Terras. Jaargang 2018 (14-15)
(2018)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
Eenzaamheid 71hondse nervositeit (?)
de rivier verveelt zich dag in dag uit
hij jengelt maar weet niet goed waarom
hij jengelt sinds Babel, sinds Ya Noach en zijn zondvloed,
sinds de profeet Ezechiël, sinds zuster Abigaïl...
zijn kwijl beschrijft een absurde levensduur...
| |
Eenzaamheid 52hondse nervositeit (?)
en de farce die ontdooit
tussen twee grimassen
ik verpats mijn lichaam aan de eerste de beste
tegen de achtergrond van de lucht die zijn spuug loost
kortom, ik ga ervandoor en blaf met de honden
tijdens de zonsverduistering van Katako-Kombe II
| |
[pagina 43]
| |
Eenzaamheid 73hondse nervositeit (?)
en ik eis mijn melaatsheid op
en ik eis mijn recht om te kotsen op
en ik eis mijn Russische afkomst op
en ik eis de hompen van mijn lichaam op
van mijn verhakte lichaam
zoals het was in het begin...
| |
Eenzaamheid 64 of walging gaat het wezen voorafIk ben al 17 jaar, 36 maanden en 2 dagen zwanger. Ik vrij met de lucht. Ik verwacht een koter van de lucht. Het kind dat uit mijn buik komt of de rivier die in mijn darmen ontspringt of het rivierkind dat door mijn loederlijf wordt uitgespuugd zal met zijn vlees mijn lange slapeloze nachten vullen... Het zal de naam Mzete ya mbila bazo kata eza kola krijgen. Dan zal ik snoeven (bij wie het maar horen wil) dat ik vader en moeder ben van dat troebele broed, van dat duizendpotige broed, van dat moordende en nodeloos groteske broed. | |
[pagina 44]
| |
Eenzaamheid 57 die Poesie der Verzweiflung of misbaar van een leeg lichaam...ik zoek de brokstukken van mijn lichaam die op de stranden der wanhoop liggen, mijn linkerbeen bestaat alleen op papier, uitgeponste buik en onderbuik, handen stinkend naar koopwaar en mijn geblaf dat niet eens tot de enkels reikt van de stroomloze lucht, met andere woorden, ik bedot het leven dat me ter hoogte van de kaken in de tang houdt, met andere woorden, ik dien als opsmuk voor mijn vuilniszakkenbestaan, amfibieënbestaan, kipelekesebestaan, tsjanga medesubestaan...
...misschien moet ik (in de hoop op enige redding) kermen en kermen in d-mineur zoals de laatste geit van mijn grootmoeder: bè, bè, bè...
...en zeggen dat er geen euthanasie is voor mijn soort stijfkoppen en zatlappen! en zeggen dat er geen twee opeenvolgende zondvloeden komen die me mee zullen sleuren in mijn kwijl, ik bedoel maar dat Ya Noach geen tweemaal zal komen, dat men in de Ark niet opnieuw zeven paren van alle reine dieren binnen zal laten, een mannetje en een wijfje, ik bedoel maar dat het water van de Zaïre, ebale ezanga mokuwa, niet langer ons verlangen naar luxe of naar uitspattingen zal likken in de sterrennachten van de rosse buurten in Kinshasa en Amsterdam...
...en intussen, zonder god of huisdier, verstoken van het zout van het leven, sleept mijn duizendpotige lijf zich voort op de stranden der wanhoop, op de achterflap een dozijn van mijn eigen tanden, met geweld getrokken door lemuren en andere aaseters van die olieloze lucht...
...rest me alleen te blaten als Tsjela, de laatste geit van mijn grootmoeder Julienne mua Mwanza, zoals Tsjela's mezzosopraan: bè, bè, bè... | |
[pagina 45]
| |
Eenzaamheid 56ik eet, ik eet, ik eet,
maar ik raak niet verzadigd (bis)
moet ik mezelf opeten?
mijn pik en mijn buik opeten?
kannibalisme of autokannibalisme
maar eerst en vooral mijn Somalische
honger de deur uit gooien
| |
Eenzaamheid 32Ik slaap met mijn schoenen aan
|
|