artikel
■ Wim Gielen
Hebt gy met vossen te doen, let op uw hoenderkot
Hebt gy met vossen te doen, let op uw hoenderkot
Als de vos de passie preekt, boer let op uw kippen
Als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen
Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen
Als de vos de passie preekt: boeren! Past op je ganzen
Wanneer de vos de passy preeckt, boeren wacht uw gansen
Goeden dag u allen, zei de vos; doe quam hij in 't ganzenkot
Wanneer de vos de passy preeckt 't is tijd, dat ghy uw
Hierboven leest u enkele variaties op eenzelfde thema, een thema dat al vele eeuwen oud is. Van Dale omschrijft de betekenis als: ‘Een huichelaar kan men nooit vertrouwen’.
De begrippen in het spreekwoord vragen om enige uitleg. De vos was, zolang de Nederlanden voornamelijk een agrarische gemeenschap als basis hadden, een welbekend roofdier dat, zo wil de overlevering, veel onheil aanrichtte onder ‘plattelandsbewoners’ zoals hoenders en ander gevogelte, hazen en konijnen. Duizenden jaren geleden had de roodpels in Egypte al een slechte naam en in de vroegchristelijke tijd werd hij afgeschilderd als een satanische slechterik in de Physiologus. Dit laatste werk kreeg in de Middeleeuwen vele opvolgers die bestiaria genoemd worden. Als een schelm gaat preken, waarover moet hij het dan in 's hemelsnaam wel hebben? Toch niet over zijn ongehoorde schurkenstreken?
Volgens de spreuk is de passie onderwerp van gepreek. Passie betekent lijden of hartstocht. We mogen aannemen dat hier het lijden wordt bedoeld en dan, meer in het bijzonder, het lijden van Jezus Christus zoals opgetekend is in het Nieuwe Testament. De vos vertelt dus uit de bijbel het lijdensverhaal en zoals Jezus via Zijn lijden aan de mensen de Verlossing brengt en daarmee de Goddelijke Vrede, zo refereert dus de vos door gebruik te maken van het Heilige Boek aan de Blijde Boodschap: de Blijvende Vrede. De bijbelse Passio voert tot Pax.
Van alle categorieën mensen zijn het de boeren die het meest last hebben van de roofzuchtige praktijken van de vos. Het is dus vooral de boer die gewaarschuwd moet worden voor de huichelachtige praatjes van de vos. De boer wordt voorgesteld als degene die gemakkelijk te bedriegen is, maar bedoeld worden in dit gezegde alle eenvoudige mensen die gewoonlijk slachtoffer zijn van de sluwe, brutale, geldzuchtige machtigen. Al in het Oude Testament worden de simpele lieden gewaarschuwd: ‘Als Izebel een vasten uitroept, laat Naboth voor de wijngaard zorgen’ (I Koningen XXI). Dat betekent: als de goddelozen vroom worden, moeten de eenvoudige lieden het ontgelden.
In het middeleeuws Latijn valt te lezen: ‘Cum lupus addiscit psalmos, desiderat agnos’. (‘Wanneer de wolf de psalmen gaat leren verlangt hij naar de lammeren’). Hier wordt de vos vervangen door de wolf, die al eeuwenlang bekend staat om zijn