Tiecelijn. Jaargang 17
(2004)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| ||||
De kat en de vrouwHedwig Pauwels, de winnaar van de Prijs van de stad Sint-Niklaas in de Internationale exlibriswedstrijd Reynaert de vos, 1996, etste een mooi kattenexlibris voor R. Claussen. Op het ex-libris (afb. 1), een kleurenets-aquatint, draagt een dromerige vrouw een prachtige Siamese kater die met zijn ogen, ‘mêlés de métal et d'agate’, in de verte zoekt naar zijn droom-kattenvrouwtje. Ook de vrouw maakt met haar linkerhand een uitnodigend gebaar (‘Viens, mon beau ...’) en streelt met haar rechterhand haar fraaie borst. Deze subtiel erotisch geladen prent doet denken aan de volgende verzen van Baudelaire uit Le Chat: Et que ma main s'enivre du plaisir
de palper ton corps électrique
De prent roept een droomwereld van begeerte op. Het beeld van de kat en de vrouw vloeien in het rijk van de verbeelding in elkaar over tot een esoterisch en geheimzinnig beeld van verlangen. Op het ex-libris van de Russische kunstenaar Valeri Misjin (afb. 2, mezzotint) vinden we een meer dubbelzinnige erotische spanning terug. Een mooie naakte vrouw vlindert weg boven de torens van een denkbeeldige stad. Ze wordt beloerd door een bronstige kater, waarvan zij het hoofd afwendt. We bemerken een sterke tegenstelling tussen het serene gelaat van de vrouw en de agressieve, bronstige uitdrukking op het gezicht van de kat. Op de prent zien we de grote kracht en mogelijkheden van de mezzotint etstechniek: binnen dezelfde bruingrijze kleur creëert de kunstenaar een vloeiende schakering van bruingrijze nuances en geeft zo aan het vrouwenlichaam een satijnen levensechtheid. De creatieve verbeelding van de Tsjechische grafika Hanna Capova resulteert in een geheimzinnige dame, samen uitgebeeld met haar vijf katten (afb. 3, kleurenetsaquatint). Zijn het bestaande kattensoorten of zien we hier een grafische toepassing van de dichterlijke vrijheid van de beeldende kunstenaar? Navraag bij kattenliefhebbers en -specialisten en een speurtocht op het Internet brachten geen beslissend antwoord. We vermoeden dat de kunstenaar de Burmese kat heeft afgebeeld, die vanaf de vijftiende eeuw als huiskat in beeld kwam. Op de opuslijst van de artieste staat enkel ‘vrouw met kat’. De vrouw oogt Oosters. De houding en de expressie van de kattenkoppen doen eerder denken aan een beschermende | ||||
[pagina 88]
| ||||
functie van de kat. Bij de oude Egyptenaren was Bastet een van de geliefde, beschermende godinnen, die de kat symboliseerde en dikwijls met een kattenkop werd afgebeeld. Mogen we veronderstellen dat de kattensymboliek in het beschermen van de vrouw schuilt? De fraaie prent werd op de etspers gedrukt in alle varianten van bruin, van licht naar donker en is technisch, compositorisch en qua sfeer een waar genoegen om te bekijken. Vanzelfsprekend geniet de liefhebber het meest van de originele ets omdat op een kleurenafdruk in een tijdschrift het warme en levensechte karakter dat de prent uitstraalt, verloren gaat. De Tsjechische kunstenaar Pavel Hlavaty maakte voor de Luxemburgse ex-librisverzamelaar Pierre Roller een cirkelvormig ex-libris waarop we vier katten terugvinden (afb. 4). Links op deze kleurenets-aquatint ontdekken we een in de verte starende kattenvrouw met weelderige boezem, verstrengeld met een jong onschuldig poesje dat nog steun zoekt en de pootjes om haar linkerborst slaat. Rechts bemerken we een dominante kater die de vrouwtjes niet uit zijn kop kan bannen. De kunstenaar heeft speels een naakte vrouw in de katerkop verwerkt en laat de neus van de kater ook als ‘poesje’ van de vrouw figureren. Op de achtergrond zien we een ontgoochelde kater die vermoedelijk al die heerlijke poesjes aan zich ziet voorbijgaan. De speelse, vindingrijke Russische kunstenaar Yuri Nozdrin heeft in zijn typische stijl een geheimzinnige kattenvrouw geëtst (afb. 5). De streng ogende kater slaat zijn pootje rond de hals van de vrouw. Zijn vacht figureert als een weelderige vrouwenhaardos. De vrouw houdt in haar hand een toren van Babel en leunt tegen een hoekige toren waarop we een appelboom zien met appels in de vorm van hartjes. Langs kleine ladders klimmen mannen naar de hoogste etages om de vrouw te bewonderen. Eén van hen heeft al een ladder tegen een boomtak op de toren kunnen plaatsen. Van op deze uitkijkpost kan hij naar haar mooie borsten en driehoekje gluren. Tussen haar benen trekt een heel leger met wapperende vaandels op weg naar haar ‘vesting’. Ook tegen haar dij is een ladder geplaatst, waarlangs mannen pogen haar te bereiken. De bovenste kerel is afgebeeld als hoorndrager die zijn kansen op een ander terrein gaat wagen. Heel mooi is het miniatuur kattenvrouwtje linksboven, met een fraaie staart. En waar komt de tak vandaan? De hoofdscène wordt als het ware beklemtoond door een horizontale kattenvrouw met stevige borsten waarvan een tepel wordt beroerd door een hand die vastzit aan een ladderarm van een man die alleen maar bestaat uit hoofd en voeten. Nozdrin is een moderne Bosch of een Brueghel. De kunstenaar ontwerpt en drukt zijn prent in lijnets. Vervolgens wordt iedere prent met de hand ingekleurd. Het zijn dus allemaal unieke bladen die erg gewaardeerd worden in het wereldje van de verzamelaars. | ||||
FaustDe kat is in het moderne ex-libris niet altijd een symbool van bescherming, lieftalligheid, vrouwelijkheid, sensualiteit of seksualiteit. Een tweede groep van kattenexlibris toont ons vooral literaire katten. Niet al deze katers en kattinnen zijn positief te duiden. De Limburgse kunstenaar Hedwig Pauwels etste voor de Duitse exlibrisverzamelaar en uitgever van ex-librisboeken Claus Wittal (o.a. Katzen en Katzen-Exlibris) een vrouwelijke Faust (afb. 6, ets-aquatint). Een rondborstige Faust houdt een kater tussen de benen geklemd. Rond de hals van de kat heeft Faust | ||||
[pagina 89]
| ||||
een guirlande gedrapeerd die eindigt op een bokkenpoot die op haar borst rust. De guirlande is niet aangesnoerd. Het lijkt erop dat de vrouwelijke Faust de kater de vrije keuze laat. Vooralsnog kan de kater de lokroep van de duivel weerstaan en went hij zijn gezicht af van de aanlokkelijke borsten. Faust zal de panfluit uit de hoek (onder de naam van de opdrachtgever) moeten opdiepen om een lokmelodietje te spelen. Of schrikken de ruwe behaarde dijen van de kater Faust af? De donkere tinten op de achtergrond geven een dreigende sfeer aan de prent. Als de kater de verlokkingen niet kan weerstaan en zich aan satan verkoopt, zal hij het uitzicht op een kattenhemel verliezen. Walburgis Night is de titel van de intrigerende ets-aquatint ex-libris dat de Oekraïener Sergey Ivanov voor de Oostenrijkse verzamelaar N(orbert) H(illerbrant) ontwierp (afb. 7). Aquatint is een etstechniek die veel zwart-witgradaties mogelijk maakt. De prent is geïnspireerd op Goethes Faust. Naast de dominante, verleidelijke, postmoderne vrouw met borsten op de rug zien we een afschrikwekkende zwarte kat. In het middeleeuwse bijgeloof hoorde de kat bij de duivels en heksen. Ze figureert terecht in de Walburgisnacht. Reeds in de eerste verzen heeft Ivanov enkele van zijn compositie-elementen gevonden: de bezemsteel en de bok. Mephistopheles
Verlangt gij niet een bezemsteel te lenen?
Ik wenste mij de allergrofste bok.
Het duurt nog lang eer 't einddoel is verschenen.
(...)
Hoe triest stijgt de onvolkomen schijf daarginter
Der rode maan met late gloed omhoog,
‘De onvolkomen schijf’ staat als eerste kwartier van de maan bovenaan op de prent. Het is deze maansikkel die het achterkwartier van de op een bezem wegvliegende heks wazig doet oplichten. Het maanlicht valt wel voller op de verleidelijke dijen van de jonge vrouw in het midden van de prent. In Faust lezen we dat het Lilith is, Adams eerste vrouw. Ivanov zet Lilith trouw aan de tekst ‘naakt en bloot op haar bok en toont (haar) stevig lijfje’. De satanisch ogende bok is al even griezelig als de zwarte kat. De nacht is gevallen ‘over de’ Ilsenstein!’ De nacht is de leefwereld van de uilen, die zich half schuilhouden achter Lilith. Ivanov gunt ons een blik ‘in 't nest waar de uilen zijn. / Die zette' een paar ogen’, zoals Goethe dichtte, maar de kunstenaar laat ons maar één oog zien, een doordringend oog dat een geheimzinnige sfeer in de heksennacht schept. Deze deels realistische, deels postmoderne evocatie van de Walburgisnacht is door Ivanov fraai in een grillige, maar knappe compositie gegoten. Een compositie die de scènes draagt en waarin we - als we de tijd nemen - niet moeten ronddolen als ‘een verloren man’. De bezem draagt, ook draagt de stok,
De gaffel draagt, en ook de bok;
Wie nu zich niet verheffen kan,
Is eeuwig een verloren man.
| ||||
[pagina 90]
| ||||
afb. 1
| ||||
[pagina 91]
| ||||
afb. 2
| ||||
[pagina 92]
| ||||
afb. 3
| ||||
[pagina 93]
| ||||
afb. 4
| ||||
[pagina 94]
| ||||
afb. 5
| ||||
[pagina 95]
| ||||
afb. 6
| ||||
[pagina 96]
| ||||
Maus KettiVoor de bekende Luxemburgse ex-librisverzamelaar Armand Bohr, die ook al enkele ex-libris over Reynaert of Renert liet ontwerpen, maakte David Bekker (winnaar van de Internationale exlibriswedstrijd Reynaert de vos, 1996) een illustratief exlibris uitgevoerd in drogenaaldtechniek (afb. 8, nr 4/50). Bij deze techniek graveert de kunstenaar de afbeelding niet in de plaat, maar krast hij zijn tekeningen met een scherpe stift in de plaat. Hierdoor wordt het weergeven van uiterst fijne nuanceringen mogelijk, maar goede afdrukken zijn beperkt tot een vijftigtal. Het mooiste effect vinden we terug in de laagste nummers, dus de eerst afgedrukte. Als onderwerp koos Bohr Maus Ketti van de Luxemburgse auteur August Liesch. Zoals Michel Rodange, de auteur van de Renert (zie: Tiecelijn, 1999, p. 177-183), schreef Liesch zijn werk in het Letzeburgs. August Liesch (1874-1949) is een van de bekendste Luxemburgse ‘Mundartdichtern’ (streektaaldichters): auteurs die de taal van het gewone volk, het Letzeburgs, verkiezen boven het Duits. Als hoofd van de Luxemburgse Douanediensten kende Liesch de landelijke, zuidoostelijke grensstreek van het Groothertogdom rond Bürmeringen zeer goed en koos het als decor voor zijn Maus Ketti. In het tweede vers van Maus Ketti (‘Zu Bürmereng am Feld’) valt reeds de naam Bürmereng, in het Duits geschreven als Bürmeringen. Dit slechts 130 zielen tellende dorpje is door Maus Ketti zeer bekend geworden. Maus Ketti, of de fabel van de stadsmuis en de veldmuis, is het verhaal van een bescheiden veldmuis die bij een rijke stadsmuis is uitgenodigd en daar het luxueuze leven leert kennen. Na een incident met een kwaadaardige huiskat ziet de veldmuis in dat dit luxueuze leven ook zijn gevaarlijke kanten heeft. Ontnuchterd keert zij naar haar arm landelijk muizennest terug, waar ze een eenvoudiger, maar zekerder leven kan leiden. Bekker heeft het verhaal in een typische Bekkerprent verwerkt. Naast het portret van August Liesch zien we het kerkje en het cultureel centrum van Bürmeringen. Rechts zien we de veldmuis na haar terugkeer in haar natuurlijke biotoop. Bovenaan evoceert Bekker het bezoek van de veldmuis aan de stadsmuis. Zij is op de uitnodiging ingegaan en geniet van het stadse diner. Zelf in een grauwe pij gehuld laat ze zich overdonderen door de frivole, wulpse kledij en de fijne tafelmanieren van de stadsmuis. De katten, muizenvijanden bij uitstek, liggen in iedere bovenhoek op de loer. De veld- en stadsmuis zitten binnen hapklare afstand. | ||||
Kater MurrE.T.A. Hoffmann (1776-1822) schreef met de kattenroman Lebensansichten des Katers Murr een parodie op Goethes Wilhelm Meisters Lehrjahre. In Hoffmanns tweedelige, onafgewerkte Bildungsroman, geschreven vanuit het dierlijke standpunt van de kater, werden twee biografieën, die van de kater Murr en het fragmentarische gebleven levensverhaal van kapelmeester Johannes Kreisler, dooreengevlochten. Lebensansichten des Katers Murr wordt algemeen beschouwd als hét referentieboek van de Duitse Romantiek. De bibliothecaris van de Duitse stad Kronach, Herbert Schwarz, die vele belangrijke ex-libris- en andere tentoonstellingen met fraaie en goed gedocumenteerde catalogi inrichtte, liet met dit thema als onderwerp een ex-libris (afb. 9) ontwerpen door de Russische Jelena Kisseljowa. De traditionele, maar boeiende prent werd | ||||
[pagina 97]
| ||||
afb. 7
| ||||
[pagina 98]
| ||||
afb. 8
| ||||
[pagina 99]
| ||||
afb. 9
| ||||
[pagina 100]
| ||||
uitgevoerd als ets en door de kunstenares met de hand ingekleurd. De prent is, zoals het boek, ontworpen vanuit het dierlijke standpunt. De kater vliegt prominent boven een tafereel waarin de minuscule menselijke figuurtjes hand in hand door een fantastisch landschap trekken. Kater Murr heeft een goede vorming gekregen en kan lezen en schrijven. Kisseljowa refereert daaraan door de kater af te beelden met een ganzenveer en een blanco blad in zijn rechterpoot. In zijn linkerpoot zien we een vis. Deze verwijst naar de opvatting van de moeder van Murr, poes Mina, dat hij met lezen en schrijven niet ver zal komen, maar dat hij beter vissen leert vangen. Wat hij dan ook doet. Hij vangt snel een vis die hij naar zijn moeder wil brengen, maar onderweg volgt hij zijn poezennatuur en eet de vis op. Vanuit de linkerbovenhoek houdt Hoffmann, hier afgebeeld als een serene man met een vreemde, onwezenlijke blik in de ogen (volgens vele psychiaters was hij een schizofrene figuur), de scènes in het oog. | ||||
De Bremer StadsmuzikantenEen boer had op zijn erf een kat, een hond, een haan en een ezel. De kat was te oud om muizen te vangen. De hond sliep meer dan hij waakte. De haan kon geen kippen meer bevruchten en de ezel geen lasten meer dragen. De boer kon de dieren niet meer gebruiken en joeg ze van zijn erf. Na een lange tocht zien ze 's avonds in een huis nog een lichtje branden. Om door het hoge venster naar binnen te kijken, moeten ze op elkaar gaan staan. De ezel gaat onder het raam staan, de hond springt op de ezel, daarop de kat en op de kat de haan. Als de haan voorzichtig naar binnen loert, ziet hij een dievenbende die een buit aan het verdelen is. De oude ezel zakt door zijn poten en de dierentoren valt met veel lawaai ineen. De boeven schrikken zo van dit lawaai dat ze zonder buit wegvluchten. Uit dankbaarheid omdat de stedelingen hun goederen terug hebben, krijgen de dieren een onderkomen in de stad Bremen en elk dier ontvangt een muziekinstrument om als stadsmuzikant op te treden. De Duitse graficus Harry Jürgens (zie ook Tiecelijn, 1999, p. 78-84) heeft een momentopname gemaakt van de meest aansprekende scène (afb. 10). Hij laat op zijn ets-aquatint de vier dieren dreigend op de rovers vallen, die door deze niet verwachte inval verschrikt van de tafel wegvluchten. De twee groepjes antagonisten zijn door een diagonale lijn van links boven naar rechts beneden van elkaar gescheiden door een open wit vlak, wat dynamiek en diepte creëert. Door hun spectaculaire heldendaad schijnen de dieren wel herboren: de haan kan weer kraaien, de kat blazen, de hond dreigen en de ezel recht weer zijn oren. | ||||
De gelaarsde katHilde Stevens, de ontwerpster van het mooie ex-libris over de vos en de raaf (Reynaert de vos in prent en exlibris, p. 13; Prijs Leo Winkeler in de Internationale exlibriswedstrijd Reynaert de vos, 1996), maakte ook een fraai kattenex-libris geïnspireerd op De gelaarsde kat van Charles Perrault. Het sprookje vertelt de geschiedenis van een stervende molenaar die zijn bezit onder zijn zonen verdeelt. De eerste zoon krijgt de voorraad en de dieren, de tweede zoon de molen en de derde enkel de kat. Deze laatste blijft ontgoocheld achter met zijn kat. Maar het dier | ||||
[pagina 101]
| ||||
afb. 10
| ||||
[pagina 102]
| ||||
afb. 11
| ||||
[pagina 103]
| ||||
afb. 12
blijkt te kunnen praten en deelt hem mee: ‘Je moet in het bos een konijn vangen dat ik naar de koning zal brengen, daarvoor heb ik ook laarzen nodig en een zak’. De jongen vangt een konijn en koopt voor de kat laarzen en een zak. De kat stopt het konijn in de zak en gaat op weg naar de koning, aan wie hij verklaart: ‘Ik mag u van mijn meester dit geschenk brengen.’ De koning informeert naar de meester, maar de kat antwoordt niet. De kat keert een tweede keer naar de vorst terug en spreekt af om samen een ritje te maken. Onderweg naar de koning vraagt de kat aan iedereen te zeggen dat het landgoed waarop ze werken van haar meester Willem is. Het laatste landgoed is van een tovenaar, die zich in grote beesten kan veranderen. De listige kat vraagt de tovenaar zich nu eens in een muis te veranderen en eet vervolgens haar slachtoffer op. Zo heeft zij alles in handen om de koning te verbazen tijdens het tochtje. De koning is zo tevreden over de ontvangst en de maaltijd op het landgoed van de tovenaar, waar nu de jongen woont, dat hij zijn dochter meteen met hem laat trouwen. Hilde Stevens heeft in haar ets terecht gefocust op de belangrijke metamorfosen (afb. 11) bij de tovenaar: in het midden de verandering in grote dieren en onderaan de gevolgen van de fatale verandering in een muis. Dat middendeel, geplaatst tussen de traditionele, realistische evocaties boven- en onderaan, is modern uitgewerkt. De dieren zijn samengesteld uit kleine en grotere, grillig gevormde segmenten. Onderaan zien we de kat rustig in de zetel van de tovenaar zitten met haar gelaarsde benen over elkaar. Met een grijns op het gezicht brengt ze de muis naar haar bek om de tovenaar in de gedaante van een muis te verorberen en het landgoed vrij te maken voor haar meester. Over dezelfde gelaarsde kat handelt een kleine, maar fijne ets (afb. 12) van de Nederlandse graficus Ad Snelders. Hij toont ons hoe de jongen aan zijn koninklijke | ||||
[pagina 104]
| ||||
afb. 13
| ||||
[pagina 105]
| ||||
kleren komt. De kat had hem de opdracht gegeven te gaan zwemmen en hem zijn kleren afgenomen. Wanneer de koning de zwemmer ontmoet ontvangt de laatste nieuwe, prachtige kleren. We zien de zwemscène in een idyllische sfeer. | ||||
Carnaval der dierenVoor de Duitse verzamelaarster Marlis Köhler ontwierp de Russische artieste Elena Novikova een ets over het Karnaval der Tiere (afb. 13). Behalve de titel is er bij de opdrachtgeefster over de iconografische verklaring van het ex-libris niets bekend. Is de prent geïnspireerd op het bekende werk Le carnival des animaux van Saint-Saëns? Of door de films die over dit thema zijn gemaakt, waarin de leeuw, voorgesteld als de koning der dieren, meestal de scènes opent. Dat hier niet de leeuw, maar de kat de koning der dieren voorstelt, is een veronderstelling van de titularis van het ex-libris. De kat, met een ironisch kroontje van visgraten en een sabel aan zijn zijde, oogt koninklijk. De koningin, uitgebeeld als een fel ogende uil, wordt stevig door de katkoning omarmd. De prent spreekt in elk geval voor zichzelf. | ||||
ConclusieDit is maar een kleine greep uit de vele honderden artistiek fraaie en iconografisch rijke kattenex-libris die zijn ontworpen. Mijn voorkeur gaat vooral naar ex-libris waar meer op staat dan een mooie kat alleen. Ik heb hoofdzakelijk ex-libris gekozen die we kunnen plaatsen onder de noemer kat met vrouw en ex-libris over literaire thema's. Deze zijn niet alleen artistiek, maar ook iconografisch de boeiendste prenten. De Tibeertex-libris heb ik voor dit artikel buiten beschouwing gelaten; deze kwamen al eerder aan bod. De laatste decennia - zeker in Midden- en Oost-Europa - maken verscheidene gerenommeerde grafische kunstenaars ex-libris, wat de kwaliteit van de ex-librisgrafiek ten goede komt. Dat ook de Vlaamse exlibriskunstenaars voor de buitenlandse niet moeten onderdoen, bewijzen hoger besproken ex-libris. | ||||
Geraadpleegde literatuur
|
|