Terras. Jaargang 2017 (12-13)(2017)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Yi Sha Gedichten Vertaling: Annabella van Tuijl Stotteren St-st-stotterend, mijn mond, een se-se-secundaire handicap, niet in staat mijn t-tanden te zetten in mijn g-g-gierende gedachten en in mijn benen net zo m-m-min. Jullie speeksel dat alle kanten uit vl-vl-vliegt stinkt naar s-s-schimmel. M-m-mijn arme longen trekken het b-bijna niet meer. Ik moet lo-lo-losbreken van jullie r-r-raadselachtige ritme, zo snel mogelijk ontsnappen. Mij-mij-mijn w-woorden, vu-vu-vurend als machine-geweren, vervuld van genoegen. St-stotterend, mijn leven, mijn leven kent gee-gee-geen spoken. K-k-kijken jullie maar eens goed, het maakt me lekker niks uit. [pagina 151] [p. 151] Verkoudheidslied Waarom zit mijn neus vol met snot? Mijn verkoudheid steekt de kop weer op. Eén keer per jaar die verkoudheid, ik weet er niet aan te ontsnappen. Vorig jaar was het ook rond deze tijd, toen de dikke pakken sneeuw in modder veranderden. Het gedicht ‘zelfbewustzijn komt van binnen’ beschrijft mijn laatste griepje en de winterse stemming van vorig jaar. Dat gedichtje fluistert mij in dat, al zag ik er erg enthousiast uit, ik mij eigenlijk diep ellendig voelde. Het vorige jaar is een voertuig van herinnering dat niet verder wil dan het afzetlint, en als ik eraan terugdenk lijkt mijn laatste verkoudheid wel op een ingreep waarbij de overbodige blindedarm wordt weggesneden. [pagina 152] [p. 152] De kracht van het detail Die kus staat haar nog goed bij. Maar niet vanwege de manier waarop zijn lippen en tong bewogen. Het speciale gevoel werd enkel teweeg gebracht doordat hij, toen hij klaar was, met de rug van zijn hand zijn lippen afveegde. Zoals na het eten. [pagina 153] [p. 153] De logica van een taxichauffeur In een taxi begint een taxichauffeur een gesprek met mij over zijn band met de verkeerspolitie, vergelijkbaar met die van een vis met water. ‘Een visje zal het water nooit verlaten,’ zo zong hij dit ene zinnetje. Het was niet voor het eerst dat ik deze logica hoorde. Maar deze keer was het anders. Het leek wel geopperd te worden door de vis zelf. Zittend op de achterbank kon ik zijn gezicht niet zien. In de achteruitkijkspiegel zag ik alleen een vis met trillende kieuwen die een wolk van luchtbellen uitstootten. Vorige Volgende