tot slot
Kinderpoëzie over Reynaert in de 21ste eeuw
De fantasie van kinderen kent geen grenzen. Dit bleek nog maar eens tijdens de derde poëziewedstrijd voor kinderen van het gemeenschapsonderwijs die in de lente plaatsvond in de Kruibeekse Reynaertschool. De deelnemertjes lokken de felle Reynaert uit zijn middeleeuwse hagedochte en flitsen hem met een teletijdmachine meteen naar de 21ste eeuw. Het bos blijft nog wel eens mossig - rijm stelt zijn eisen -, kippen of ander pluimgedierte vermijden nog altijd best zijn paden als de pest, Bruun zweert nog steeds bij honing en Nobel verliest nog immer zijn domme kop in onbestaande schatten. De vos sleept nu eenmaal zijn tradities mee tot in de eeuwigheid. Maar als een ongrijpbare kameleon schuift hij nieuwe tijden en situaties binnen. Met een heuse raket raakt hij tussen marsmannetjes terecht, wordt zelfs hun beste vriend maar kan ook hier zijn loze streken niet kwijt. Hij hackt en surft volleerd in het internetbos. Hij chat met verre rasgenoten in het vrijwel onbereikbare Tibet. Hij zweeft over land en water en wordt achtervolgd door de robotten van Nobel (wiens vrouw luistert naar de prinsesselijke naam Mathilde). In een heus ruimtepak vliegt hij rond de maan. Maar intussen fietst hij ook, gaat naar de avondschool of jogt in een ‘keitof’ trainingspak of knalgele anorak. Vijand Bruun dommelt in een riante villa en spoort met de TGV naar Parijs. Dieren dromen van video's en laten altijd en overal de gsm's rinkelen aan hun oren. Toch is het niet allemaal koek en honing. De millenniumvos moet voor straf papiertjes rapen in het park of beu werken in een fabriek, ook al drinkt hij dan tussendoor een kriek. Het dioxinevoer dat de Coppes slikten doet hem in de dierenkliniek belanden. Maar doorheen al dit moderne gehakketak blijft hij zichzelf, sluw en onbetrouwbaar, terwijl zijn pels nog steeds mensen van zijn kaliber omhult.
De vos uit de 21ste eeuw. Hij kijkt tv en luistert naar de toespraak van Koning Albert zonder daarbij te laten blijken wat hij denkt. En, zo dicht een knaap uit een eerste studiejaar: ‘De jaren komen, de jaren gaan, maar sluwe vossenstreken zullen altijd blijven bestaan.’ Men weze gewaarschuwd.
Marcel Ryssen