’
Le coq met fin à l'entrevue*,Ga naar margenoot+
Retourne en haut de son fumier*Ga naar margenoot+
Sans se douter de sa bévue*Ga naar margenoot+
Et de ce que lui pend au nez.
Las de chanter et de veiller,
Il se fait fort de sommeiller*Ga naar margenoot+
| ||||||||||||||||
[pagina 282]
| ||||||||||||||||
afb. 3
In de paginagrote illustratie (afb. 4) slaagt de kunstenaar erin om de tegenstelling tussen het gebrek aan alertheid van Chantecler, die moe van het zingen en waken indommelt, te stellen tegenover de vlugheid en de alertheid van Renart. De vos hangt boven de slapende Chantecler en de krul van zijn lange staart haakt achter een gekrulde staartveer van de haan. Chantecler is al aan de haak geslagen. Deze dynamische, atmosferische afbeelding is net als de prent op de openingspagina duidelijk een vooruitblik. Chantecler zal in Renarts bek belanden. De Duitse Reynaerticonografie is hoofdzakelijk geïnspireerd door Goethes Reineke Fuchs en de hertalingen en bewerkingen van de Reineke Fuchs. In de vrije Reineke Fuchs-bewerking van J.R. Haarhaus zijn fraaie illustraties van K. Wagner opgenomen. Een deel van die illustraties zijn als kleurenprent in het boek geplakt. Over de aankomst van Reineke in het Vierter Gesang met de beginverzen: ‘Er kommt! Wer hätte das gedacht! / Freund Grimbart hat ihn mitgebracht!’, ontwierp | ||||||||||||||||
[pagina 283]
| ||||||||||||||||
afb. 4
Wagner de illustratie waarop Cantecleer, hier Henning (‘Auch Henning sah man als Kläger erscheinen’) dominant is afgebeeld (afb. 5). Hij neemt duidelijk het initiatief in de reeks klachten tegen Reineke. De vos, met zijn kop in een schuine houding afgebeeld, wat dubbelzinnigheid evoceert, kijkt als een onschuldig slachtoffer naar de kraaiende haan. Zelfs Lampe de haas toont zich hier moedig: hij steekt zowaar zijn poten uit naar de vos. In een meute is zelfs de zwakste dapper. De donkere huid van de beer en de wolf, doet hier dienst als ideale achtergrond voor de opstelling van de kleine dieren en geeft de haas, Henning en de hen Kratzfuß meer perspectief. Een fraaie haan Henning met brilletje vinden we als achtergrondprent op een van de zes plaatjes van het Duitse gezelschapsspel voor kinderen: Das lustige Einmaleins (afb. 6). De toeschouwer ziet ook hier de uitbeelding van Hennings klacht. Hij leest de zogenaamde vredesbrief met het valse zegel van koning Nobel. Reineke voegt eraan toe dat de haan aan zijn bovenkleed en attributen kan zien dat hij een ongevaarlijke kluizenaar is geworden. Deze reeks lithoprenten is ontworpen door Christian Votteler en in 1890 in Wenen uitgegeven. | ||||||||||||||||
[pagina 284]
| ||||||||||||||||
afb. 5
| ||||||||||||||||
[pagina 285]
| ||||||||||||||||
afb. 6
De top van de top in de Reynaerticonografie is de prachtige suite etsen van Allart van Everdingen (1621-1675). Deze reeks etsen is niet alleen artistiek en iconografisch belangrijk, maar heeft bij Goethe de belangstelling voor de Reynaertmaterie levendig gehouden. Tien jaar vóór Goethe in 1793 zijn Reineke Fuchs beëindigde, kocht hij op één na alle Reynaertetsen van Allart van Everdingen. Deze etsen hebben zeker op zijn schrijftafel gelegen tijdens zijn werk aan de Reineke Fuchs. We | ||||||||||||||||
[pagina 286]
| ||||||||||||||||
afb. 7
bekijken een zeer realistisch blad uit deze suite etsen, geïnspireerd door dezelfde hanenscène (afb. 7) als de vorige prent. De haan zit op de loopplank voor het kippenhok en luistert met open bek en in een agressieve, verdedigende houding naar het kluizenaarsverhaal van Reineke. Achter diens rug, in het volle licht en voor een fraai geëtste achtergrond, krijgen we een vooruitblik van wat de ‘kluizenaar’ echt op het oog heeft. In Goethes Werke. Vierte Auflage. Fünfter Band, vinden we naast Aus meinem Leben. Wahrheit und Dichtung ook de Reineke Fuchs met fraaie illustraties van de Duitse graficus Carl Gehrts (1853-1898). Ook dit plaatje is geïnspireerd door de hofdagepisode en speciaal gefocust op de aankomst van Henning met zijn dode hen Kratzfuß (afb. 8). We zien voor de troon van Nobel een draagbaar waarop de hen is neergelegd, afgedekt met een doek. Henning staat ernaast samen met de twee hanen Kreyant en Kantart die een brandende kaars dragen. In de Engelse vertaling The Story of Reynard the Fox van Goethes Reineke Fuchs door Thomas James Arnold vinden we Chanticleer op enkele fraaie houtgravures gemaakt door de Duitse graficus en lithograaf Fritz Eichenberg (vgl. Tiecelijn, 2002, p. 94-96). Onder de controlerende blik van Reynard (afb. 9), die van op een banderollenwolk de Coppescène overziet, brengt Chanticleer met een stem ‘like a clarion shrill’ zijn klachten voor het hof. Naast hem: ‘A dead Hen borne behind him on a bier. / It was the headless corpse of young Greyleg.’ Met afgebeten kop hangt Greyleg in de draagbaar. De jonge hanen Cantart en Cryart dragen de kaars. ‘They were the Brothers of the murdered Dame’. Op hoge poten en met de linkervleugel voor zijn borst brengt Chanticleer zijn grieven voor koning Nobel. Op de meeste illustraties | ||||||||||||||||
[pagina 287]
| ||||||||||||||||
afb. 8
| ||||||||||||||||
[pagina 288]
| ||||||||||||||||
afb. 9
| ||||||||||||||||
[pagina 289]
| ||||||||||||||||
afb. 10
over deze scène klappert de haan met zijn vleugels. Je zou de scène kunnen interpreteren alsof Chanticleer onder eed staat en getuigt, maar zijn houding kan ook antropomorfe lichaamstaal zijn: in vele culturen kruisen de mensen de armen voor de borst als ze zich bedreigd of geïntimideerd voelen. Als Reynard later in het verhaal in hoofdstuk 5 (The Pardon) op de ladder naar de strop klimt is Chanticleer weer haantje de voorste (afb. 10). Hij heeft kraaiend vooraan postgevat. Reynard staat midden op de ladder en wendt zich tot Nobel die met de rug naar de galg is afgebeeld. De koningin heeft het hoofd naar de vos gewend en luistert naar het verhaal over de verborgen schat van Ermenrike. Dit zal leiden tot de vrijspraak voor de vos. De lichaamstaal van de vos en vooral de tegenstelling tussen de houding van de koning en de omkijkende koningin versterken de sfeer van dubbelzinnigheid. Grafici leggen bewust of onbewust veel lichaamstaaleffecten in hun figuren. | ||||||||||||||||
[pagina 290]
| ||||||||||||||||
AfrondingEen kantelmoment (‘Wendepunkt’) op de hofdag is de aankomst van Cantecleer met de dode hen Coppe. Alle voorafgaande pleidooien van Grimbeert zijn daardoor ontkracht. Nobel besluit tot het dagen van Reynaert. De vos moet zich verantwoorden voor de moord op Coppe. Over deze scène zijn tientallen illustraties gemaakt zoals ook over de aansluitende episode waar Cantecleer verhaalt over de aankomst van Reynaert, die ‘pelgrim’ is geworden en de haan de vredesbrief van Nobel overhandigt. Hoewel het dus veelal over het uitbeelden van dezelfde scènes gaat, zijn de beste prenten niet inwisselbaar. Tweederangskunstenaars, die slaafs de groten volgen, brengen weinig origineels. De meest talentvolle grafici die Cantecleerscènes hebben uitgebeeld weten door hun eigen invalshoek, verscheidenheid van houdingen en typische stijl telkens een originele prent te ontwerpen. | ||||||||||||||||
Geraadpleegde literatuur
|
|