Terras. Jaargang 2019 (16-17)(2019)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] János Pilinszky Gedichten Vertaling: Petra Ardai en Erik Lindner Fabel Eens was er een eenzame wolf eenzamer dan de engelen. Hij kwam naar het dorp. Werd verliefd op het eerste huis dat hij zag. Hij hield meteen zelfs van de muren het strelen van de metselaars. Maar het raam hield hem tegen. In de kamer zaten mensen. Behalve God vond niemand hen ooit zo mooi als dit zachtmoedige beest. 's Nachts ging hij naar binnen. Hij stopte midden in de kamer en verroerde zich niet meer. Met open ogen stond hij daar de hele nacht en tot de volgende morgen, toen hij werd doodgeslagen. Fragment uit ‘KZ-Oratorio: Donkere hemel’ [pagina 58] [p. 58] Juweel In een schitterende ovale spiegel aanschouwt zich de antiloop. Om haar hals een fonkelsteen. We zeggen schoon als een wandtapijt. We zeggen, kijk jij maar naar jezelf, wij zullen baren, geboren worden, sterven. Dat soort dingen fluisteren we haar toe, de antiloop in extase. [pagina 59] [p. 59] Grid De tafel, die mij versteende is nu hier, raakt de grond. Het blad is leeg. Dat is nog erger. Hoe kan ik neerleggen en weer optillen dat, dat, dat, dat, o dat wat ik beging wat ik wegnam en terugzette? Hoe kan ik het neerzetten zodat ik het weer kan oppakken? [pagina 60] [p. 60] Tenslotte Ik kan in het midden gaan staan. Het kan avond zijn. Het kan schemeren. Een ding is zeker: het wordt laat. [pagina 61] [p. 61] Onttroning Geschreven op een bord om je nek hangen we je verhaal. [pagina 62] [p. 62] Kloppen We sliepen. Ik droomde dat je een boom was, daarna niets, daarna zo'n kind dat klopt op de deur van een volwassene. Intussen was je ook een boom. Een kinderrokje. Geen deur. Kloppen. Aankloppen. We klopten samen. Ik weet niet meer of het op dezelfde deur was? Maar zeker: dit is hoe het klapwieken van een cherub eruit ziet. [pagina 63] [p. 63] Lijnrecht labyrint Hoe zal het zijn, deze terugvlucht waarvan enkel metaforen spreken altaar, priesterkoor, handschudden, terugkeren, omhelzen, tafel gedekt in het gras onder de bomen zonder eerste en zonder laatste gast - hoe zal het uiteindelijk zijn, hoe zal het zijn deze met open vleugels stijgende duikvlucht, deze terugval in het gemeenschappelijk nest van de ontvlammende focus? - ik weet het niet, en als er toch iets is dat ik weet dan is het dit, deze gloeiendhete gang, dit lijnrechte labyrint waarbinnen het steeds dichter en dichter en steeds vrijer het feit is dat wij vliegen. Vorige Volgende