Reynaert
Hij kreeg de Reynaertmicrobe van Broeder Aloïs, een Limburgse heemkundige en lid van de congregatie van de broeders Hiëronymieten. Vele generaties studenten leidde hij in de Reynaert in en hij las met hen het volledige verhaal. De verwerking gebeurde via Reynaerttentoonstellingen en Reynaertfietstochten met de leerlingen. Die tochten en de bezoeken aan het Openluchtmuseum Middelheim, worden nu nog steeds in de Broeders georganiseerd. Sporadisch publiceerde hij over de Reynaert een artikel, bijvoorbeeld over De vrouw in de Reinaert in de programmabrochure van het Reynaertmassaspel van 1985 te Sint-Niklaas. Hij was mede-auteur van het laatste Sint-Niklase Euro-Reynaertspel, ‘Ik, Reynaert!’ (1992), samen met zijn Broederschoolcollega's Yvan de Maesschalck en Jaak van der Helst; de laatste die ook regisseerde.
Ook op cultuurtoeristisch vlak is Marcel Ryssen erg actief. Hij gidst als geen ander de Reynaertroute, zoals mede door hem beschreven in Het land van Reynaert (1991, 19932). Hij was verder mede-redacteur van Reynaert bloemleest Tiecelijn en schreef onlangs een uitvoerige bijdrage over het taalgebruik van Stijn Streuvels in De vos en het Lijsternest. Het stukje Streuvels Reynaert, waarin hij Streuvels als een moderne Reynaert typeert, bevat ook enkele trekken van de bakkerszoon uit Zwevezele.
Reynaert bracht Marcel een aantal zoete vruchten. Hij werd onderscheiden in de Sint-Niklase Orde van den vos Reynaert, opgenomen in de Rupelmondse Orde van de Vossenstaart en ontving samen met de Tiecelijnredactie de Cultuurprijs Steken-Hontenisse en werd gezel in de Orde van de Wase raap.
In de vele bijdragen in Tiecelijn voelt Marcels sterke voorkeur voor de moderne Nederlandse auteurs doorklinken. Zo schreef hij onder andere sterke portretten van Hubert Lampo, Bert Decorte en Anton van Wilderode (naast gesprekken met André Stoop, Fernand van Durme en Wilfried Delforge). Ook de moderne Reynaertbewerkingen dragen zijn voorkeur weg, net als de didactische verwerking van het Reynaertverhaal. Ooit formuleerde hij een pleidooi voor een esthetische lectuur van de Reynaert en meermaals brak hij een lans voor een moderne aanpak van het verhaal in de klas.