Danilo Kiš
Flaubert en Borges
Vertaling: Reina Dokter
Voornamelijk dankzij zijn correspondentie, maar ook doordat de sporen van zijn creatieve inspanningen in zijn manuscripten duidelijk zichtbaar zijn: Flauberts zoektocht naar het juiste woord en zijn worsteling met de stijl (‘affres de style’) zijn nu al legendarisch. Die unieke creatieve inzet is een gevolg van het gevoel waarvan Flaubert zich nooit heeft kunnen bevrijden: dat er tussen zijn ideeën (‘Niemand heeft ooit een volmaakter type proza in zijn hoofd gehad dan ik’) en de realisatie daarvan een discrepantie bestond. Die arme Flaubert geloofde dat de fout ergens bij hemzelf lag, bij zijn talent, en was zich niet bewust van het feit dat de vorm van de fictie na Stendhal en Balzac was begonnen te verouderen. Het genre was, zoals de formalisten zouden zeggen, aan het verzwakken.
Flaubert kwam te vroeg; daardoor kon hij niet radicaal breken met de traditie van het realistische genre, hoewel hij vlak bij de oplossing was. Zijn onmacht kwam voort uit twijfel: hij voelde de willekeurigheid en de beperkingen van de psychologische roman. Vandaar zijn vlucht naar de exotica; daar hebben personages een grotere integriteit, grotere vrijheid van handeling, want de lezer kan hen niet vergelijken met de psychologische standaarden van zijn tijdperk.
Maar al in Madame Bovary begon Flaubert impliciete twijfel te uiten aan de alwetende verteller en aan psychologische portrettering, die ergste en meest bestendige van alle literaire conventies. Hoe verder de handeling van de roman voortschrijdt, des te aanweziger wordt de twijfel; de gedecideerde bewering (‘zij begon te denken aan Berthe’) zal steeds vaker worden verzacht met woorden die weifeling uitdrukken - de psychologie van de hoofdfiguur ontglipt de schrijver (‘Zou ze de vader schrijven? Het was al te laat, en misschien speet het haar al dat ze zich niet aan die ander had gegeven.’ Of: ‘Zij liet zich verleiden door zijn woorden, maar nog meer door zijn stem en het uiterlijk van zijn hele persoonlijkheid, en wel zo sterk dat ze deed alsof ze hem geloofde, of misschien geloofde ze wel in de redenen van hun afscheid.’)
Dat ene enkele woord - misschien - is de eerste stap van het psychologische genre naar modern narratief proza; dat woord overbrugt de kloof die de alwetende van de sceptische (‘onbetrouwbare’) verteller scheidt, het eerste symptoom van het verouderen van het genre, de eerste grijze haar in de weelderige haardos van de ragebol-klassieken.
Als Flaubert de enorme stof van zijn exotische roman had samengevat tot een verhaal met de inhoud van een fictief en gecompliceerd boek, getiteld La tentation de