| |
| |
| |
Anne Vegter
Amsterdam Parijs Barcelona
‘Hierdie reis wat jou gestalte uitwis
verskeurde bloedengel gegooi vir die honde
hierdie landskap is verlate soos my voorkop
‘Deze reis die jouw gestalte uitwist
verscheurde bloedengel gegooid voor de honden
dit landschap is verlaten als mijn voorhoofd
Ingrid Jonker (vertaling Gerrit Komrij)
| |
Amsterdam (overnachting)
26 mei 1964
| |
| |
zingend sjouwen van een lange smalle spiegel langs de gracht (wiegelied)
basisvoorwaarde: lange smalle spiegel
f*cking mirror gaat niet door het trapgat
boos bruin oog in grijns van spiegelscherf
sjok over keizersgracht, blurp
het kind zou een bewijs van ons zijn
ik was gemaakt van haastig zaad
toen mijn babylichaam uit mijn moeder stak klampte in paniek
aan het natte schaamhaar vast: ik mij
zonder brief ben ik als wasgoed zonder lijn
| |
| |
mijn lief spuugt in mijn oor vanaf papier
kaapstad stalking, kaapstad talking
hij schrijft dat kaapstad me verwend vindt
hij zegt dat kaapstad mijn talent fragiel heet
niets geleerd van pa, behalve: luister niet naar wat de mensen zeggen,
luister naar wat mensen denken, love
voel hoe ogen door de voering van mijn regenjasje prikken
(doe papieren slippers aan uit clifton, als andré brink nog komt: genadedag)
| |
| |
| |
Amsterdam (Suydafrikahuys)
18 juni 1964
Brief van Jack aan mij:
(...)
And tell me your news (En heb je nog nieuws)
Uys is not here and has seen (or laughed at) your Wagtyd in Amsterdam (Uys is er niet en las <of lachte om> jouw Wachttijd in Amsterdam)
I showed it to Jan and he merely pulled a face (Ik liet het aan Jan zien, die trok een rare bek)
(...)
The surrealism did not succeed (Het ding werkt niet, nepsurrealisme)
I could not use it in Contrast in any case (Ik plaats het in geen geval in Contrast)
Because no printer in South Africa would print it (Want niemand gaat dat hier drukken)
The use of the word voël in that context is the stumbling block (Je begrijpt dat men hier struikelt over het woord pik)
(...)
| |
Amsterdam (Suydafrikahuys)
20 juni 1964
Gedroomde brief aan Jack
Grote Voël Pik bewaakt fatsoen per brief (dat hij geen zin meer van me overneemt als ik in zijn naam our love, a frigid history en haar ontwaken vier), verder vist hij
| |
| |
zegt hij levend geil uit plooien van de Kaapse lakens en wat ik er overigens na liet. Mijn schouders zijn de vleugels: ik strek mijn triljard poriën zoals ik haaks mijn
stuiterende zinnen op zijn lippen speld. Grote Voël Pik wiekt dwars: zo is de orde van de pik (hij kaapt mijn wilde weten). Maar koester me, of geef me nog wat tijd,
My Lord, mijzelf niet te verneuken in jouw lommer.
zet dat maar in je krantje
schrijf me niet meer, jack cope
| |
Parijs (Jardin du Luxembourg, Seine)
22 juni 1964
het kan best: polygaam zijn soms
ik ben vooral goed in die van parijs
draag geen underwear want franse wind
kietelt wat spant en wat daarom vandaag
steeds zachter aan mij wordt
mijn ene afrikaanse man wacht op me in
ga verder als je verder kan
of als je op de tast al verder ging
hij draagt zijn lippen, tong
m'n mannen vreten me zolang ik zelf bepaal
ze zeggen dat ik liefst van alle wallen eet
| |
| |
ik lik je haveloze avonden
ik lik de hulpeloze vloeren van de saint sulpice
waaronder isis werd verpletterd
haar vruchtbaarheid geslacht
mijn tegeneis: een huwelijk per direct
de zijne: independance en een vrouw die er alleen voor hem wil zijn
dit is het ritueel: go & let go
de liefde wordt bijeengehouden door een ouder weten:
je kan een roos haar geur toch niet verbieden
water in de vijver kaatst het schelle licht boven jardin du luxembourg
ik hang zover ik kan over de rand
mijn zeilen zijn vleugels
lichaam keert tot oppervlakte
strekt zich over het ademende van mijn man
ik zeg 1 vinger, 2 vingers, 3 vingers, 4 je vuist
druk in nat katoen je naakte kinderlichaam uit
kleine aanval van exhibitionisme: no underwear
buit je moeders vlugheid uit
speel haar eerste dagen weer
dagen van zalig kerkse horigheid
in mijn lichte klaarkomen op jouw vingertoppen tinkelt beatrices windharp
ik geef je, mamma, nummer 1 van je verlanglijstje: dagen van weerloze seks
| |
Barcelona (vliegtuig)
27 juni 1964
| |
| |
| |
Barcelona (corridor+ hotel)
all rise! het hek schuift open het circus van de pijn begint
Iedereen popelt stinkt naar angst en geilheid
de trots van de vechter danst op sloffen over zand
van de corridor het volk smeekt om zijn slachtoffers
millos kilo's spieren in zwarte huid opgewonden stemmen
bevrijden het vlees van woede de jonge zwarte stier
draaft de arena in en buigt de nek bundelt kracht
opgezweept en krom van woede tot hij barst en
blind verblind gaat kwetsbaar woedend stormt af
op wat hem voorgehouden wordt
de rode vlag! de worst! torero's!
heet welkom de op hol geslagen zak testosteron
tatoeëer je naam met de punt van je lans in zijn hals!
die jonge stier is eerder al met zakken zand en zout
een metafoor een ritueel de witte jonge man
bindt strijd aan met zijn zwarte schaduw onderbuik
gegijzeld de drift gejat iedereen mag kijken naar
de moord op het weerbarstig hete vlees beleef
de laatste stuiptrekking van het geheugen! de zwarte
dondert door zijn poten het bloed loopt uit zijn neus kan ik
nou onbewogen toekijken begrijp ik serieus ken ik van pijn
de lust de dwang de vorm van visueel genot weg
weg dwing me niet al versleep ik de hele sterrenhemel
om deze iberische folklore te zien waarom sta ik hier alleen
waar is andré is er veel voor betaald andré ja dus?
ik kijk de dood recht in zijn open bek
laat me niet los andré op straat alleen
in barcelona verlies ik van de stad
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
Parijs (St. Anne)
1 juli 1964
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
Verantwoording
De scènes werden geschreven in 2007 als vrije opdracht van het Platform voor Theaterauteurs op uitnodiging van Marian Boyer. |
Het idee was een libretto te schrijven over Ingrid Jonkers reis door Europa. Deze nog ongespeelde scènes vormden het bronmateriaal voor wat later ‘Amsterdam Parijs Barcelona’ werd, dat eerder in Het Liegend Konijn werd gepubliceerd onder de titel: ‘Hoe Europa doen’. |
In ‘Amsterdam Parijs Barcelona’ zijn enkele regels uit een brief van Jack Cope aan Ingrid Jonker opgenomen. Bron: Petrovna Metelerkamp/Anna Jonker, beeld van 'n digterslewe (Vermont, 2003) p. 147. Het commentaar van Jonker is ten behoeve van het script geschreven door Anne Vegter. |
Het overige materiaal, met uitzondering van het (vertaalde) beginfragment van het gedicht ‘Hierdie reis’ van Ingrid Jonker, berust niet feitelijk op episodes van haar reis door Europa in 1964. |
|
|