Reynaert-ex-libris-kroniek
Goethe heeft met zijn Reineke Fuchs Reynaert als een gezant door Europa gestuurd. De verspreiding van de Reynaert in de versie van Reynaerts historie heeft veel aan Goethe te danken. De Reineke Fuchs gaf de aanzet tot dikwijls prachtige illustratiereeksen. Maar naast de vele houtgravures was er toch vóór de publikatie van Goethes Reineke Fuchs o.a. al de zeer mooie illustratiecyclus van Allart van Everdingen (1621-1675). De artistiek hoogstaande reeks van 57 etsen werd waarschijnlijk gemaakt omstreeks 1656. Ze bevat zeven mezzotintprenten. Deze techniek kwam in Amsterdam pas rond die tijd in gebruik, vandaar de vrij precieze datering.
De eerste versie van zijn bewerking schreef Goethe in slechts drie maand. Hij begon eind januari 1793. Voor de definitieve uitgave heeft hij nog meer dan een jaar aan zijn hertaling in hexameters geschaafd.
Sinds zijn jeugdjaren was Goethe geboeid door het Reineke-epos. Als zestienjarige student in Leipzig schreef hij aan zijn één jaar jongere zus Cornelia hoe heerlijk hij om de streken van Reineke gelachen had. Als jonge man kende Goethe ook Johann Ch. Gottsched (1700 Judittenkirchen - Leipzig 1766), die Reynke de Vos naar de Platduitse uitgave van 1498 in het Hoogduits als Reineke der Fuchs had vertaald. Hij was ook huisvriend van professor J.G. Böhme. In Böhmes bibliotheek in het slot zu Gohlis vond Goethe tussen de vele prachtbanden een gebonden uitgave van Gottscheds boek met de 57 etsen van Allart van Everdingen en met als bijlage de originele tekst van 1498. Het boek was nog aangevuld met vijf bijkomende illustraties van Simon Fokke (1712-1787).
Goethe was een bewonderaar van de tekenkunst en vooral de grafische kunst, landschapstekeningen, -etsen en -gravures. En hij was weg van de prenten van Allart van Everdingen. Hij heeft ook sommige prenten gekopieerd. Toen hij op 19 februari 1782 hertogin Anna Amalia in Weimar hoorde voorlezen uit de Reineke, was hij weer zo geestdriftig, dat hij de volgende morgen al naar uitgever Breitkopf schreef met de dringende vraag hem vroeg originele afdrukken van de 57 etsen te bezorgen. Maar hij moest nog wachten tot 1783, voor hij op een veiling in Regensburg de etsen kon aankopen. Zijn waardering was blijvend, want 34 jaar later schreef hij: ‘Ein heiterer Humor, eine heitere, leidenschaftslose Ironie, wodurch die Bitterkeit des Scherzes, der das Thierische im Menschen hervorhebt, gemildert und für geistreiche Leser ein geschmackvoller Beigenuss bereitet wird.’
Het te bespreken ex-libris, een aquatintets van Nicolai Yanakiev, is een hommage aan Goethe en zijn Reineke Fuchs. En geheel in de lijn van Goethes grote waardering voor Van Everdingen is als inspiratiebasis voor de ex-libris-prent een ets van de Nederlandse graficus gekozen. Op de plaats van de zware kerktoren op de originele prent is de buste van Johann Wolfgang von Goethe als kritische toeschouwer geëtst. Van Everdingen heeft de beeldende scènes van de Reynaert op een meesterlijke manier in het landschap