Miek Zwamborn
Emulsie - inleiding op
's nachts gloeien de schepen
Al jaren staat er tussen mijn kookboeken een foliant waar ik me zo af en toe aan laaf. Ik kook er niets uit, het lezen van de recepten is genoeg om mijn honger te stillen.
De steen der wijzen, inhoudende 850 recepten voor allen en over alles, geschreven door een anonieme scheikundige. Er staat in beschreven hoe je kleefstof van vlooienzaad maakt, hoe je roetvlekken verdrijft en vlekken van wagensmeer verwijdert, hoe je zeemleer verft, citroenhout nabootst, hoe je honing bleekt, houtskool ontkleurt, ivoor zuivert, hoe je arsenicum ontdekt in behangsel en bloemen, banden en strepen op geweerbogen zichtbaar maakt, hoe je amalgama mengt voor het plomberen van kiezen, hoe je zuivere horlogemakerolie bezigt of vlekkogels vervaardigt en ga zo maar door.
Het boek is een afgeleide van de legendarische steen der wijzen (lapis philosophorum), een alchemistische substantie die in staat zou zijn om gewone metalen in edelmetalen te veranderen, in het bijzonder goud. De steen zou alle kwalen genezen en het leven verlengen of eeuwig maken.
De steen der wijzen werd als het hoogste doel van de transmutationele alchemie beschouwd. Het gehele productieproces dat moest resulteren in de steen stond bekend als het Grote Werk (opus magnum), want alchemisten zagen zichzelf graag als filosofen. Naar de steen der wijzen wordt in historische teksten ook wel verwezen met de termen elixir (oorspronkelijk Arabisch) en rode tinctuur. Omdat alchemisten hun teksten vaak hermetisch maakten, zijn er vele schuilnamen te vinden, bijvoorbeeld basilisk, salamander en kameleon.
Transmutatie langs scheikundige weg bleek onmogelijk. Daarom heeft er nooit een vast recept in de literatuur gedomineerd. In plaats daarvan kun je soortgelijke metaforiek aantreffen in chrysopoëtische traktaten, maar de recepten blijven van elkaar verschillen en worden niet concreet. Diverse traktaten vermelden het gebruik van een speciale oven, maar vervolgens ontbreekt een beschrijving van hoe de oven er precies uit ziet, wat men er precies in moet doen, hoeveel en hoelang, het blijft gissen. Een hypothetische steen waarvan niemand weet hoe die vervaardigd moest worden.
Vroegmoderne alchemisten die de steen wilden maken, konden hun ingrediënten in veel verschillende materialen zoeken. Er waren steeds drie hoofdbestanddelen:
1. | kwik (mercurius) |
2. | natrium/ salpeter |
3. | vitriool (vaak koper- of ijzersulfide) |