recensie
Wim Gielen
Reineke Fuchs in der Kunst
Reineke Fuchs in der Kunst. Reineke Fuchs von Johann Wolfgang v. Goethe nach der Originalausgabe 1794. Mit Kostbarkeiten aus der Sammlung Friedrich von Fuchs. Oesterreichischer Kunst- und Kultuurverlag. Wenen, 2001. ISBN 3-85437-200-0
Ruim een jaar geleden verscheen in Wenen de privé-uitgave van dit platenboek, samengesteld door de heer Friedrich von Fuchs uit Linden in Duitsland.
Enkele technische gegevens: het formaat is 22,50 bij 21,40 cm, het boekblok is genaaid en in de rug gelijmd en uitgegeven in een geïllustreerde stijve omslag. Het gebruikte papier is glad-glanzend. De omvang bedraagt 144 bladzijden.
De inleiding is van de hand van een goede bekende van de samensteller, met name dr. phil. Heinz-Lothar Worm. Hij beschrijft onder meer hoe Martin Luther fulmineerde tegen de juristen die een schande zijn voor hun beroepsgroep. Zij presteren het de eenvoudige lieden financieel uit te kleden. Dan gaat de schrijver in op de geschiedenis van het Reynaertverhaal. De oorsprong van het vossenverhaal ligt al ver vóór Luther. De basis ervan is volgens Worms in India te vinden, al werd daar de jakhals als literaire held opgevoerd. Bedoelde Oudindische dierfabels waren bekend bij de Griek Aisopos die ze aanpaste voor de westerse wereld.
De vos heeft zijn eigennaam te danken aan Nivardus die de
Ysengrimus schreef. Vanuit het Latijn werd de vossennaam overgenomen in de Franse landstaal en vandaar loopt zijn levensdraad naar Heinrich der Glichezaeres
Reinhart Fuchs, maar die Duitse vos bleef zonder opvolger. Anders verging het de Franse tekst, die door Willem in het Diets ‘vertaald’ werd. Door
Van den vos Reynaerde werd het vossenverhaal een literair epos. De referent vergist zich dan als hij Hinrek van Alkmaar in 1480
Van den Vos Reynaerde laat herschrijven en uitbreiden. Dat gebeurde
Tekeningen voor kleine tinnen Reynaertbeeldjes, uitgegeven door Wilhelm Heinrichsen uit Nürnberg in 1876.