Terras. Jaargang 2016 (10-11)
(2016)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
Kim Andringa
| |
[pagina 156]
| |
uit onze manier van denken, onze ideologieën, onze manier van dromen, onze fantasmagorieën (dat komt op hetzelfde neer). Die maximale aanwezigheid van de werkelijkheid overheerst ook in Hölderlin au mirador (Hölderlin in de uitkijktoren, Le corridor bleu 2004). Het is een soort epos in zangen, met als bijzonderheid dat het geschreven is in ‘hendeconymische verzen’ (net als Lucien Suel speelt Ivar Ch'vavar graag met formele beperkingen): verzen van elf woorden. Hoewel dat net zo goed woorden van een letter als van zes lettergrepen kunnen zijn, en er dus geen sprake is van regelmaat, wordt de lezer geleidelijk meegesleept in een bezwerend ritme. Nu eens drijven korte woorden en een wat telegrafische stijl de snelheid op, dan weer treedt in meer lyrische passages een contemplatieve vertraging op. De tekst neemt ons mee met een groepje plattelandsjongens die er in de avondschemer op uitgaan, de (nabije) wereld verkennen, aan seks en meisjes denken, maar ook aan poëzie. De nadruk op zintuiglijke ervaringen - er wordt veel gekeken, gehoord, gevoeld - staat in het teken van een zoeken naar de ruimte van het volledig leven, maar aan het einde van deze proloog blijkt het welslagen van die onderneming allesbehalve zeker: we vinden niet genoeg dwaasheid, we komen er niet achter
of we poëzie hebben gezien, we kunnen ons niet meer herinneren
of we - de werkelijkheid - de materie hebben gezien
De wat magische of mystieke sfeer doet denken aan die in De grote Meaulnes, de coming of age klassieker van Alain-Fournier waarin een jonge verteller zijn vriendschap met de wat oudere Meaulnes beschrijft. Dat dit geen toeval is, blijkt uit de passage ‘ik doe mijn “Grand-Meaulnes” vest aan’. Net als de roman van Alain-Fournier laat de tekst van Ch'vavar zich lezen als een avonturenroman, een jongensboek over vriendschap en adolescentie. De rol van Meaulnes wordt hier gespeeld door Wastable, die in het vertaalde fragment een keer genoemd wordt (en wiens naam geen enkel verband heeft met het Nederlandse ‘wastafel’, dit terzijde). Het vervolg van de bundel ontwikkelt zich meer in de richting van een poëtisch-filosofische reflectie. Het verband met Hölderlin zit 'm in diens Wozu Dichter in dürftiger Zeit? Waarvoor? Ongetwijfeld om ons voor onze televisie met wormmouwen weg te slepen, mee de uitkijktoren op, en ons een goede blik op de werkelijkheid te gunnen. |
|