| |
| |
| |
Over de medewerkers
Mari Alföldy (1962) studeerde klassieke talen en Hongaars. Zij vertaalde werk van Sándor Márai, Imre Kertész, György Konrád, Géza Ottlik, László Krasznahorkai en Dezső Kosztolányi. |
|
|
Kim Andringa (1977) studeerde Frans en vergelijkende literatuurwetenschap. Ze is literair vertaler uit en naar het Frans, redactielid van Terras en universitair docent vertalen aan de universiteit van Luik. |
|
|
Jurriaan Benschop werkt als essayist, kunstcriticus en tentoonstellingsmaker in Berlijn. Hij publiceert regelmatig in Artforum International. Recente boekpublicaties: Geist und Form, Ten painters from Berlin (Indiana University, Bloomington, 2014) en Francis Bacon, Het grafische werk (Noordbrabants Museum Den Bosch 2014). Eerder verschenen de boeken Wonen tussen de anderen, een portret van kunststad Berlijn (2009) en De berg van Cézanne (2006). |
|
|
Huub Beurskens (1950) prozaschrijver, essayist en dichter, studeerde aan de kunstacademie. Hij was redacteur van De Gids, vertaalde werk van Gottfried Benn, Georg Trakl, Nelly Sachs, William Carlos Williams en W.H. Auden. Recente publicaties: De hemelse kamer (roman, 2012), Hotel Eden (poëzie, 2013), Hoe deed Han Shan dat dan (poëzie, 2014). |
|
|
Wim Brands (1959) bezocht de School voor de Journalistiek. Literair verslaggever. Dichter. Meest recente dichtbundel: 's Middags zwem ik in de Noordzee (2014). |
|
|
Bettina Brandt doceert aan de Pennsylvania State University, vertaalt en publiceert over hedendaagse Duitstalige literatuur, met name over Yoko Tawada, Herta Müller en Emine Sevgi Özdamar. |
|
|
Rolf Dieter Brinkmann (1940-1975), zie de inleiding bij de tekst. |
|
|
Dmitri Danilov (1969) is Russisch prozaïst en dichter. Debuteerde met de novelle Zwarte en groene (novelle), Huis nummer 10 (verhalenbundel), De horizontale stand (roman), Beschrijving van een stad (roman) en En iedereen ging huiswaarts (poëzie). Uitgeverij Douane te Rotterdam publiceerde vertalingen van De horizontale stand (2013) en Zwarte en groene. Werk van Danilov verscheen ook in het tijdschrift Hard gras (augustus 2014). |
|
|
Jean-Charles Depaule (1945) doceerde aan de Ecole d'architecture de Versailles en is nu als onderzoeker op het gebied van de stedelijke antropologie verbonden aan het Centre national de la recherche scientifique (CNRS). Zijn onderzoek heeft vooral betrekking op de bewoonde ruimten in het
|
| |
| |
Arabische Oosten. Hij is tevens dichter en vertaler. Onlangs verscheen A travers le mur (Marseille, Parenthèses, 2014). |
|
|
Robert Desnos (Parijs 1900 - Theresienstadt 1945), Frans dichter, in de jaren 20 bentgenoot van de surrealisten en bevoorrecht beoefenaar van het ‘psychische automatisme’. In zijn surrealistische roman La Liberté ou l'Amour! (1927) verwerkt Desnos een motief uit zijn persoonlijke mythologie (zijn onbeantwoorde liefde voor musichall-zangeres Yvonne George) tot een broeierig verhaal over droom, begeerte en werkelijkheid, belichaamd door de personages Louise Lame en Corsaire Sanglot. |
|
|
Marcel Eeden (1965) woont en werkt in Zürich en Den Haag. Zijn werk is op vele internationale tentoonstellingen te zien geweest, waaronder de Berlijn Biënnale van 2006. Hij won onder meer de Prix Guerlain voor tekenen in 2011 en de Ouborgprijs in 2013. |
|
|
Arie van der Ent (1956) - markthandelaar, slavist, vertaler. Medeoprichter van Uitgeverij Douane en Literair Café Tsjechov & Co. Van der Ent vertaalde ruim zestig Russische schrijvers, publiceerde De buurman van God (Poesjkin-biografie, 2000) en is schrijver en dichter. Bezig met: promoveren op de roman De stad N (L. Dobytsjin), het schrijven van de roman Fleur de Sel, over ‘de nieuwe mens’ en als mede-auteur: Brielle, stadsbiografie. Woont deels in Daugavpils (Letland) en in Rotterdam. |
|
|
Daniel Falb (1977) studeerde filosofie, sociologie, politicologie, is gepromoveerd in de filosofie op het begrip collectiviteit. Dichtbundels: die räumung dieser parks (2003); bancor (2009); naturezas-mortas socials (vertaling in het Portugees, 2009); new zork (vertaling in het Nederlands, 2014). Falb won diverse prijzen. In 2015 verschijnt zijn volgende bundel bij kookbooks - werktitel: ‘Coöperation est Koördination’ |
|
|
Lawrence Ferlinghetti (1919) is al meer dan een halve eeuw actief als dichter, schrijver, vertaler, kunstschilder, toneelschrijver, criticus, essayist, uitgever en activist. Als eigenaar van City Lights Booksellers & Publishers in San Francisco speelde hij een sleutelrol in de opkomst van de Amerikaanse Beatbeweging in de jaren vijftig. Daarnaast was hij verbonden aan de San Francisco Poetry Renaissance. Enkele hoogtepunten uit zijn oeuvre: Pictures of the Gone World (1955), A Coney Island of the Mind (1958), Her (roman, 1960), Starting from San Francisco (1961), Routines (toneel, 1964), Tyrannus Nix? (1969), Back Roads to Far Places (1971), Open Eye, Open Heart (1973), A Far Rockaway of the Heart (1997), Poetry as Insurgent Art (2007). |
|
|
Pierre Getzler (1938) is schilder, tekenaar en fotograaf. Hij werkte samen met verschillende dichters, waaronder Jacques Roubaud, en met Georges Perec die over hem geschreven heeft en verschillende teksten aan hem opdroeg. Hij fotografeerde voor Perec de Rue Vilin en de Place St-Sulpice en de schrijver zelf. Zijn werk bevindt zich in verschillende privé- en publieke collecties (Macval et FDAC Seine-St-Denis). |
| |
| |
Iannis Goerlandt (1980) is literatuurwetenschapper, vertaler en redactiesecretaris van nY. Hij schreef een proefschrift over Arno Schmidt en vertaalde boeken van David Foster Wallace, Sheila Heti en Insa Meinen. Recent verscheen Schakelpauzes, een bundel met teksten van en over Thomas Meinecke die hij redigeerde samen met Arne De Winde, Michiel Rys en Dear Reader. |
|
|
Fleur van Greuningen (1987) behaalde haar bachelor Nederlands en is afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie (afdeling Beeld&Taal) Ze publiceerde op tirade.nu, De Internet Gids, de Optimist en maakt site-specific beeldend werk. Dit laatste deed ze in o.a. Winkel, Parijs, Beelitz (bij Berlijn) en Lorient (Fr). |
|
|
Klaske Havik is universitair hoofddocent Architectuur aan de TU Delft. Haar werk richt zich op de ervaring, het gebruik en de verbeelding van architectuur en de stad. Haar boek Urban Literacy. Reading and Writing Architecture (nai010 uitgevers, 2014) is een pleidooi voor een literaire benadering van architectuur en stedenbouw. In 2013 organiseerde ze Writingplace, een internationale conferentie over architectuur en fictie in Delft. Ze is redacteur van het architectuurtijdschrift OASE. Als praktiserend architect was ze onder meer betrokken bij de herontwikkeling van de NDSM scheepswerf tot een culturele broedplaats. Gedichten en verhalen van Klaske Havik verschenen onder andere in Vanuit de lucht (Passage 2001), De Revisor en DWB. |
|
|
Rokus Hofstede (1959), vertaler van Charles Baudelaire, Mijn hart blootgelegd (2014), en Georges Simenon, De blauwe kamer (2014). Werkt met Martin de Haan aan een hervertaling van Prousts Du côté de chez Swann. Cf. www.hofhaan.nl. |
|
Riet de Jong-Goossens, geb. in Sas van Gent, 1937. Studeerde Franse taal en letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap. Het examen van deze laatste studierichting werd met cum laude gewaardeerd. Kwam in aanraking met het Afrikaans, vertaalde meer dan 50 literaire werken, waaronder het werk van Marlene van Niekerk. In 2010 kreeg ze de Martinus Nijhoffprijs. In 2014 ontving ze de erepenning van de SA Akademie vir Wetenskap en Kuns. |
|
|
Yasmijn Jarram (1984) is curator, schrijver en redacteur. Eerder leidde ze expositieruimte 21rozendaal in Enschede (2012-2014) en won ze de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in Brussel (2010). Jarram schrijft regelmatig voor tentoonstellingscatalogi en kunstbladen als Metropolis M, Tubelight en Kunstbeeld. |
|
|
Oliver Kerkdijk (1965). Publiceerde over cinema, muziek, strips en cultuurcuriosa in VPRO Gids, NRC Handelsblad, Oor, Vrij Nederland. |
|
|
László Krasznahorkai (1954) zijn eerste roman, de in 1985 verschenen Sátántangó (Satanstango), is de laatste jaren ook in het buitenland aan een triomftocht begonnen (Nederlandse vertaling Mari Alföldy 2012). Satanstango speelt - evenals
|
| |
| |
Krasznahorkai's eerste verhalenbundel Kegyelmi viszonyok (Omstandigheden van genade, 1986) waaruit dit verhaal afkomstig is, en zijn tweede roman De melancholie van het verzet - in een ongedefinieerde, desolate ruimte, die vaag in Hongarije is gesitueerd; de in wonderschone zinnen beschreven handeling brengt de hopeloosheid van het menselijk bestaan tot uitdrukking. De Hongaarse filmmaker Béla Tarr, met wie de schrijver ook als scenarist samenwerkt, verfilmde verschillende werken van Krasznahorkai, waaronder ook dit verhaal. |
|
|
Tomas Lieske (1943) is schrijver. Hij publiceerde dichtbundels, verhalenbundels, romans en de essaybundel Het hoofd in de toendra (Van Oorschot, 1989). Was geruime tijd redacteur van Tirade. Lieske won onder meer de VSB-poëzieprijs voor Hoe je geliefde te herkennen (Querido, 2006) en de Libris Literatuurprijs voor Franklin (Querido, 2000). Zijn laatste roman heet Achter de waterspiegel (Querido, 2014). |
|
|
Erik Lindner (1968) is dichter en criticus. Recente publicatie: Acedia (poëzie, 2014) en Naar Whitebridge (roman, 2013). Hij schrijft artikelen voor onder meer Poëziekrant, Ons Erfdeel, Poetry International en is redacteur van De Revisor en Terras. |
|
|
Nikola Madzirov (1973) is dichter, essayist en vertaler. Voor Relocated Stone ontving hij de Hubert Burda poëzie prijs voor schrijvers geboren in Oost Europa. Ook ontving hij de Miladinov Brothers prijs tijden de Struga Poetry Evenings. |
|
|
Tom Morton is een Brits schrijver, onafhankelijk curator en redacteur van frieze. Hij werkt momenteel aan zijn eerste roman. |
|
|
Ton Naaijkens (1953) is vertaler en schrijft over vertalen en literatuur, zowel beroepsmatig als voor zijn plezier. Hij is redacteur van Filter en Terras en vertaalde werk van Robert Musil en Paul Celan. In 2013 verscheen zijn vertaling van Ernst Meister, Alle schepen kenteren. |
|
|
Charl-Pierre Naude is een Zuid-Afrikaanse dichter, essayist en commentator. Hij schrijft in het Afrikaans en het Engels. Sinds 2000 verscheen zijn werk af en toe in vertaling in Nederlandse literaire tijdschriften. In 2007 verscheen in de Slibreeks sien jy die hemelliggame. Zijn laatste dichtbundel is Al die lieflike dade (September 2014, Tafelberg). Naudé is momenteel stipendiaat van DAAD en resideert in Berlijn.. |
|
|
Marlene van Niekerk, geb. in 1954 in Caledon. Studeerde literatuur en filosofie, masters filosofie cum laude. Van 1980-1985 vervolgstudie filosofie in Nederland, ook hier legde ze het doctoraalexamen cum laude af. Terug in Zuid-Afrika werd ze achtereenvolgens docent aan de universiteiten van Zululand, Unisa en Witwatersrand. Op dit moment is ze hoogleraar creatief schrijven aan de universiteit van Stellenbosch. Ze is zowel dichter als prozaschrijver en ontving vele prijzen voor haar werk, waaronder de prestigieuze Hertzogprijs. In 2009 gaf de universiteit van Tilburg haar een eredoctoraat. |
| |
| |
Wim Noordhoek (1943) groeide op in Den Haag en studeerde politieke wetenschappen in Amsterdam. Vanaf 1966 werkte hij voor de VPRO. Hij schrijft stukjes en verhalen. Zijn dagelijks Avondlog is te volgen op de site van Terras. |
|
|
D.A. Powell (1963) zie de inleiding bij de vertaling. |
|
|
Grace Paley (1922-2007) was een Joods-Amerikaanse auteur, dichter, docent en politiek activist. Haar eerste bundel korte verhalen, The Little Disturbances of Men, verscheen in 1959. Later volgden Enormous Changes at the Last Minute (1974) en Later the Same Day (1985). In 1994 werden de drie bundels verzameld in haar Collected Stories, dat genomineerd werd voor de Pulitzer Prize en de National Book Award. Hoewel ze vooral bekend is om naar korte verhalen, verschenen er van haar hand ook drie poëziebundels: Leaning Forward (1985), New and Collected Poems (1992) en Long Walks and Intimate Talks (1991). |
|
|
Anne Roetman (1988) studeerde in 2012 af aan de master Literair Vertalen in oprichting in Utrecht en ontving een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds. Ze werkte mee als vertaler bij The Chronicles, een onderdeel van festival Crossing Border, en vertaalde onlangs een fragment uit een roman van de Britse auteur Emma Jane Unsworth voor The Chronicles Projects. Naast literair vertaler is ze projectmedewerker bij de master Literair Vertalen en het Expertisecentrum Literair Vertalen. |
|
|
Robin Ruizendaal is auteur van meer dan 20 muziektheater producties voor acteurs, poppen en muzikanten die in meer dan 30 landen zijn opgevoerd. Geboren in Den Haag, gepromoveerd in Leiden (Sinologie, 1999), reeds 25 jaar woonachtig in Oost Azië en permanent onderweg. |
|
|
Arno Schmidt (1914-1979) publiceerde talloze verhalen, romans en radio-essays over literatuur, schreef twee eigenzinnige studies (over Friedrich de la Motte Fouqué en Karl May) en werkte als broodvertaler uit het Engels (o.a. Poe, Bulwer-Lytton en J.F. Cooper). Vanaf Zettels Traum (1970) verschenen zijn experimentele prozawerken als facsimile-typoscriptbanden op A3-formaat. Delen van zijn vroege proza zijn verschenen in het Nederlands (bij Perdu en IJzer), in vertaling van Jan H. Mysjkin. |
|
|
Desiree Schyns (1959) is universitair docent vertalen Frans-Nederlands en Vertaalwetenschap aan de Universiteit Gent en literair vertaalster. Zij publiceert over literair vertalen en cultural memory in het werk van Franstalige auteurs. Ze is redactielid van Filter, tijdschrift over vertalen. |
|
|
György Spiró (1946) schreef diverse romans en veel verhalen en gedichten, maar heeft in Hongarije vooral roem verworven met zijn toneelstukken, waarin hij de conflicten van de Hongaarse maatschappij op gedurfde wijze aan de kaak stelt. Daarnaast beweegt hij zich met groot gemak in historische tijden. In zijn veelzijdige werk laat hij zich weinig gelegen liggen aan modieuze literaire stromingen: hij vertelt op vrij traditionele
|
| |
| |
wijze een verhaal, en wordt literair toch even hoog aangeslagen als zijn postmoderne generatiegenoten. Typerend voor zijn stijl is de wrange humor die soms naar het sarcastische neigt. Hij is bekroond met de allerhoogste literaire prijzen in Hongarije en zijn werk is in vele talen vertaald. Spiró studeerde Hongaars, Russisch en Servo-Croatisch, werkte als universitair docent, criticus en theaterdirecteur. Deze vertaling is tot stand gekomen tijdens een intensieve cursus literair vertalen van het Expertisecentrum Literair Vertalen, met deelname van Cora Lisa Sütő, Antje Koelewijn en Renée van Beuningen. |
|
|
Yoko Tawada (1960)schrijft gedichten, essays, toneelstukken en romans in het Japans en in het Duits en heeft tot nog toe veertig titels gepubliceerd. Ze woont sinds 1982 in Duitsland. Voor een van haar eerste Japanse verhalen, Inu muko iri, 犬婿入り, (De hondenbruidegom) ontving zij al in 1993 de prestigieuze Akutagawa literatuurprijs. In Duitsland werd haar werk onder andere bekroond met de Chamisso-prijs, die ieder jaar voor een werk van een niet-Duitstalige schrijver uitgereikt wordt, en in 2005 met de Goethe-medaille, een officiële onderscheiding van de Bondsrepubliek Duitsland. In haar meest recente roman, Etüden im Schnee (2014) treden drie ijsberen als vertellers op: de bekende Knut, diens moeder en grootmoeder. |
|
|
Lisa Thunnissen (1984) studeerde in 2012 cum laude af aan de master Literair Vertalen in oprichting in Utrecht en won daarnaast een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds. Ze was vertaler voor The Chronicles, onderdeel van het Crossing Border festival in Den Haag en vertaalde eerder een fragment uit een roman van Eduardo Halfon voor Terras. Naast literair vertaler is ze projectmedewerker bij het Expertisecentrum Literair Vertalen. |
|
|
Han van der Vegt (1961) is dichter en vertaler. Zijn bekendste gedicht is waarschijnlijk Exorbitans, dat niet alleen als boek maar ook als ruimteopera uitkwam, op cd, met muziek van Jan Frans van Dijkhuizen. Volgend jaar verschijnt zijn nieuwe dichtbundel Navigatiesystemen. Van der Vegt heeft onlangs poëzie van Seamus Heaney en Adam Foulds vertaald, samen met Onno Kosters. Daarnaast publiceert hij kinderboeken, zoals dit jaar Het zwarte ei. |
|
|
Jeske van der Velden (1987) studeerde Engels en volgt momenteel de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht. In haar vrije tijd vertaalt en leest ze graag poëzie, proza en filosofische teksten. Daarnaast loopt ze stage bij Terras. |
|
|
Ruth Verraes (1980), beeldend kunstenaar. Studeerde onder meer schrijven aan de Gerrit Rietveldacademie. Recente exposities: Sketch of the landscape (Kunsthuis SYB, 2012), So sieht es aus (Axel Obiger, Berlijn 2013), Het ding dat begint begint (C&H art space, 2013). www.ruthverraes.com |
|
|
Jeroen van Westen (1955) is beeldend kunstenaar. Zijn werk komt tot stand met en in het landschap. Van Westen observeert en onderzoekt de wisselwerking tussen natuur
|
| |
| |
(landschap door de tijd) en cultuur (ingrepen van de mens in het landschap). In zijn projecten doet hij voorstellen voor nieuwe of herziene landschapstructuren, meestal daar waar door bijvoorbeeld woningbouw grootschalige ingrepen in het bestaande landschap worden gepleegd. Zie verder www.jeroenvanwesten.nl. |
|
|
Raúl Zurita (1950), Chileens dichter en vertaler, publiceerde onder andere de dichtbundels Purgatorio (1979), Anteparaíso (1982), La vida nueva (1993) en INRI (2003). Zijn recentste publicatie is de dichtbundel Zurita (2011); daarnaast stelde hij onlangs een anthologie samen: Pinholes in the Night: Essential Poems from Latin America (2014). Hij is docent letterkunde aan de Universidad Diego Portales in Chili en werkt aan een vertaling van Dante Alighieri's Divina Commedia. |
|
|
Miek Zwamborn (1974) is schrijver, vertaler en beeldend kunstenaar. Zij publiceerde onlangs de roman De duimsprong en vertaalde de Sez Ner-trilogie van Arno Camenisch. Op dit moment is zij writer in residence bij het Gemeentemuseum in Den Haag. |
|
|