Voor zijn verdienstelijk historisch werk en zijn pionierswerk op het vlak van de lokale geschiedenis werd De Wilde onderscheiden met de De Potter en Broeckaert-prijs van het Oostvlaams Verbond van Kringen voor Geschiedenis. Tevens ontving hij het ‘Grote Stadsplaket’ van de stad Sint-Niklaas, in navolging van Anton van Wilderode, Ignace de Sutter en Jozef Sterck. Toen hij op 18 februari 1992 ontslag nam als bestuurslid van de Oudheidkundige Kring werd hij tot erelid aangesteld. Voor zijn Reynaertverdiensten werd hij, toen de Sint-Niklase Reynaertorde nog vossejagers eerde, opgenomen in de ‘Groot-orde van de vos Reynaert’. Vanwege zijn vele Reynaertverdiensten werd in 1992 een tentoonstelling aan hem gewijd te Sint-Niklaas.
In de late lente van 1992 verhuisde De Wilde naar Zele. Hij aardt er, maar toch mist hij zijn vaste stek en de meeste van zijn boeken, die hij aan de Bibliotheca Wasiana schonk. Plannen zijn er nog volop. Zo denkt hij aan een Tiecelijn-artikel over een geheimzinnig Madocke, een huis dat op de vroegere Gentse Vismarkt stond. Deze plaats was eigendom van de Sint-Pieters, de abdij waar magister Willem Physicus geneesheer was...
De Wilde heeft in 1992 een immense inventarisatie-arbeid voltooid. Hij exploreerde en ordende de documenten van een zeventiende-eeuwse Kruibeekse notarissengeslacht. Het materiaal biedt stof voor vele licentieverhandelingen, zowel voor kunsthistorici als voor dialectologen. Zo wijst hij op een Onze Vader in het dialect en op de vele specifieke namen van gebruiksobjecten. Het archief biedt ook inzicht in de levensomstandigheden en de plaats van de kunst in het Vlaamse huisgezin anno 1650. Hopelijk vindt men jonge geschoolde medewerkers om dit interessante materiaal te verwerken en te interpreteren.
Een gesprek met De Wilde is een rijke ervaring. Over Reynaert, over zijn Onze-Lieve-Vrouwekerk te Sint-Niklaas, over het nut van lokale geschiedenis en van historisch onderzoek. En hoewel hij geen Wazenaar is, keert elk gesprek naar het Waasland terug. Een streek die rijk is geworden door de noeste arbeid van zijn inwoners, harde werkers die stof en modder veranderden in de tuin van Europa. Toevallige reizigers - hij publiceerde ooit hun getuigenissen - spraken in het verleden hun verwondering uit over dit wondere land, arme, schrale grond, maar rijk door de arbeid. Met betrekking tot dit land moet volgens De Wilde nog zoveel bestudeerd worden. Pastoor De Wilde heeft de weg getoond. Hij maakte van het Wase stof een boeiende geschiedenis. Moge hij vele navolgers krijgen.
[Rik VAN DAELE]