gewerkt. Maar ze geeft blijk van een buitengewoon gevoel voor humor. Het lijdt geen enkele twijfel dat ze extreem intelligent is, dat ze in dezelfde categorie thuishoort als Jozef, de hoogbegaafde neef van Simon. Ze heeft karakter. En erg fraaie billen. Een mooi persoon in wording. Simon geeft zonder problemen toe dat hij zich meteen tot haar aangetrokken voelde. Er waren signalen die hem onmiddellijk uitdaagden om te proberen haar te verleiden. En die gingen wel verder dan haar jonge leeftijd of haar achterwerk. Een soort alchemie, een licht parfum waardoor hij onmiddellijk zin kreeg meer dan een seksueel object van haar te maken...
Hun ontmoeting? We zullen alles laten beginnen in het zuidelijke deel van de stad. In de rue Bartholdi, in de avenue Des Granges van de provinciehoofdstad. Simon loopt daar langzaam, of was het snel, nou ja, doet er niet toe, je loopt trouwens altijd langzamer in het verleden dan in het heden. Vrienden hebben hem uitgenodigd voor een etentje bij hen thuis. Dat heeft hij afgeslagen. Totaal geen zin om in vervoering te raken over de ontwikkeling van hun baby, zijn eerste stapjes, zijn eerste tand, zijn eerste woordjes. Augustin waggelt, zijn hoektand groeit scheef, hij brult ‘baba’ als je hem een paard laat zien, dat alles is van zeer betrekkelijk belang. In plaats van de ouders van Augustin te feliciteren met de prachtige groenige drol die de laatstgenoemde in zijn luier heeft gedraaid, kiest Simon ervoor zich onder de mensen te begeven, veel te drinken, vooral niet alleen thuis te komen. Stapt een bar binnen. Op goed geluk.
Simon gaat aan de tapkast zitten. Hij probeert de blik te vangen van een serveerster (tweekleurige haardos, 15 UV-sessies per week), en van een tweede (dubbelgangster van de eerste, met als extraatje een neuspiercing). Achter hem is de jeugd aan de Red Bull en heldere alcoholische drankjes, ze vergeten de bachelorcolleges over Keynes en heupwiegen op remixes van Kanye West. De jongens zijn fris en fruitig, ze dragen slim fit jeans en tweekleurige poloshirts van Fred Perry. De meisjes zijn fris en fruitig, ze combineren appelgroene naaldhakken en leggings met pythonprint. Op hun leeftijd voelde Simon zich even onweerstaanbaar, bestelde hij flessen drank, gooide stoelen om, kende de namen van de verleidsters wier monden hij veroverde niet. O, was hij op hun leeftijd maar serieuzer geweest, dan had hij waarschijnlijk dikwijls breed staan lachen als goudenmedaillewinnaar.
Terwijl een serveerster (een paar uur te lang op de grill van een barbecue gelegen, een grote verfvlek in haar haren: ongetwijfeld de hoofdserveerster) eindelijk aandacht aan hem schenkt, draait Simon zich om en ziet een blond meisje, gesloten gezicht, kin steunend op haar armen, dromerig, afstandelijk, zonder aandacht voor haar omgeving. Bloedmooi. Op haar lippen en wenkbrauwen na, die, afijn, laten we verdergaan. Ze luistert niet naar de opgewonden monoloog van het meisje dat naast haar aan het tafeltje zit. Ze is elders, kilometers ver van de bar en zijn karikaturale serveersters. Als een veroveringslustige casanova of glimmende toreador verlaat Simon zijn fluorescerende barkruk, gewapend met het biertje dat hem eindelijk is gebracht.