| |
| |
| |
Jeffrey Yang
Gedichten
Vertaling: Sarah Posman
De Lichtjes
Op een nacht gingen we op zoek naar de Lichtjes
aan de kant van een verlaten snelweg, geen ziel behalve wij vier
op een of ander Nee Tournee
net als anderen hier vroeger en later beland
bij wijze van geschenk, in een tussentijd van woorden gedropt
luisterend naar de kosmische geluiden in de nacht
En aan de horizon zagen we de Lichtjes, even akelig
zwevend, speciaal voor ons en sidderend, ze lichtten helder
op en verdwenen toen, verschenen opnieuw, volgden
de bochten, beseften we, van de verre weg
We wachtten langer in het donker
Er waren vast sterren maar ik kan me er geen herinneren
Toen kwamen er lichtjes van de snelweg langzaam dichterbij
tot op de berm, dichter en dichter, de lampen
van de Luciferum hielden halt
verblindden ons, een agent stapte uit
op deze verlaten plek, alleen
op de snelweg in het midden van de nacht,
hij doorzocht onze auto, wandelde op en neer,
bestudeerde onze gezichten met een minuscule zaklamp,
een stem uit de controlekamer riep hem abrupt
door zijn radio, gaf ons een moment respijt,
de smeris sprak een paar woorden met een lage stem
keerde toen terug naar ons met een laatste vraag,
‘Iedereen hier Amerikaan?’
En we logen en zeiden ‘Ja’
En hij knikte en keerde om, droeg ons op
niets te mispeuteren voor we
| |
| |
het leer vastgrepen, en reed weg
Ondertussen in mijn hoofd voelde ik
de ogen van de revolverheld op me gericht, de strenge
koude blik die hij me toewierp
vanop de barkruk naast me
en waarmee hij me wilde waarschuwen: ‘Dit
is een woestijn vol klote
agenten die je willen kloten.’
| |
| |
| |
Cirkel
Twee vlekjes in een strook prairie
gras lang door een objectieve lens
grazende kamelen, vrij in de wind
Ze spreken in stilte met elkaar
over de oude tijd, ingelijfd door het Amerikaanse
leger, toen ze zeulden voor landmeetexpedities,
grenzen bewaakten opdat het lot zich kon voltrekken,
oefenden voor operaties tegen
Apaches of Mormonen, zout en post
vervoerden voor de troepen van de Confederatie,
te lijden hadden onder ziekte, zweepslagen, mishandeling
hoe ze aanbelandden in deze nieuwe wereld
met hun vreemde geur en vormloze hoofd,
en namen opgeplakt kregen als ‘edele en nuttige woestelingen,’
de experimenten en tests duurden ongeveer
een decennium, tot het Oorlogsministerie
besloot dat ze niet inzetbaar waren, en toen kon
het volgende hoofdstuk beginnen: de veiling als schouwspel
De ene wrijft zijn genereuze lippen tegen de nek
van de andere, terwijl ze overgeleverde verhalen vertellen
over circussen en races, opzadelen voor goudzoekers,
over losgelaten worden om de vreemde,
lege grond te verkennen, alleen, hun stille woorden springen
verder terug, naar donkere overtochten,
de loeiende golven, een sterfgeval, drie geboortes
aan boord, welk leven er door hen zou
leven, in hun Levantse geboortelanden,
of Alexandrië, of Kusadasi, als lastdieren,
worstelspektakel, ritjes voor de kindjes, terwijl nu,
hier, half-wild op de ranch, paren of niet
te paren, een buigt zijn hoofd naar beneden,
en trekt een streep met een voorpoot
Ze spreken in stilte met elkaar
grazende kamelen, vrij in de wind
gras lang door een objectieve lens
twee vlekjes in een strook prairie
| |
| |
| |
Grot
Mijn toegang tot de grot was via Ellora
anderen kennen haar als Aladra, of Alura,
de vlakke heuvel geeft aan
dat er geen menselijke activiteit is binnen
buiten de tuinen met een weelderige groei
en water in overvloed, de watervallen
storten zich naar beneden als een gereïncarneerde god
die dansend langs kristaldraden afdaalt
langs de blauwe kant van de klip
gezichten vergeten gezichten versteend
jij die de mandalastromen maakte
in een wakkere droom, de zalen op drie niveaus
van duister naar licht, schrijnen
springen er uit de muren, bodhisattvas
beeldhouwde, twee eeuwen lang, eeuwen
daarvoor maakten je handen de mudra's in steen,
visualiseerde je de pradakshinageschiedenis
de pilaren en pilasters, de rituele cisternen,
opengeslagen boek op een lotus, schetsen van vormen
die knopen ontwarren, een enkele tree
vervolmaakt het ontwerp, ik had voor
het ongetoetste leven gekozen en gefaald, mijn falen
achtervolgde me hier, deze plaats met de naam naar
jouw verering, je namen verborgen in de tekens
drie-knoppige stam, opgeheven diamanten bliksemschicht
slinger en lied, in mijn ommegang werd ik naar
de allerhoogste articulatie getrokken, fijn stof
gevangen in het zonlicht, in de blik
van de sluipende leeuwen, tegen de donkerste
plooien, het wenkende gebaar van de Volmaakte
omwille van jouw heroïsche daden vroeg niet om herdenking
in het beeld de stilte, ik werd
naar de deuropening getrokken waar Janguli zit in koninklijke rust
ik voerde het heilige gebaar uit
zoals het was overgedragen door mijn figuur
mijn voeten zwart van de aarde
en in haar kennisneming zuiverde ze
het vergif dat in mij opwelde.
| |
| |
| |
Het gras
gras toboso drie-kafnaaldig
vinger-kweek reuk- helmgras
vlaktes liefdes- indianengras, prairie
slijkgras, roze pampagras, tengere
rus groene Chinese artisjok
borstel, blauwstam, piligras,
gras bloeit woestijn winter-
gras, kafnaalden keren, keren
naar aarde als naar grond, stelen
| |
| |
fauna verdwenen, verdrongen, verhinderde
strekken zich uit, elk eigen
vastgehaakt aan al het andere
trichloris, suikerspin, vinger-
zodat het kan duren, drijf-
verspreiden zich en groeien, rizoom,
van stolonen naar zodes, gekromde
|
|