In 1867 werd de pas begaanbaar voor wagens en koetsen en nu al ligt de weg als een rivier uitgesleten, meanderend door het maanlandschap. Waar zijn ze begonnen met graven? Misschien wel vanuit beide dalen tegelijk; ze vonden elkaar precies halverwege.
*
Pas, passen, oppassen, passus, passé, passie, passief, en passant, pasfoto, kompasnaald, passage, passeerbaar, passeerhoorn, passagier, passpiegel, pastorale, pasgeborene, waterpas, van pas komen, paswoord, passimeter.
*
Eerder zijn er mensen overgestoken. Zij baanden hun eigen weg met zout, graan of boter op de rug gebonden, ezels en ossen hoedend, die even zwaar bepakt waren als zij. In de winter versperden lawines het pad en moest de karavaan soms rechtsomkeert maken.
*
Ooit versperde mond- en klauwzeer de pas. Alleen de postauto mocht passeren. De chauffeur wierp brieven door het raam van Flüela-Hospiz zonder de waardin aan te kijken. Oogcontact zou op deze hoogte besmettelijk kunnen zijn.
*
Maar waar zijn ze begonnen met graven?
*
In elke bocht veranderen we van onderwerp alsof de curve die we tekenen daadwerkelijk invloed heeft op het gesprek. We slingeren mee in ons praten.