Terras. Jaargang 2018 (14-15)(2018)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Aurélia Lassaque Gedichten Vertaling: Kim Andringa [Zang VI] Zij Geef me een naam, Odysseus geef me een naam om op je te wachten ik zal er zijn, er zal een spiegel hangen en we zullen over jou praten, ik en de ander in de spiegel ik zal haar daar treffen, altijd een beetje schuins, op de rand van een stoel, zoals vogels met de pijn in mijn dij om niet te verdwalen aan gene zijde van de spiegel 's ochtends draag ik mijn oorhangers misschien houd ik ze zelfs in bed in voor als je me midden in de nacht zou verrassen maar als ik geen naam heb hoe weet ik dan wie van ons waakt zij of ik? [pagina 152] [p. 152] [Zang VI] Odysseus Je een naam geven? Je een naam geven terwijl je danst in het donker in verlaten straten met grote honden? Je een naam geven terwijl je in je nachthemd naar de rivier loopt in de volle zon en de mannen negeert die verdwaalden toen ze dachten je te grijpen? Ik zal je sinaasappels geven en om ze te schillen een mes niet langer dan je duim een ivoren mes dat ik na de slag gestolen zal hebben het geschenk van een gestorvene aan een andere vrouw en dan moet je aan haar denken, aan haar koude lakens, het gat in haar zak op de plek van het mes ik zal je grassprieten geven die ik lang onder mijn zool bewaarde die groeien daar waar de lichamen rusten en oprijzen als schildwachten op de precieze plek waar de vlucht eindigt Vorige Volgende