hoe menschen het elkaar in fluisteringen overreiken en hoe zoo iets over de wereld
doorgegeven wordt, van den een naar den ander, zoodat al meer het weten....
zoodat het in al ruimer wijdten van menschen spreidt als kringen in het water
Carry van Bruggen, Avontuurtjes
opent je ogen en ziet dat het water vlakbij is
voelt hoe de lucht je longen de wereld zich opdringt rondom
duwt de punt van de pen tot hij breekt de inkt opwelt
peutert aan het vlees en haalt je open
schudt ze uit de pot tot ze niet meer passen op het aanrecht
wrijft over een knobbel op je schrijfhand
kijkt naar omstanders die opdoemen traag gebaren
breekt voor de spiegel uiteen in armen benen romp
weet dat hij je opneemt zonder een druppel morsen terwijl de verf droogt
hoort hoe een zachte trilling door je huid
maakt kringen in het water die wijd uitlopen tot ze alles hebben opgenomen
wrijft over een knobbel en laat de vulpen erop rusten
opent je ogen en ziet dat de cirkel van je blikveld verder is vernauwd
[pagina 61]
[p. 61]
jij
hebt je doormidden laten klieven, ineengehechte twee, tegen-jezelf-gekeerde een
voelt hoe zich de kudde nauwer
vult je longen tot ze niet meer kunnen de kringen voor je ogen komen schieten weg
als je ze wilt betrappen
gooit een vel in het vuur dat zwarte blaren trekt in het weefsel
laat je handen rusten maar ze liggen niet stil
ziet hoe de rook zich vormt tot een o voor hij uiteenplooit
laat ze in het water glijden het water zich verzadigen
ziet de luisteraars troebel en scherper met hun ogen je bindend
weet hoe de boom naar buiten hoe hij uit zijn eigen grens wil breken
laat een druppel vallen en ziet hoe het vlees reageert zich terugtrekt en rood wordt
wrijft met je vuisten in je ogen tot de kringen niet meer weggaan
wilt ze vermorzelen maar ze springen weg voor de malende lepel
weet wat er gebeurt als hij zijn tanden in je nek zet
voelt hoe je liggende lijf wordt opgetild weggetrokken