daarop de enige deur van het kabinet blokkeert, schijnt de arts te willen vluchten via een raam. Andermaal reageert Abrahams spottend en hij vergelijkt het tafereel met een komisch toneelstuk. De opname eindigt wanneer Van Nypelseer, na minutenlang luid en angstig om hulp te roepen, dreigt de politie te bellen. Abrahams, die de telefoonlijn doorknipte, geeft hem er nog een laatste keer van langs: ‘Kom nu, laten we gaan zitten en laat ons wachten op de politie, de komst van uw vader.’ Op verzoek van zijn eigen vader en halfbroer, wordt Abrahams hierop tweemaal gecolloqueerd. Tevergeefs echter, de eerste keer wandelt hij de instelling eenvoudigweg buiten en de tweede keer weet hij te ontsnappen met een sprong van de derde verdieping.
Abrahams' expliciet theatrale en antiautoritaire revolte bracht eind jaren '60 en jaren '70 een internationale discussie op gang. Abrahams verscheen o.a in Les Temps Modernes, L'Anti-OEdipe, Le Nouvel Observateur, Tel Quel en Semiotext(e). In 1976 werd zijn boek L'homme au magnétophone gepubliceerd, een zonderlinge verzameling brieven en (theater-)teksten waarin psychoanalyse, marxisme, Joods existentialisme, antipsychiatrie en (taal-)filosofie met elkaar vervlochten worden. Al gauw kende het werk vertalingen in Duitsland en Italië.
Ondanks de opvallende interesse voor het voorval, bleef Abrahams zelf steeds onder de radar. Toch duikt zijn naam op in haast alle mogelijke maatschappelijke sectoren. Abrahams verbindt tal van ondergrondse, alternatieve instituten en anti-bewegingen in België en Frankrijk. Zo intervenieerde hij bijvoorbeeld met zijn opnameapparaat in 1969 op de opening van Marcel Broodthaers' Musée d'art moderne in het alternatieve, Antwerpse kunsten- en communicatiecentrum A 37 90 89 en speelden hij en zijn dictafoon een vooraanstaande rol in de Ecole Elisée Réclus (1974-1981), een post-mei '68 discussieplatform voor dissidenten van de Université Libre de Bruxelles. Bovendien maakte Abrahams als voorvechter van de antipsychiatrie filmopnames en theater samen met volwassenen en kinderen uit verschillende alternatieve (psychiatrische) centra als La Verrière nabij Parijs, Club Antonin Artaud te Brussel en Le Snark in La Louvière.
Onder de radar blijven was noodzakelijk, want vele impulsieve acties brachten Abrahams herhaaldelijk in contact met het Franse en Belgische gerecht. Zo verbood Interpol hem de toegang tot Frankrijk en werd hij in het vizier gehouden vanwege het smokkelen van lsd, paspoortvervalsing en diverse diefstallen - de meest opmerkelijke die van het lijk van zijn eigen moeder.
Zijn laatste wapenfeit was het dagvaarden van de stad Brussel voor de antisemitische glasramen in de Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele. Begin jaren '80 maakte een CO-vergiftiging een bruusk einde aan Abrahams' toenmalige leven. Tot aan zijn overlijden in 2015 leefde de man met de bandopnemer in alle stilte.