Joseph is in gedachten. De gevels van de huizen, grillig en frivool, hebben een hardnekkige bisschoppelijke mildheid. Het lijken jong gebleven juffrouwen. Die stiekem naar buiten kijken van achter het raam. Het haar opgestoken, een kanten kraag, kleine witte knoopjes in perfecte knoopsgaten. Op het bed ontbreken teddyberen.
‘De schattige slaapkamer (met teddyberen op het kussen) waar zij haar “nachtmerries” heeft. De warme, knusse keuken met de naar thee geurende snorrende chrysant van een gaspit. Het silhouet van een lichaam landt in een fauteuil, daalt als droesem naar beneden.’
Een buffetpiano. Er klinkt nog een melodie, steeds verder weg, gedempt. De juffrouwen draaien hun blik weg van het raam, de gordijnen gaan dicht en er valt alleen nog licht op de bloemen achter het raam.
Aan de reling van de Promenade hangt een bord. Quiet zone. En vier keer een duidelijk zichtbaar NO:
NO LOUD OR UNNECESSARY NOISE
Geen fietsen, en verder nog, zeer duidelijk aangegeven, At any time. Op ieder moment. Onnodig geluid. Dit is een tijdloze quiet zone. En dat is buitengewoon geruststellend. Ook het geluid van de stemmen lijkt te verzwakken. Misschien ruziën de voorbijgangers niet. Misschien is dit een bijna gelukkig land. Joseph kijkt naar de torens. De boot van de brandweer, met de motor die water in een waaier spuit, glijdt langzaam weg. In de donkere lucht vliegen donkere vogels. Aan de andere kant de grote depots, de magazijnen. En in een rechte lijn tegenover hem de torens. Dat is wat Joseph ziet, de Twin Towers. Dat waren ze, ooit.
Ze hebben ze in brand zien staan vanaf het rustige deel van de Promenade. Ze waren getuige van de verwoesting. Ze waren daar, de toeschouwers.
Ze hebben ze in brand zien staan, weerspiegeld in het water. De ramen leken zich ergens van te bevrijden. De brand aan de Hudson River. Het kan dat Joseph weet dat ze er niet meer zijn. Er ontbreken twee torens. Daar, aan de overkant van de Promenade. Het verblindende licht van de hekserij. Het heeft een diep gat en verdriet achtergelaten die niet weggaan met woorden en handen. Joseph zag de Neva weer voor zich en liep terug. Elders, een nacht zonder schaduw, in de maand mei, schreef hij in de lucht. De lucht was helder, lichtroze, zacht. Nu schrijft hij in het donker. Hij heeft genoeg aan het papier en de inkt voor de duur van de duisternis. Iedere plek is voor hem een stad in zijn hoofd met de naam Negde, wat in het Russisch ‘nergens’ betekent. En Joseph ging nergens heen om adem te halen.